Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vader en zoon Boom, klompenmakers die niet zijn''afgezakt''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vader en zoon Boom, klompenmakers die niet zijn''afgezakt''

"Na drie jaar hebben ze van die deurgezakte voetjes; dan kan Boom ze met z'n klompies weer recht zette"n"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze wonen tegenover elkaar in de Dorpsstraat van Scherpenzeel. Jan-Adam Boom van 84 en zoon JakobDirk ofwel Job van 54. Beiden klompenmaker van beroep. Ondanks hun grote bekendheid in de streek zijn ze gewoon gebleven. Trouw aan het schoeisel dat ze vervaardigen. In de werkplaats achter het huis van Job produceren ze hun kwaliteitsprodukten. Boom senior schudt droevig het hoofd als hij de teloorgang van het klompenmakersgilde schildert. ,,D'r zijn nog een stuk of vier klompenmakerijen in Nederland die nog aardig goed werken. Maar de rest is allemaal afgezakt."<br />

De klompenmakerij van Job Boom is herkenbaar aan een geel bord op de gevel van zijn eenvoudige woning aan de Dorpsstraat in Scherpenzeel. Behalve een witte klomp bevat het bord de vermelding: J. D. Boom Schoenen-laarzenhndl Tel 1623, Hij behoort tot een geslacht van klompenmakers. Zijn vader oefent het ambacht al sinds 1915 uit. Opz'n elfde jaar werd vader door grootvader Boom van school gehaald.,, De bovenmeester die zee: maar dat kan zomaar nie Boom. Niks mee te maken, zegt vader, want die was niet zo verlegen. Die jongen is hendig, ik ken 'm goed gebruiken. Want 't was vroeger zo arm als wat. Nou, dat weet je zelf ook wel." Als ik opper dat het werk waarschijnlijk niet meeviel, blaast de bejaarde klompenmaker uit het diepst vanz'n hart: ,,Poeperdepoe. 'k Was elf jaar en'k sting achter het hakblok. Een hakblok zonder poten dat zo in de grond gegraven was. Werken doen ze tegenwoordig niet veel meer jong. Ben je gek. Praten wel, maar werken nie veelmeer."

Hele Pieter
In die tijd werd een klomp nog volledig met de hand vervaardigd. Werkdagen duurden van 's morgens zeven tot 's avonds half acht. Boom senior maakte de ontwikkeling mee van de 70-urige naar de 40urige werkweek. „Toen ik begon ging je zaterdags door tot zes uur. Later werd dat twaalf uur. De vrije zaterdagmiddag. Dat was wat.' 's Avonds werden de wilgeen populierestammen met een handzaag in stukken gezaagd. De volgende morgen werden de moten gekloofd, ontdaan van de bast en naar de werkplaats gekruid. Daar begon het hakken, snijden en boren om de vormloze blokken hout om te vormen tot welgevormde klompen. ,, As-ie een paar of vijf mansklompen op een dag wou klaar maken, dan mos-ie aardig goed werken. En dan voelde je 's avonds je spieren goed, want 't was zwaar werk hoor. Je was nat van 't zweet. En 't wier heel nie betaald. Toen ik ging trouwen verdiende je een gulden of elf, twaalf, dertien. Met vijftien was je al een hele Pieter hoor. In de wéék, meneer. Ik zeg niet per üür, in de wéék."

Samenwerking
Tot z' n zesentwintigste jaar assisteerde Boom zijn vader in diens klompenmakerij. ,,Toen ben 'k getrouwen en met gemak voor m'n eigen begonnen. Vanaf '34 zit ik hier en heb ik hier ook gewoond. Tot een jaar of wat terug. Toen is Job getrouwd en hier ingegaan. Ik heb toen dat ouwe kleine huissie hiertegenover gekocht. Daar zit ik nou met m'n vrouw." Hoewel hij officieel het bedrijf heeft overgedaan aan Job, is de ouwe Boom nog geregeld in de werkplaats te vinden. Job kan zijn hulp goed gebruiken. En vader en zoon passen bij elkaar als een linker- bij een rechterklomp. Boom senior zet het kloofijzer in een stuk boomstam, Boom junior zwaait de kloofhamer en klieft de houtmoot.

