Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ondernemer Henk Wiltink: "Ik maak vuile handen, maar ik weet niet hoe 't anders moet"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ondernemer Henk Wiltink: "Ik maak vuile handen, maar ik weet niet hoe 't anders moet"

Zondagswerk (2)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet alleen werknemers in de gereformeerde gezindte worden geconfronteerd met zondagsarbeid. Ook reformatorische werkgevers staan in een maatschappij waarin het onderscheid tussen de dagen wordt uitgewist. Voor steeds meer ondernemers die de zondag willen heiligen, zal het principe geld gaan kosten. Er zijn al sectoren waar de keus nog scherper ligt. Doorgaan,inclusief zondagsarbeid, of radicaal stoppen. Het dilemma van Henk Wiltink.

De houtsnede in de ontvangsthal van broodfabriek Bakker Wiltink in Doetinchem spreekt duidelijke taal. Onder een arbeider die koren maait met een sikkel, staan de woorden: "De mensch zal bij brood alleen niet leven". Een opmerkelijke tekst in een bedrijf waar wekelijks duizenden broden worden gebakken. De leidinggevenden van het familiebedrijf schamen zich niet voor hun reformatorische levensovertuiging. De onderneming kwam voort uit de bakkerij die in 1952 werd gestart door de huidige president-commissaris, Willem Wiltink, zoon van wijlen oud-gereformeerd predikant ds. H. Wiltink. Halverwege de jaren zestig ging hij ook aan supermarkten leveren, waardoor het bedrijf snel groeide. Schaduwzijde daarvan was dat sluipend een stuk zondagsarbeid binnen kwam. 's Avonds om elf uur moest Wiltink de voorbereidingen gaan treffen voor het bakken. Een korte periode besteedde hij wat werk uit, om aan de zondagsarbeid te ontkomen. Tot hij ontdekte dat de werknemers van de collega daardoor al om half tien moesten beginnen. „Toen dacht ik: Waar ben ik nou mee bezig? Dan doe ik het nog liever zelf Al heb ik er altijd moeite mee gehad."

Broodfabriek
In '72 werd een broodfabriek op het industrieterrein Keppelseweg in gebruik genomen. De groei zette gestaag door, ook toen in de jaren tachtig de ketenvorming tot stand kwam en grootgrutters als Unigro, Albert Heijn en Super-Unie de dienst gingen uitmaken. In een wijde regio leverde Wiltink aan alle landelijk opererende ketens, met uitzondering van Aldi en Edah. De broodprijzen kwamen in deze jaren steeds meer onder druk te staan en noopten tot schaalvergroting. In 1990 nam Wiltink de omzet van een coöperatieve bakkerij in Arnhem over en werd broodfabriek Vebaco in Bennekom opgekocht, waardoor het aantal werknemers tot honderdvijftig steeg. Doel van de overname was het verbreden van de regio en het terugdringen van de zondagsarbeid door de uitwisseling van produkten. Deze doelstelling werd niet gerealiseerd. Door de overstap van Albert Heijn en een aantal ketens van Super-Unie naar de concurrent ging een kwart van de omzet verloren. De fabriek in Bennekom werd noodgedwongen gesloten. En de prijzen zijn nog steeds slecht. Lager is volgens directeur Henk Wiltink niet mogelijk. Het is knokken voor de Doetinchemse broodfabriek.

Zondagsarbeid
Zeker zo belastend is voor de reformatorische ondernemer de toegenomen zondagsarbeid. Om die tot een minimum te beperken werd bij de bouw van de fabriek een stuk overcapaciteit ingebracht, waardoor op maandagmorgen versneld kon worden geproduceerd. In tegenstelling tot in andere broodfabrieken hoefden de werknemers daardoor 's zondagsavonds pas om half elf te beginnen. Door de verruiming van de Winkelsluitingswet veranderde de situatie. De prognose was dat bedrijven 's avonds langer open zouden blijven. De praktijk wees uit dat het merendeel voor openstelling op maandagmorgen koos. Met gevolg dat ook het brood vier uur eerder moest worden aangeleverd. De sluiting van de fabriek in Bennekom maakte het bovendien noodzakelijk om de produktie in Doetinchem met veertig procent op te voeren. De overcapaciteit was daardoor van de ene dag op de andere verdwenen. De uitkomst van het hele verhaal is dat het bedrijf sinds november '94 zondagsmiddags om vijf uur begint te draaien. Een reactie bleef niet uit. Bij de kerkeraad van de Gereformeerde gemeente in Doetinchem kwamen vragen van gemeenteleden binnen. Er werd een rapport opgesteld, dat uitgangspunt vormde voor verder gesprek. In deze situatie achtte Wiltink senior het verstandig zich terug te trekken uit de kerkeraad.

