Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als een arme niet bedelt, sterft hij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als een arme niet bedelt, sterft hij

"Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen"Matth. 5:3

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Bij het lezen van de tekst zijn we geneigd te vragen: Wie zijn dat, de armen van geest? Maar vóór deze vraag ligt een andere: Wie zegt dat, dat de armen van geest zalig zijn? Nietwaar, er kan zo veel gezegd en zalig gesproken worden; mensen, bekeerde mensen kunnen u zalig spreken, uw ervaringen, uw gestalten kunnen dat doen, maar als Jezus het niet doet, zult u voor eeuwig bedrogen uitkomen. Wie spreekt er nu armen van geest zalig en treurenden en vervolgden? Dat doet geen mens, dat kan geen mens ook doen, maar ziehier: Jezus doet het. Jezus spreekt hier, de Heilige, Die een en al zonde gemaakt wordt, het eeuwige Leven, dat de dood ingaat; Hij, Die één is met de Vader en van God verlaten wordt. Aan deze tekst hangt Zijn middelaarsbloed. Hier spreekt Hij, Die gegeseld en uitgeworpen zal worden en Die in de weg van lijden en sterven volkomen gerechtigheid heeft aangebracht. Want nooit zullen de poorten van het Koninkrijk der hemelen kunnen worden opengezet, tenzij aan Gods gerechtigheid genoeg is gedaan. Wie meent het leven des geloofs los te kunnen maken van Gods gerechtigheid en van Christus' offer, die verliest zich in wat gevoeligheden en aandoeningen van de mens. Dat is Christus' kerk krachteloos maken. Als u het dan stellen kunt met het uwe, waarom heeft Hij dan de gang moeten maken naar het kruis? Waarom is Hij dan afgedaald in de diepten van dood en hel?

Maar zie, dat wordt nu juist de hoop, de verwachting; van wie? Van de armen van geest. Dat zijn hier de discipelen, de volgelingen van de Heere Jezus. Wie waren dat? De verdrukten, de vervolgden, de paria's. Zij die geen helper hadden. Want weet u wie er in die tijd zalig gesproken werden? Wel, degenen die stipt allerlei inzettingen onderhielden, Farizeeën, Schriftgeleerden. Ach, het gewone volk kon immers toch de maat niet halen? Zij hadden zich er al bij neergelegd, dat zij behoorden tot de schare die de wet niet kent en die toch vervloekt was. Maar toen kwamen Johannes de Doper en de Heere Jezus, die 't volk weer aanspraken en het Koninkrijk der hemelen weer binnen de gezichtskring brachten. Bij deze prediking zijn er door knieën gegaan. Wilde God dan te doen hebben met zulke mensen als zij? Wat werkte de Heilige Geest tot verbreking van 't hart. En zo is het nog. Waar Hij het Woord van God in onze ziel draagt tot vernieuwing van 't hart, daar worden we arm van geest. De kanttekenaren zeggen: ,,De armen van geest zijn de nederigen en gebrokenen van hart, die hun nietigheid verstaande, een klein gevoel hebben van zichzelf, steunende alleen op de genade Gods in Christus Jezus.'' Twee dingen dus: het kennen van de nietigheid èn het steunen op Gods genade in Christus. Die twee mogen niet worden gescheiden. Want er zijn — om zo te zeggen — tweeëriei armen. Daar zijn mensen die klagen over hun armoede en zeggen zo slecht te zijn, maar die daarbij nog nooit de toevlucht tot Christus hebben genomen om te roepen: ,, Jezus, Gij Zone Davids! ontferm U mijner." Ze zeggen niets te hebben, maar koesteren in feite hun armoede als een bezit. Maar de armen van geest die Jezus zalig spreekt, zijn die armen die bedelarmzijn. Dat zijn mensen die veel hebben. Want waar de Heilige Geest de bediening van Christus heerlijk maakt en waar Christus ons onderwijst in de heilige Wet, daar hebben we veel zonde, veel schuld, veel ongerechtigheid. Daar gaat al onze hoogheid eraan, al onze vermeende gerechtigheid. Dan is er nog maar één weg: bedelen, je hand ophouden, met je schande openbaar komen voor God. Zulken weten 't: als ik niet bedel, dan sterf ik. En waar bedelen we dan om? Om genade. Dat hoge woord moet eruit, want Christus moet eruit; om te sterven aan al het onze en te steunen op Gods genade in Christus Jezus alleen.

Wie is arm van geest? De tollenaar, die heel z'n verloren leven meebrengt naar de tempel. Eén roep, want als hij niet bedelt, sterft hij. Wees mij zondaar genadig. Wie is arm van geest? De moordenaar aan 't kruis. Hoor de belijdenis van zijn nietigheid: wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben. Hoor ook zijn roep in nood: Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Wat heeft die man gezien? Hij heeft door 't geloof, gewerkt door de Heilige Geest, in Jezus de Koning gezien. Arm van geest zijn we, als we de dood leren schrijven op al onze werken, als we geen gerechtigheid voor God hebben, geen heiligheid en nochtans de toevlucht nemen tot de genade Gods in Christus Jezus. Dan wacht de Koning u om u een geheim te leren; het geheim van Zijn armoede. ,, Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om Uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden" (2 Kor. 8:9). Paulus gebruikt daar hetzelfde woord als Jezus in onze tekst: bedelarm! Christus Jezus, de Borg van Zijn gemeente, bedelarm. Hij heeft niets meer. Maar zo stelt Hij een eeuwige gerechtigheid, opdat armen van geest vol van God zullen zijn. Hij weeft in Zijn bloed de klederen des heils.

Kom, hier is genade, overvloeiende voor de grootste der zondaren. Hier is het goud- en erfland, waar Hij uitdeling wil houden aan armen, uit genade. Zaligheid, Koninkrijk, het zijn die diepe woorden waaraan een mens geen deel meer heeft sedert wij God verloren hebben. Gods gerechtigheid weerspiegelt zich in de fonkelende zwaarden van de cherubs bij het Paradijs. En nu deze wonderbaarlijke bemoediging, deze indrukwekkende belofte. Wie kan dat alles toezeggen? Alleen Hij, Die meer is dan enkel mens en Die ook sterker is dan de engelen: Jezus Christus. Zo is er ruimte van zalig worden, want de Koning van dit rijk nodigt onvoorwaardelijk: ,,Wendtunaar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde!" Ooit las ik ergens: Het zachtmoedigste Woord van het Evangelie is: Kom! 1

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 februari 1990

Terdege | 62 Pagina's

Als een arme niet bedelt, sterft hij

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 februari 1990

Terdege | 62 Pagina's