Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Macht op het hoofd om der engelen wil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Macht op het hoofd om der engelen wil

`Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.´ 1 Korinthe 11:10

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Laten wij mediteren over dit zo veel besproken onderwerp: het hoedje in de eredienst. Wij doen dat niet op een wettische manier, maar vanuit de bewogenheid die ons zo treft in het schrijven van Paulus. De Korinthiërs hebben Paulus een aantal vragen voorgelegd over o. a. de christelijke vrijheid. Er zijn nog zoveel zaken waar de jonge gemeente in deze heidense stad niet van weet. Maar daarom vraagt men Paulus om raad. Daarin prijst de apostel de gemeente (vs. 2). Het zal ons opvallen in 1 Korinthe 11, dat Paulus heel veel woorden en zinnen wijdt aan de plaats van de vrouw in de gemeente. Voor hem is o.a. het hoofddeksel van even veel belang als de juiste viering van het Heilig Avondmaal. Waarom? Niet omdat Paulus aandelen heeft bij een hoedenfabrikant, maar omdat hij, gedreven door de liefde Gods, opkomt voor de eerbaarheid van de vrouw. Onder het heidendom was en is de vrouw een tweederangs burger. Tegelijkertijd waaide de geestvan de emancipatie volop. En hoe zal daar het onderscheid tussen man en vrouw gehandhaafd blijven, ja het onderscheid tussen wat des Heeren is en wat van de wereld is zichtbaar worden? Is dit niet het klimaat van onze tijd? De grenzen vervagen, het onderscheid valt weg tussen kerk en wereld. Staat de christelijke levensstijl niet geweldig op de tocht, ook in onze kringen? Komt dat niet allerwegen openbaar in ons gedrag, in onze kleding, in het hoedje, waar het speciaal over gaat in deze meditatie? Het hoedje wordt afgezet, of met veel tegenzin opgezet. En wie het hoedje nog in ere houdt, wordt vaak door eigen gemeenteleden, of zelfs door ambtsdragers, als achterlijk beschouwd!

Wat zegt Paulus? En let u erop, het is niet zijn eigen mening, maar het Woord Gods dat wij beluisteren in 1 Korinthe 11: ,,Daarommoetde vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil." Inde vorige verzen gaat Paulus terug naar de scheppingsordinantie. Man en vrouw schiep God. Beiden zijn gelijk, maar niet gelijksoortig. De man is het beeld en de heerlijkheid Gods (vs. 7). En de vrouw is uit de man geschapen. De vrouw staat krachtens de schepping onder de man, niet als een slaaf, maar op de schone plaats die de Heere haar heeft gegeven. Juist in het herscheppend werk van de Heere wordt deze door de zonde verstoorde orde hersteld. Vandaar dat Paulus het zo schrijft in vs. 3:,, Doch ik wil dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw en God het Hoofd van Christus." En deze ordinantie zal onder andere tot uiting komen in het hoofddeksel. Voor een man is het tot oneer als hij met een gedekt hoofd bidt of profeteert. Maar voor een vrouw is het tot eer als ze met gedekt hoofd bidt of profeteert. Bedoeld wordt het bidden en profeteren in het openbaar, in de samenkomsten van de gemeente. Daarom een macht. In het Grieks staat er: exousia. Dat betekent: bevoegdheid. De vrouw heeft een bevoegdheid op haar hoofd, zij mag met gedekt hoofd in het openbaar verschijnen voor de Heere.

En laten wij dit onderwerp toch vooral zo zien: niet slaafs wordt dit de vrouw opgelegd als teken van slavernij, integendeel, het is haar goed recht om zo voor de dag te komen in de gemeente voor Gods aangezicht. Haar hoofddeksel is een ereteken, zoals een kroon dat is voor een koning. Het is dus geen schande, maar een eer voor de vrouw met gedekt hoofd in Gods huis te komen. Ervaren we dat ook zo? Laten onze vrouwen en meisjes in deze tijd van vervlakking, gebruik maken van hun bevoegdheid. Het tegenovergestelde is toch ontzettend. Een vrouw die met ongedekt hoofd voor de Heere verschijnt, onteert haar hoofd. Die kan net zo goed haar hoofd kaal laten scheren, zoals de publieke vrouwen dat deden in Korinthe. Paulus doet zelfs een beroep op het natuurlijk gevoel van een fatsoenlijk mens: een man met lang haar is onuitstaanbaar, een vrouw met lang haar is het haar tot eer. Overigens bedoelt Paulus niet dat het lange haar op zich een deksel is. Paulus zegt: neen, want het is zulk een deksel, dat het een ander deksel eistom gedekt te worden (Calvijn). Een macht op het hoofd als teken van onderwerping aan de Heere. Het mag geen teken zijn van pronkzucht, maar een openbare belijdenis dat we begeren te wandelen in de wegen van de Heere. De belijdenis dat u echt vrouw wilt zijn, niet zoals de Emancipatieraad u dat voorschrijft, maar zoals de raad des Heeren ons dat voorschrijft. Een macht op het hoofd.

Paulus noemt de scheppingsordinantie als motief en ook: om der engelen wil. Misschien wist u het niet, maar de engelen zijn aanwezig in de erediensten. Gedienstige geesten Gods. Zongen ze niet in de morgenstond van de schepping? Waren ze er niet getuigen van hoe de vrouw zo wonderlijk geschapen werd? Ze zijn als wachters gesteld in Gods huis over de eerbaarheid en het zedelijk gedrag van de gemeente. Een vrouw die of meisje dat blootshoofds in Gods huis komt, bedroeft de engelen. Nooit geweten dat het zo toegaat in Gods huis? Dan weet u het nu en kunt u nog aanvullen wat ontbreekt. Maar vooral gaat het om de verandering van ons hart. Want al is de buitenkant in orde en van binnen niet, dan zullen wij toch voor eeuwig omkomen. Als de liefde Gods in onze harten verheeriijkt is, dan zal dit liefdesgebod u niet moeilijk vallen. Het mag een zichtbare belijdenis zijn van het feit dat de Heere door Zijn genade u die ereplaats heeft gegeven die bedoeld is voor de vrouw. Zo zal openbaar komen wat er in uw hart leeft. Hij slaat toch —schoon oneindig hoog- op hen het oog die nederig knielen, maar ziet van ver met gramschap aan de ijdele waan der trotse zielen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 oktober 1990

Terdege | 104 Pagina's

Macht op het hoofd om der engelen wil

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 oktober 1990

Terdege | 104 Pagina's