Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De waarde van het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De waarde van het Woord

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Bij een sterfbed zat een predikant. Hij moest van de stervende nog een stuk uit Gods Woord lezen. De predikant bladerde. Genesis 1. Veel doorhalingen! Want de schepping in zes dagen, nee dat kon niet. Genesis 3, weer doorhalingen. Een sprekende slang" Nee, niet mogelijk. De predikant bladerde verder. Op zoek naar een bladzijde zonder strepen. Na enige tijd sloot hij de Bijbel: 'Het Woord is geen lamp voor uw voet geweest. Straks reist u af naar de duisternis.'

Onderwaardering

Schrappen wat we niet snappen. Dat gebeurde al eeuwen lang, zeker door kritische geesten. In de tijd van de Verlichting ging men op zoek naar het Woord van God in de Bijbel. Volgens de historisch kritische methode ging men bijbelboeken opdelen in verschillende bronnen. In 1926 boog de synode van de Gereformeerde Kerken zich in Assen over de vraag of de slang in het paradijs echt gesproken heeft. En nu wij. Ook in de gereformeerde gezindte worden in toenemende mate vragen gesteld aan het aard van het Schriftgezag. Niet zonder reden heeft het Reformatorisch Dagblad een artikelenserie over de aard van het Schriftgezag opgestart eind 2000. Bij de ontwikkeling in de reformatorische gezindte is nog een illustratie van recenter datum. Een citaat uit het werk van prof. dr. C. Graafland: 'Is de zondeval historisch gebeurd? Ik zeg niet; dat is waar of niet waar. Want dat kan niemand historisch vaststellen. Ik weet wel dat de zonde in een goede schepping is gekomen. Maar ik maak er geen 1926 van, om te bewijzen of de slang wel of niet in het paradijs gesproken heeft.' {Bijbels en daarom gereformeerd). Het citaat spreekt vanzelf. De gedachte komen we vaker tegen. In de Christelijke Gereformeerde Kerken bij monde van dr. B. Loonstra. Of in de evangelische kringen bij monde van prof.dr. W.J. Ouweneel. Ze laten zien dat er lang­

zaam maar zeker een herbezinning rondom de aard van het Schriftgezag op gang komt.

Herwaardering

Het is een bijzonder belangrijke discussie. De leer van de Heilige Schrift is geen opinie van deze of gene, maar ze is een 'articulus fundamentalis', een geloofsartikel van de heilige, algemene christelijke Kerk. Een ankerpunt van de gereformeerde theologie. De manier waarop we met de Schrift omgaan, bepaalt de visie op mens, op God, ja op het totale leven. Daarom is het een uitermate belangrijke zaak om te overdenken wat wij belijden ten aanzien van het Woord van God. Heel de discussie kunnen we niet los zien van de tijd waarin we leven. We leven in een tijd die mijlen ver af staat van de bijbelse cultuur. Een paar contouren. We hebben de mensenrechten 'gecodificeerd'. De vrouw heeft een gelijkwaardige plaats naast de man gekregen. De secularisatie heeft toegeslagen. Velen hebben afscheid genomen van mythen en godenverhalen. Het wereldbeeld is van mythen ontdaan. Wodan en Zeus hebben afgedaan. De Islam loopt achter. En ja, bijbelgetrouwe christenen lopen ook achter. Je laten knechten door een heilig Boek? Kom nu, ik ben mans genoeg om zelf te bepalen wat ik wil. Afhankelijk van Gods zegen? Nou nee, we zijn afhankelijk van 220 Volt en technici. Die regelen de groei van gewassen in de kassen. De regelen op de IC onze gezondheid. Dan rijst de vraag: hoe leggen we een brug tussen onze tijd en de Bijbel? En hoe hebben we teksten op te vatten die van een heel ander wereldbeeld getuigen? Een voorbeeld: wij weten dat de aarde om de zon heen draait. Bijbelschrijvers schijnen er gewoonweg vanuit te gaan dat de zon om de aarde heendraait. Welke waarde heeft dat bijbelwoord? Hoe kan je voor een dergelijke gedachte in onze tijd een serieus luisterend oor vinden? Velen gaan op zoek naar goede 'vertaaiinstrumenten'. De taalfilosofie reikt een hoeveelheid van dergelijke instrumenten aan. Gadamer zegt dat de lezer een dialoog met de tekst aangaat. De belevingswereld van de schrijver en de belevingswereld van de lezer moeten met elkaar in contact komen. Er moet een dialoog tot stand komen. In dat proces komen gaan we de bedoeling van een tekst verstaan. Waarheid is een relationeel begrip...

Je kunt ook een heel andere route kiezen. Iemand als Bultmann zocht het meer in het uitpeilen van allerlei 'mythologische elementen'. Wanneer je die weghaalt, komt je achter de kale zeggingskracht in het heden, voor mij.

