Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In het huis van Uitlegger [7]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het huis van Uitlegger [7]

De ijzeren kooi

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De twee laatste kamers in het huis van Uitlegger bevaten vooral waarschuwend onderwijs. Christen wordt geroepen een gesprek aan te gaan met de mensen die hem voor ogen worden gesteld.

Christen ziet een aangrijpend tafereel: een man in een ijzeren kooi, die met zijn handen gevouwen naar de grond kijkt en zucht. Als Christen hem vraagt wie hij is, krijgt hij het wonderlijke antwoord: ‘Ik ben wat ik vroeger niet was’.
De man legt vervolgens uit dat hij vroeger dacht een oprechte belijder te zijn en meende in te gaan in de eeuwige heerlijkheid. Maar hij moet belijden dat hij niet waakzaam is gebleven en tegen het licht van Gods Woord in heeft hij gezondigd. Hij heeft de Heilige Geest zodanig bedroefd, dat Hij van hem geweken is en de duivel zodanig uitgelokt, dat deze in zijn hart getrokken is. En nu is hij zo verhard, dat hij zich niet meer bekeren kan.

Christen is ontsteld over alles wat hij hoort en ziet. Hij vraagt aan Uitlegger of er nog hoop voor deze man is. Uitlegger zwijgt daarover en zegt: ‘Vraag hem dat eens’. En als Christen dat doet, krijgt hij het ontstellende antwoord: ‘Nee, voor mij is helemaal geen hoop meer’.
Als Christen dan eens nader ondervraagt, legt de man uit dat hij Christus opnieuw heeft gekruisigd, de Geest der genade smaadheid heeft aangedaan, zichzelf heeft buitengesloten en dat alles alleen vanwege de lusten, pleziertjes en voordelen van de wereld. Hij gevoelt dat God de teugels op zijn rug geworpen heeft en dat hij daarom in deze ijzeren kooi gevangen zit ‘God weigert mij de bekering’, zo meent hij, ‘en Zijn Woord geeft mij geen aanmoediging om te geloven’.

Nabijkomend

Wat heeft Bunyan bedoeld met deze man in de ijzeren kooi? Gaat het hier over iemand die de zonde tegen de Heilige Geest bedreven heeft? Als dat waar zou zijn, dan zouden we deze man niet zozeer in een ijzeren kooi aantreffen. Want iemand die deze vreselijke zonde bedreven heeft, heeft zelfs geen wroeging meer over zijn daden, maar bespot het werk van de Heilige Geest uit pure haat en algehele verharding.
We komen echter wel een man tegen die er stellig van overtuigd is dat hij die zonde heeft begaan. Hij spreekt immers over de smaadheid, die hij de Heilige Geest meent te hebben aangedaan en over de onmogelijkheid van bekering.

Hier vinden wij het beeld van wat we wel noemen ‘het nabijkomend werk’. Zoals Orpa meeging uit Moab en door haar tranen en haar liefde tot Naomi liet blijken dat ze het meende, zo kan ook een zondaar op grond van tranen en uitwendige liefde weleens menen dat hij op reis is naar de hemel. Maar Orpa keerde wenend terug en verkoos toch de lusten van Moab boven de verdrukkingen van de reis naar Bethlehem. Zo kan het nu ook zijn met een mens die aanvankelijk wel meewil op de reis, maar toch na verloop van tijd weer terugkeert, zoals een hond naar zijn uitbraaksel. En als dan later al deze dingen zo aan het geweten kunnen knagen, dan staat de ijzeren kooi als het ware gereed. Daar zal de satan een mens in vastzetten en kwellen zolang als hij maar kan.

Waarschuwend

De vraag wordt nog weleens gesteld of iemand nog uit die ijzeren kooi komen kan. Of dat een oprecht kind van God ook in die ijzeren kooi komen kan. Het is opmerkelijk dat Uitlegger op die vragen juist geen antwoord geeft. En waarom niet? Wel, dan zou de kracht van dit onderwijs verloren gaan!


Wat heef Bunyan bedoeld met deze man in de ijzeren kooi? Gaat het hier over iemand die de zonde tegen de Heilige Geest bedreven heef? Als dat waar zou zijn, dan zouden we deze man niet zozeer in een ijzeren kooi aantrefen.


Hoort u maar wat Uitlegger tot Christen zegt: ‘Houd de ellende van deze man altijd in gedachten; laat het een voortdurende waarschuwing voor u zijn’.
Nooit mogen en kunnen Gods ware kinderen zeggen: Dat zal mij nooit overkomen. Integendeel, zij zullen hun levenlang vrezen voor dit ontzaglijke tafereel. Juist omdat ze door ontdekkende genade leren dat ze er niet te goed voor zijn om in die strikken terecht te komen.

De vrucht van dit waarschuwend onderwijs mag ons wel tot jaloersheid wekken. Hoor maar eens wat Christen getuigt: ‘Wat is dit vreselijk. Ik hoop dat God mij helpt om waakzaam en nuchter te zijn en om te bidden dat die dingen waardoor deze man zo in ellende is gekomen mag ontlopen’. Hoort u het goed? Christen vreest meer voor ‘de dingen waardoor die man in de ellende gekomen is (lusten, pleziertjes en voordelen van de wereld)’, dan voor de ijzeren kooi. En wij?

(wordt vervolgd)

ds. B.J. van Boven, Wekerom

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2017

De Saambinder | 20 Pagina's

In het huis van Uitlegger [7]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2017

De Saambinder | 20 Pagina's