Geen tussenweg
Een oplossing op korte termijn ziet Henk Wiltink niet. „We doen er alles aan om door bepaalde investeringen de zondagsarbeid terug te dringen. Maar dat kost tijd. En je hebt er het geld voor nodig. Toen vorig jaar die klap kwam, hadden we Bennekom failliet kunnen laten gaan. Dat was voor ons een heel aantrekkelijke optie, maar de werknemers en de leveranciers zouden we daarmee duperen. Dat wilden we niet, omdat we van mening zijn dat je als christen-ondernemer niet een ander tekort mag doen als er nog een alternatief is. We hebben ervoor gekozen om iedereen naar vermogen te betalen wat we schuldig waren en zo veel mogelijk personeel naar Doetinchem mee te nemen. Dat heeft tijdelijk als consequentie dat we nog verder de zondag in geschoten zijn. Ik maak vuile handen, maar ik weet niet hoe het anders moet." Vast staat voor Wiltink dat hij door op zondag te arbeiden zondigt. Daar is hij ook op aanspreekbaar. Wel heeft hij er moeite mee als de problematiek van de zondagsarbeid geïsoleerd en inconsequent wordt benaderd. „Een veeboer die er een stuk melkquotum bij koopt en daardoor ook op zondag meer moet gaan werken is een flinke vent. Een hotelhouder die z'n bedrijf uitbreidt en zich op zondag uit de naad rent, is een goed ondernemer. Dan heb ik het nog niet over de huismoeders die ooit in de verzorgende sector hebben gewerkt en nu drie van de vier zondagen werk van barmhartigheid verrichten tegen het dubbele tarief Dat vind ik krom. Te meer omdat wij niet op zondag werken voor het geld. Of we leveren ook op maandag brood aan de supermarkten, óf we moeten het bedrijf verkopen. Een tussenweg is er niet."

Arbeidstijdenwet
Dat neemt niet weg dat hij nooit zal wennen aan het geluid van de openslaande fabrieksdeuren, zondagsmiddags om vijf uur. „Ik kon ermee leven dat we 's avonds om negen uur begonnen. Daarmee tast je het karakter van de zondag als rustdag niet aan. Je belemmert niemand in de kerkgang en het samenzijn als gezin. Dat ligt nu anders en dat steekt me heel hard. Op grond van m'n maatschappelijke en persoonlijke verantwoordelijkheid vraag ik me heel concreet af of dit tot in lengte van jaren kan doorgaan." De noodzaak van bezinning wordt versterkt door de nieuwe Winkeltijdenwet, die gereed ligt. Gemeenten kunnen daardoor aan winkeliers toestemming geven om op zondag open te zijn. Dat zal directe consequenties hebben voor de toeleverende bedrijven en op termijn ook voor de dienstverlenende sector. Broodfabrieken komen al heel snel in beeld. Als supermarkten op zondag open gaan, willen ze ook brood verkopen. Het feit dat de verantwoordelijkheid bij de gemeenten is neergelegd, maakt het probleem volgens Wiltink nog groter. „We gaan ernaartoe dat we in week één in Zelhem moeten leveren, in week twee in Doetinchem, in week drie in Ede, enzovoort. Op dat moment draai je volledig mee in een 24-uurs economie. Zo ver is het nog niet, maar de dreiging ligt er."

Verantwoordelijk
Eén supermarktketen heeft al geïnformeerd of de Doetinchemse broodbakker zo nodig op zondag kan leveren. Daarop heeft hij een duidelijk "nee" laten horen. „Ik ben bereid, zij het met een bezwaard gemoed, om op zondag te werken voor het produkt van maandag. Op zondag leveren gaat voor mij over een absolute grens. Dan verkoop ik het bedrijf.Als het zo ver komt, zal ik m'n maatschappelijke verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Ik draag zorg voor 110 mensen die van dit bedrijf eten. Zou ik m'n opvolger in moeten werken, en er zou in die periode al op zondag worden geleverd, dan zal ik nog vuilere handen maken, om me daarna volledig terug te trekken uit de bakkenj.
Net als zijn vader voelt Wiltink er niet voor om een collega te zoeken aan wie hij het zondagswerk kan overdoen. „Ik denk niet dat je iemand zo gek krijgt. Los daarvan, ik vind het geen oplossing. Als ik anderen voor me laat werken is dat ook mijn verantwoordelijkheid. Het vierde gebod is duidelijk genoeg. "Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbath van de Heere, uw God. Dan zult gij geen werk doen..." Daar zetten de meesten in onze gezindte een punt. Terwijl ik zeg: En nu verder lezen! "...noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling die in uw poorten is."

