VERENIGINGSNIEUWS

DORDRECHT

Verslag van de jaarvergadering van J.V. Nehemia te Dordrecht, gehouden op woensdag 1 februari.

Deze vergadering, die onder leiding stond van de praeses van de kerkeraad ouderling G. Sterk, werd door deze geopend met het doen zingen van ps. 105 : 3, waarna hij 1 Cor. 10 : 1—14 voorlas en vervolgens voorging in gebed.

Hierna richtte hij naar aanleiding van het voorgelezene een kort openingswoord tot de aanwezigen. De secr. las daarna het jaarverslag.

T. Spek hield een onderwerp over het leven van „ds. Bernardus Smijtegelt", waarna even gepauzeerd werd.

Na de pauze kregen de afgevaardigden gelegenheid om felicitaties over te brengen. hun

Namens de kerkeraad sprak ouderling Scheepmaker enkele hartelijke woorden en namens de M.V. mevr. A. Spek-v. Arnhem. Ook waren er nog enkele schriftelijke felicitaties en wel van het Landelijk Verband en van de J.V.'s te Vlaardingen en Ridderkerk.

Hierna las de voorz. van de vereniging dhr. N. de Deugd een onderwerp voor, getiteld: „Bileam", P. v. 't Hof las het gedicht voor: „Nu niet.... later".

Na een 2e pauze las I. Riedijk het gedicht voor „Het Kruis", waarna H. Spek in een onderwerp onder de titel „Gelooft ze niet" de dwalingen van de Jehova's Getuigen besprak.

Na dit ondex'werp dankte de voorzitter van de vereniging allen die aan het slagen van deze avond hadden medegewerkt. Ouderling Scheepmaker sloot vervolgens deze jaarvergadering na het zingen van ps. 74 : 2 met dankgebed.

OUDEWATER

Verslag jaarvergadering J.V. Jonathan der Ger. Gem. te Oudewater, gehouden op woensdag 1 maart 1956.

De vergadering die onder leiding stond van de heer T. Molenaar van Rotterdam, werd door hem geopend met het laten zingen van Ps. 85 : 2.

Na het lezen van Jeremia 1 vers 1 tot 10 werd door de heer Molenaar gebeden.

In zijn ernstig openingswoord sprak de heer Molenaar naar aanleiding van het gelezen Schriftgedeelte.

Hierna werden de jaarverslagen door de secretaris voorgelezen. Vriend Th. v. d. Weele las hierna zijn onderwerp voor getiteld Paulu's laatste Pinksterfeest te Jeruzalem.

Paulu's laatste Pinksterfeest te Jeruzalem. Naar dit goed bestudeerde onderwerp werd met aandacht geluisterd. Er werden verschillende vragen gesteld waarover een leerzame gedachtenwisseling werd gehouden.

Na de pauze brachten diverse vrienden van omliggende J.V.'s hun felicitaties over.

Als eerste feliciteerde de kerkeraad de J.V. met hun jaarvergadering, daarna de J.V. uit Gouda, Boskoop en Utrecht en ook nog enkele schriftelijke felicitaties.

Daarna las vr. J. Cromwijk Wz. zijn onderwerp voor over het veelbewogen leven van onze kerkvader Augustinus getiteld: Het leven van Augustinus.

Ook vr. T. v. Dijk kreeg gelegenheid zijn onderwerp voor te lezen, getiteld: „Weer vrijheid en orde", over het leven van Prins Willem III en diverse veldslagen met Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen.

Ook op dit onderwerp werden nog enige vragen gesteld.

Aan het einde gekomen zijnde van deze gezellige, goedbezochte vergadering, bedankte de voorz. der J.V. de heer Molenaar voor de goede en prettige leiding.

Daarna verzocht de heer Molenaar aan ouderling van Harten om te eindigen. Deze liet zingen Ps. 106 : 3 en ging voor in dankgebed.

Aan de uitgang werd een collecte voor de zending in Spanje gehouden, welke opbracht het bedrag van ƒ 16.29.

RING ROTTERDAM VAN JONGEL. VER. DER GEREF. GEM.

Op de gehouden ringvergadering van 24 maart j.1. heeft de weleerw. heer A. J. Kersten van Rotterdam gesproken over dr. Hermann Friedrich Kohlbrügge.

De vergadering, die onder leiding stond van de heer T. Molenaar, werd geopend met het zingen van Ps. 99 vers 5 en 6. het lezen van Hebr. 13 van vrs. 7 t.m. 17 en ging voor in gebed. In het openingswoord merkte de heer Molenaar op dat hij verblijd was dat er enige ambtsdragers waren, doch aan de andere kant was hij bedroefd dat er weinigen gehoor hadden gegeven aan de oproep voor deze belangrijke vergadering.

Hierna kreeg de heer A. J. Kersten het woord. Op boeiende wijze behandelde spreker de levensgeschiedenis van dr. H. Kohlbrügge, een minnenswaardig, zeer geleerd man, die leefde ten tijde van Napoleon (1803—1875). De kerk was toen in diep verval geraakt. In zijn tijd was ook de Afscheiding en het Reveil. Uit Duitsland kwam Kohlbrügge naar Amsterdam. Hij behoorde tot de Herst. Luth. Gem. Zijn lust tot leren werd nog meer aangemoedigd doordat hij in een kerk te Edam een verborgen kamertje ontdekte, dat geheel gevuld was met theologische boeken. Hij bestudeerde in het bijzonder het O. Testament en vreemde talen. Zijn ouders leefden in armoede. Toen hij tijdens een oogziekte twee jaar in een donkere kamer moest verkeren, werden dood en eeuwigheid werkelijkheid voor hem en ontwaakte in hem de begeerte om Gods Woord te prediken. In 1898 ging Kohlbrügge studeren, terwijl hij 's nachts het vuur moest stoken voor het zeepfabriekje van zijn vader. In 1825 stierf zijn vader; doch vooraf had Kohlbrügge zijn vader beloofd de doctorale graad te halen. Hoewel zijn geloofsleven eerst ingezonken was, kwam de Heere hem nu weer opzoeken. Hierna werd hij benoemd tot hulpprediker in de Luth. Kerk. Kohlbrügge was geen hoge Christen. De vreze Gods kwam duidelijk bij hem naar voren. Hij predikte Christus: od alles en de mens niets. Toen in de Luth. Kerk te Amsterdam een predikant het borgwerk van Christus aantastte, ging Kohlbrügge naar de kerkeraad om deze kwestie te bespreken. Omdat Kohlbrügge zijn standpunt bleef handhaven, werd hij geschorst. Op een dissertatie over Psalm 45 is hij hierna gepromoveerd tot doctor in de theologie. Daarna wilde hij naar de Herv. Kerk. Doch daar heeft men een bedriegelijk spel met hem gespeeld. Om gezondheidsredenen vertrok Kohlbrügge naar Duitsland, waar hij tevens een eigen kerkgemeenschap stichtte. Nadat de heer Kersten in het kort het dogmatische standpunt van Kohlbrügge uiteen had gezet, werd gepauzeerd. Nadat dhr. Kersten enkele vragen had beantwoord dankte de voorz. de spreker voor het leerzame en interessante onderwerp. Daarna richtte de voorz. nog enkele woorden tot de heer P. de Korte, die afscheid nam als 2e voorzitter van de Ring en bood hem een boek aan voor de vele jaren trouwe dienst. De heer de Korte sprak nog enkele woorden ten afscheid en dankte voor de prettige samenwerking met het bestuur. Er werd nog gezongen Ps. 136 : 1, waarna de heer Kersten eindigde met dankgebed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen