Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij uitgeverij Van der Stouw in Rijssen verscheen een boek onder de titel: „Geen aardse macht". Het bevat 7 opstellen bij de herdenking van 450 jaar reformatie.

De medewerkers komen uit verschillende kerkgenootschappen. Het boek vormt dan ook geen eenheid, wat uit de inhoud der opstellen duidelijk blijkt. Misschien is het echter bedoeld als een uiting vaneen soort oecumenisch streven binnen de zgn. „Gereformeerde Gezindte”.

Het verkwikkendste artikel is m.i. dat van ds. M. Baan, die de Reformatie verklaart uit haar oorsprong, namelijk het souverein Welbehagen Gods. Ds. Hegger geeft een korte beschrijving over het Rome van thans. Een lezenswaardig stuk, evenals het daarop volgende van dhr. Kranenburg.

Minder geslaagd vonden we de artikelen van ds. Keuiüng, die op blz. 145 het drieverbondenstelsel even om de hoek laat kijken en dat van ds. Tukker, die op blz. 44 stelt, dat „Christus' priesterdienst gaat over Kerk en Staat". Hoe moeten we dat opvatten? Heeft Chrisus als Hogeprieser Zich ook voor de Staat opgeofferd en treedt Hij voor haar tussen bij de Vader? De strekking van het opstel van drs. J. J. Bos, een socioloog, over „Reformatie als maatschappelijke kracht", achten we zacht gesproken bedenkelijk. Het heeft me alleen versterkt in de mening, dat het eerder genoemde oecumenisch streven binnen de zgn. „Gereformeerde Gezindte" ook als een tijdbom ligt onder de S.G. P; Men zij toch op zijn hoede en wapene zich bijtijds.

Iets meer aandacht vraagt het opstel van ds. L-Huisman over „Nadere Reformatie". Hierin doet hij maar enkele grepen uit hun vele werken, maar m.i. minder geslaagd. Hij wekt sterk de indruk, dat liij diverse stukken van oudvaders aanhaalt om eigen opvattingen te propageren; opvattingen, die ook binnen synodale kring verzet ontmoeten.

Zo zegt hij o.a. op blz. 35: „Men kan de nadere reformatoren niet verwijten de grondleg­ gers te zijn van de wanbegrippen, die er heden zijn over de funktie van wet en evangelie..." Waarin dit wanbegrip bestaat, noemt hij helaas niet uitdrukkelijk. Doelt hij soms op de orde van wet en evangehe? Staat hij aan de kant van prof. Schippers, die in zijn boek „De Gereformeerde Zede" zo lang redeneert, tot toch eigenlijk het Evangelie vooraf gaat? Het is wel te vrezen, dat hij een lang citaat van Comrie over de eenzijdige Wetsprediking laat volgen en tevoren over de oude schrijvers heeft opgemerkt: „Ook de predikhig was ten volle van het Evangehe”.

Nu, het zal de lezers duideUjk zijn, dat onze vaderen de leer def zahgheid verkondigd hebben, omvattende wet en evangelie.

Hoe de orde is, daarover heten zij geen zweem van twijfel bestaan:

Comrie schrift in zijn 7e Zondag (uitg. Groen) blz. 52: „Ten zevende. Schoon zij in en uit hun eigen natuur niet zaligmakende zijn, nochtans is het Gods gemene weg, om ahoos de wet op de consciëntie van bejaarden (hier in de zin van: tot hun jaren gekomen) eerst te gebruiken, om hen daardoor bij zichzelven rampzalig te maken, en zo men dit niet wil toestaan, dan spreekt men het Woord Gods en de bevinding van alle eeuwen tegen, en maakt men zich ten eneiunale bespottehjk en verachtelijk en geeft men een duidelijk bewijs, dat men nooit zijn ellende door de wet heeft leren kennen.”

En Sheppard in De Gezonde Gelovige, uitg. Hertog, blz. 64 enz.; „Ik antwoord, dat wat mij aangaat, deze leer, van onze ellende te zien en te gevoelen vóór het geneesmiddel, zó algemeen omhelsd is door alle rechtzinnige Godgeleerden, die mij zowel hier als elders zijn voorgekomen, en dat het tegenstrijdig gevoelen zozeer aanloopt tegen de heüige Schriftuur en de gewone ondervinding der heihgen, daar het prediken van het ander zo overvloedig verzegeld is door Gods eigen weg en rijken zegen over de arbeid Zijner dienstknechten, die Hem hierin getrouw zijn geweest; dat, ware het niet met het oog op enige zwakken en misleiden, ik het niet in twijfel zou durven trekken, naardien de Heere Zelf zo nadrukkelijk zegt, dat Hij niet gekomen is, om te roepen rechtvaardigen, maar integendeel alleen om te genezen de zieken, die hxm ziekte kennen en gevoelen, bijzonder door de Wet, Rom. 3 : 20.”

Maar genoeg. Het boek als geheel kunnen we niet aanbevelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967

De Wachter Sions | 4 Pagina's