Het zijn zomaar een paar voorbeelden. U zult denken: moeilijk en ver van mijn bed. Maar ook wij staan toch voor de vraag: 'Hoe hebben we de Schrift te brengen aan onze medemens? ' Dat er een kloof gaapt tussen Schrift en wereld moge duidelijk zijn. Hoe overbruggen we die kloof? Staat die brug op pijlers met verstandelijke overwegingen? Of is het Sola Scriptura voldoende? Of vormen deze twee vragen geen tweesprong, maar vormen ze de twee bermen van de ene weg? Nu hebben we genoeg voorwerk verricht om onze aandacht te richten op dr.B.Loonstra en prof.dr.WJ.Ouweneel. We beginnen bij Ouweneel.

De gedachten van Ouweneel

Wat zegt hij? Hij stelt vragen bij het letterlijke lezen van de Schrift. Zes scheppingsdagen? Weet hij niet. Een slang die stof eet? Het is de vraag hoe letterlijk we dat hebben te lezen. De Bijbel onfeilbaar? 'Elke leer van de onfeilbaarheid van de Bijbel is feilbaar mensenlijk menswerk.' Creationisme, fundamentalisme (om maar wat kreten te noemen) vallen alle in het zwaard van wat Ouweneel noemt het scietisme. Daarmee bedoelt hij dat het wel erg wetenschappelijk beredeneerd wordt. De inspiratieleer ook. Ouweneel kent wel acht varianten. Dus... kennelijk weten we het niet zo goed. Ons verstand schiet tekort, we weten niets exact. Het is allemaal menselijk denkwerk.

Vanuit die relativering voelen velen zich niet meer thuis bij de gedachte dat de Bijbel letterlijk waar is. Ouweneel begrijpt dat. Hij plaatst zich op het postmoderne standpunt dat de waarheid door het menselijk denken eigenlijk niet scherp in beeld te krijgen is. Objectiviteit bestaat niet. Waarheid is 'contekstueel bepaald'. Bijbelgetrouwheid ook. Alles is contekstueel. Dat is een wending in het kamp van de evangelicalen. Men spreekt van een neo-evangelicale stroming. Wat is het verschil tussen die beide? Dan is het nodig om eerst af te bakenen wat we onder de evangelische stroming verstaan. Deze heeft drie pijlers: een persoonlijk aannemen van Jezus, levensheiliging en de Bijbel is waar van kaft tot kaft. Nu de neoevangelicalen. Die zijn in discussie over de derde pijler. De Bijbel waar van kaft tot kaft? Nee, ze durven niet voor alle historische uitspraken in de Bijbel hun handen in het vuur te steken. En waarom zou je? Het gaat toch 'om de Heer, meer dan om de leer'?

We geven een voorbeeld ter verduidelijking hoe Ouweneel Genesis 1 wil lezen. De slang, hoe moeten we die bezien? Als een echte slang, zoals die in de dierentuin te zien is? Het zou kunnen, maar hoe zit het dan met de poten en stof eten? Een slang eet geen stof, maar diertjes. Of verscheen de satan in de vorm van een slang? Is mogelijk. Want in Genesis 1 hebben we niet te maken met dieren uit het zoölogisch handboek. 'Grote zeedieren' uit Genesis

1:21 wordt elders gebruikt voor draken, tovenaarsslangen. Dat zijn de demonische machten. Geen echte slang dus. Gevolg is dan wel dat we niet meer van een historisch waarneembare ontmoeting kunnen spreken tussen Eva en de slang bij een boom. Ouweneel weet niet precies wat er gebeurd is. 'De schrijver van Genesis 3 geeft ons een interpretatie. Opent de dialoog zodat wij er iets van kunnen verstaan', zo meent hij. Is het letterlijke dan niet belangrijk? Nee, het letterlijke hoeven we niet altijd letterlijk op te vatten. 'Is de aanname van een letterlijke, historische Adam net zo belangrijk als het geloof in de letterlijke, historische Jezus? ' Dit zijn fundamentele, maar ook gevaarlijke vragen, waar we kort op in willen gaan. Doch voor we dat doen, proberen we de gedachten van B. Loonstra op een rij te zetten. Die zijn naar mijn idee doordachter dan Ouweneel. Ouweneel relativeert doordat hij filosofeert. Loonstra redeneert doordat hij theologiseert. Dat laatste is voor ons wat lastiger om goed grip op te krijgen. Daarom zal ik hem in een volgend artikel wat meer voor het voetlicht halen.

(wordt vervolgd) Gouda,

J.J. Grandia.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

De Saambinder | 12 Pagina's

De waarde van het Woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

De Saambinder | 12 Pagina's