Kopieermachine
Met zijn vijftig jaar oude klompenbijl verwijdert vader Boom de bast van de stam. Met behulp van de kapmachine brengt hij de grove contouren van de klompaan. ,,Daarmotjeje vingers niet voor houden, want dan ben je ze allemaal kwiet", waarschuwt hij. ,, Daar heb j e een rechtse." Tevreden legt de gepensioneerde ambachtsman het blok hout voor me. Ik kan er zelfs met veel fantasie nog geen klomp van maken. Maar daar zal snel verandering in komen, belooft Job, en zet het blok vast in de kopieermachine, een draaibank voor klompen. Voor het draaien van een paar nieuwe klompen wordt gebruik gemaakt van een mal, die eveneens wordt vastgezet in de draaibank. Op een schap ligt de complete voorraad mallen vooralle maten klompen. Per uur kan de machine een twintig paar maken.

Boormachine
Een boormachine, met daaraan de mal voor de binnenkant van de klomp, heeft het uithollen van het houten schoeisel sterk vereenvoudigd. Al is het nog steeds geen licht werk. Aan het apparaat zitten drie poten, een met een bolle kop en twee met een guts. De poot met de bolle kop laat Boom junior door manipulatie van de machine in de mal verdwijnen. De poten met de gutsen maken dezelfde bewegingen in de toekomstige klompen en hollen die in hoog tempo uit. Het resultaat is een paar ruwhouten exemplaren. Met een reusachtig kapmes verwijdert Boom senior de punten ervan. Dan verdwijnen ze in de klompenoven om te drogen. Het ouderwetse geval wordt gestookt met de houtkrullen die bij de produktie van klompen vrijkomen. Na droging worden ze geschuurd en geverfd, waarna ze klaar zijn voor de verkoop. Voor een paar volwassen exemplaren moet pakweg twintig gulden worden neergeteld. ,,Toen ik begon drie kwartjes tot een gulden'', zegt vader Boom triomfantelijk.

Brievenbus
Job draait maar zo nu en dan een paar dagen. Dan heeft hij weer maanden nodig om de klompen af te werken. In het algemeen maakt hij recht-toe-rechtaan klompen, zonder veel soesa. Maar als een klant dat wenst kan hij ook een kunstzinnige klomp leveren, versierd met geschilderde of gebrande motieven. Vooral geboorteklompjes met daarop de naam van de boreling zijn populair. ,, We hebben wel 's een klomp gemaakt, die is naar Afrika gegaan", vertelt hij. ,, Daar mos een brievenbus van gemaakt worden. Met boven de hak een spantje voor kleine dakpannetjes.'' ,, Die was zo groot", dweept ouwe Boom, ,,als ik sting te snij en dan mos Job 't ding vasthouwen, anders ging het niet. Daar hebben we verschillende dagen op gezeten, 'k Geloof dat-ie tachtig centimeter was. Dat is ongewoon werk, want eigenlijk is 't veels te duur. Daar sta je dagen op jong, om dat goed te doen."