Artikel 36
Van bewuste hypocrisie is volgens de reformatorische ondernemer geen sprake. „De kwestie is veel meer dat niet wordt doorgedacht. We profiteren dankbaar van alle geneugten van de moderne maatschappij. 't Orgel moet het doen, de kerktelefoon, het licht, de verwarming ... Maar als ik operator wil worden bij de PGEM, krijg ik van m'n omgeving het advies: Dat zou ik maar niet doen, want de kans is groot dat je dan op zondag moet werken. Ofwel: Laat dat werk maar over aan de vreemdeling in de poort. We vergeten dat de tien geboden niet alleen persoonlijk zijn bedoeld, maar ook consequenties hebben voor het maatschappelijke leven. We zullen er concreet aan moeten werken dat de samenleving zodanig wordt ingericht, dat recht wordt gedaan aan Gods geboden. Dat is de essentie van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Voor mij staat vast dat je er niet bent als je zelf redelijk gerust kunt leven, zonder een naar gevoel in je buik. Waarbij dat wat anderen doen, ook ten gerieve van mij, voor hun verantwoordelijkheid is. Dat is de houding die je veel ziet. We doen of we geen verantwoordelijkheid dragen voor de maatschappelijke ontwikkeling en laten aan de grenzen van onze gezindte het scherm vallen. Zo maak je van artikel 36 een papieren document."

Klagen
Over de toekomst is Wiltink niet optimistisch gestemd. Hij voorziet een situatie die vergelijkbaar is met die waarin de eerste christengemeenten leefden. „Onze samenleving evolueert richting een 24-uurs economie. Zet die ontwikkeling door, dan kan de uitkomst zijn dat we net als de eerste christenen op zondag voor en na het werk bijeenkomen. Dat is geen ontwikkeling waarvan ik zeg: Die moet je nastreven, laat staan stimuleren. Je moet er alles aan doen om het tegen te gaan. Dat staat voorop. Maar je bent er niet door je terug te trekken. En als je je terugtrekt, dan moet je consequent zijn en de Amerikaanse mennonieten navolgen. Die wijzen niet alleen de zondagsarbeid af, maar ook alle luxegoederen van onze welvaartsmaatschappij. Dan ben je eerlijk bezig. Nu klagen we over de ontkerstening van de wereld, maar we steken geen vinger uit om dingen ten goede te keren. In plaats daarvan sluiten we ons af van de boze buitenwereld en stellen Talmoed-achtige regeltjes op, die alleen voor de eigen kring gelden. Ik heb er geen moeite mee als mensen mij op het zondagswerk in ons bedrijf aanspreken. Dat mag. Maar ik heb soms het gevoel dat één zondebok wordt gezocht, om te laten zien dat we het probleem serieus nemen. Waarna de rest z'n handen in onschuld kan wassen."

Belangenbehartiging
Met name voor de SGP en de Reformatorisch Maatschappelijke Unie ziet de Doetinchemse ondernemer een taak liggen. „De WD en de PVDA laten keurig door het CPB uitrekenen hoe hun programma uitwerkt voor werkgelegenheid, welzijn en ga zo maar door. Waarom is vanuit de reformatorische hoek nog nooit onderzocht hoe onze moderne maatschappij er op al die punten uitziet als de samenleving overeenkomstig Gods geboden leeft? Ik weet maar één antwoord: We nemen de Bijbel op maatschappelijk terrein niet werkelijk serieus. Een grondige bezinning daarop is bittere noodzaak. Het enige wat nu gebeurt, is een stuk belangenbehartiging voor de eigen leden. Prima, maar daarmee schuif je het werkelijke probleem voor je uit. Op z'n best bereik je dat in de wet- en regelgeving uitzonderingsclausules worden opgenomen voor bestaande situaties. De generatie die over vijftien jaar de arbeidsmarkt instroomt zadel je met de gevolgen op."

Volgende keer VRO-voorzitter AJ. Kersten: "Als het principe geld gaat kosten, is het vaak snel verdwenen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1995

Terdege | 68 Pagina's

Ondernemer Henk Wiltink:

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1995

Terdege | 68 Pagina's