Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZONDAG 10.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZONDAG 10.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo belijden wij, dat God in alle schepselen is, en inzonderheid in Zijn volk woont, maar dat Hij ook buiten de schepping is. Ja, dat Hij God is bovenal te prijzen tot in eeuwigheid. Zoals het nu bij de schepping is, zo is het ook bij de voorzienigheid, dat de drie Goddelijke personen optreden, maar de Vader op de voorgrond staat, zoals de Heere Jezus zegt in Joh. 5, 17: Mijn Vader werkt tot nu toe, en ik werk ook. Bij de voorzienigheid wordt verder onderscheiden tussen een algemene en een bijzondere, waarvan de eerste gaat over al het geschapene, en de laatste over Gods volk. Volgens anderen is er sprake van een algemene voorzienigheid over al het geschapene, een bijzondere over de redeüjke schepselen, en een allerbijzonderste over de uitverkorenen.

De algemene voorzienigheid wordt ook genoemd het koninkrijk van Gods macht, dat der natuur en dat der algemene voorzienigheid.

Koninkrijk van Gods macht wordt de algemene voorzienigheid Gods geheten, omdat Hij alles door Zijn almachtige hand en kracht in stand houdt. Koninkrijk der natuur wordt ze genoemd omdat Hij aHes door natuurlijke middelen onderhoudt. Koninkrijk der algemene voorzienigheid heet ze aUe schepselen, zo de grootste als de kleinste daar onder vallen. De bijzondere voorzienigheid over Gods volk, betrekt zich als het koninkrijk der genade, op het geestelijke leven der Zijnen, dat aanvangt met de levendmakiag in de wedergeboorte.

In de algemene voorzienigheid Gods treedt de Vader wel op de voorgrond, maar treden ook de Zoon, als het Woord van Gods kracht, en de Heilige Geest, als de grote Werkmeester van alle leven op.

Daar wisselen de jaargetijden elkander af, en de regen komt op zijn tijd, evenals ook de zon. Het is alles het werk van de Drieënige God in het rijk der natuur. En ook in de mensen wereld schikt en richt God alles naar Zijn heilige wU. En zo is er sprake in het antwoord van de Zondag van de almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods. De voorzienigheid Gods wordt hier omschreven als een kracht.

Het woord voorzienigheid komt in de Heiüge Schrift niet voor. Maar in de Catechismus en in de geloofsbeUjdenis wel. De zaak, die er onder verstaan wordt, komt wel in Gods Woord voor. Zo zegt Abraham tegen Izak zijn zoon op de gang naar Moria's gebergte: God zal Zichzelf een lam voorzien, mijn zoon! Ook zegt Petrus in de Pinksterrede, dat God door David de profeet al voorzien heeft de opstanding van Christus, evenals ook Hebr. 11, 40, daar van gewaagt. Dat woord voorzien, wil allereerst zeggen, dat God te voren alles weet, want alles geschiedt naar Gods raad. Het wijst dus op Gods alwetendheid. Het zegt verder ook, dat God van tevoren alles geregeld heeft in die raad, wat ziet op het eeuwig besluit Gods, waarin alles, wat geschieden zou in de tijd, bepaald is. En tenslotte gewaagt het ook van de dadelijke uitvoering er van in de tijd naar die eeuwige raad, zoals de Apostel zegt in Ef. 1, 11, dat God alles werkt naar de raad van Zijn wU.

Zo wordt hier dan in de uitvoering van de Raad Gods in de tijd, de voorzienigheid genoemd een kracht Gods. En wel een werkende kracht, die het voornemen Gods uitwerkt. God werkt daardoor en houdt er alles door in zijn stand en wezen. Ze is hier een almachtige en alomtegenwoordige kracht. Het is vanzelf ook een alwetende, en zo ook een rechtvaardig werkende en een liefdevolle kracht. Ja alle deugden Gods zijn er bij betrokken. Maar hier is het inzonderheid een almachtige kracht.

Want, immers, om al de geschapen krachten in het rechte spoor te houden, is een ongeschapen, een Goddelijk alvermogende, volmaakte, alle schepselen-kracht oneindig ver te boven gaande kracht, nodig. Ja, als de mens maar even zijn eigen lichaam beschouwt, dan kan hij al merken, dat de dood midden in het leven staat. Ja, ook aan wat gevaren staat hij dagelijks al niet bloot, en wat kan er al niet op de mens aankomen. Kwaden tot zonder getal toe, zegt de dichter van Psalm 40, hebben mij omgeven, ze zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofd, en mijn hart heeft mij verlaten.

De voorzienigheid Gods is nu tegen dat alles een tegenweer, die alles naar Gods wü richt. En zo doet God met al die krachten. Hij werkt zowel de schadelijk-werkende als de tegenschadelijke krachten, de nuttige en voordeel aanbrengende. Net zo lang ook, als het de Heere belieft, houdt Hij de mens op de aarde. En laat Hij, tenslotte de stonde aanbreken, dat het tijdeüjke met het eeuwige verwisseld moet worden, dan kan de mens daar niets tegen doen, maar gebeurt het op Gods bevel. Al is de mens nog zo gezond en sterk, het kan zeer plotseUng gaan, en moeten we verschijnen voor de geduchte Rechter van levenden en doden. Dan wordt de mens zijn eigen kracht ontnomen, die ook maar weer geleende kracht is. De kracht des Heeren is dus, kort gezegd, een almachtige kracht. Maar het is ook een alomtegenwoordige kracht. Er is geen hoekje in de wereld óf God is er met Zijn Wezen in, en alzo ook met Zijn kracht. Hij onderhoudt letterlijk alles door het Woord Zijner kracht. Ja, hoe oneindig groot en alomtegenwoordig is toch God.

De dichter mocht het gewaar worden en betuigen in Ps. 139: Waar zou ik heen gaan voor Uwen Geest? En waar zou ik heen vüeden voor Uw aangezicht? Zo ik opvoer ten hemel. Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie Gij zijt daar.

Daarom wordt hier dan gesproken van een almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door Welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen als met Zijn hand onderhoudt en regeert.

Dat brengt ons bij: De uitgestrektheid van de voorzienigheid.

Hemel en aarde en alle schepselen liggen onder Gods alvoorzienend bestel in de algemene voorzienigheid, terwijl de bijzondere gaat over de geestelijke staat van Gods volk. Drie daden Gods worden zo in de algemene als de bijzondere voorzienigheid Gods gevonden. Zien we nu naar de drie daden in de algemene voorzienigheid, die gaat over het rijk der natuur en het menselijk leven vóór de wedergeboorte.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ZONDAG 10.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's