Koningsklompen
De klompenmaker heeft de indruk dat hij tot de oudsten in zijn branche behoort. ,,In september hadden we weer beurs, toen kwamen er ook nog één of twee oudachtigen. Maar die hele oudste benne al gestorven. Die waren er verieden jaar al niet meer. Want ik ben al vierentachentig en dat is een heel end." In zijn glorietijd trok hij het hele land door. ,,Ze kennen me haast overal, want ik heb in heel Nederland het klompenmaken wezen showen. Op al die braderieën. Met de vakantie tien weken, elk jaar. Van Alkmaar tot aan Geleen. In Hoorn sting ik elk jaar tien weken. Dat beeld van Jan Pieterszoon Coen weetje misschien te staan in Hoorn. Dat was m'n plaats. Ik kon' m zo met de hand op de borst slaan. 's Woendagsmorgens ging ik om zes uur hiervandaan met de auto met een vracht klompen en de banken erin en dan ging ik daar werken. Dan had ik succes hoor. Dan had ik het meeste volk van al die kramen. Alles sting om me heen. In Rotterdam kwam ik ook in het Hiltonhotel. Ik heb zelfs de koningin hier een paar klompen aangebooien. Ja, die heb een paar mooie klompies van me gehad. Ik heb' r nog een bandje van. Kun je helemaal horen wat ik sprak. Als je die band hoorde, zou je 's horen hoe mooi dat was. Beatrix heeft me tweemaal over een hand gegeven en me bedankt."

Schoenenrommel
Aan het eind van zijn loopbaan begon Boom aarzelend met de verkoop van werkschoenen en laarzen, vooral op aanraden van Job. ,,Ik wou'r eerst heel niet an, al die schoenenrommel." Maar Job zette door. Die voorzag dat hij met enkel klompen maken net zo arm zou worden als zijn naamgenoot.,, Vader is ouwerwets. Die zag niks in die schoenen. Maar ik nam 'r nog 's wat bij en nog 's wat en ten lange leste was ,, Dat doet niemand. Niemand. Nérgens. Geen een llompenmal

Platvoeten
,, Dat doet niemand'', stelt Boom senior vast op een toon die geen tegenspraak duldt,,,Niemand. Nérgens. Geen een klompenmaker die benen rechtzet." ,,Heb ik een hoop werk aan hoor", herhaalt Job nog eens en stort z' n gal uit over "basketballschoenen en al datsportgedoe", waardoor kostbare voeten worden verknoeid. Zijn vader geeft een gedetailleerde uiteenzetting over de gevaren die aan'' deurgezakte" voeten en platvoeten verbonden zijn. ,,Datis het ergste bij kinderen van een jaar tot drie jaar. D'rmoeder ziet een schattig schoentje en dat kopen ze maar. D'r wordt heel nie gekeken naar binnen, 't Kind is geboren met een goed hol voetje, zoals het hoort, maar nou komt het in dat leuke mooie schoentje en dat is van onderen heel recht. Dat voetje van een jaar zakt erop. Na drie jaar hebben ze allemaal van die deurgezakte voetjes. En dan komen ze naar Boom toe. Die kan ze met z' n klompies weer rechtzetten."

Massawerk
De meeste collega's van vader en zoon Boom zitten in Brabant. Maar vergeleken met vroeger is het aantal klompenmakers miserabel. Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van hun maaksel. Bewogen schildert oude Boom de teloorgang van het ambacht.,,D'r zijn nog een stuk of vier klompenmakerijen in Nederland die nog aardig goed werken. Maar de rest is allemaal afgezakt." ,, Massa werk", constateert Job schamper.,,Dat ziet een gewoon mens niet", houdt zijn vader me voor, ,,maar wij zien dat wel. Alle goeie zijn weg. Vroeger Van der Velden in Best, daar werkte honderd en tien man. Honderd en tien. Met alle machines. Dat ging me daar te keer man. Ooh man, wat een klompen wieren daar gemaakt. Maar alles is weg. In Cuijk en Mill, alles weg. En wat er nog is, is bijna allemaal massawerk. Een paar klaar, weg, volgende paar." ,,Allemaal één model hè", verduidelijkt Job. ,, Wordt de zorg niet meer aan besteed zoals' t hoort'', is het harde oordeel van z'n vader. ,,Gebeurt hier wel. Je wil geen klomp de deur uit laten gaan die niet in orde is. Hij mot zó wezen. Daarom is de naam van Boom hier overal zo bekend. De beste klompen halen ze bij Boom.''

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 januari 1989

Terdege | 64 Pagina's

Vader en zoon Boom, klompenmakers die niet zijn''afgezakt''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 januari 1989

Terdege | 64 Pagina's