Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ze noemen ons nogal zwaar. ..”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ze noemen ons nogal zwaar. ..”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

e standpunten die SGP'ers uitdragen staan bekend als star, rechtlijnig en onbuigzaam. De buitenwacht leidt daaruit af dat SGP'ers onvriendelijke, strenge mensen zijn, waar eigenlijk niet mee te praten valt. Zedenprekers die alles en iedereen zonder pardon veroordelen. Het opvallende is echter dat dat beeld bijna altijd bijgesteld wordt zodra nader kennis is gemaakt. Wie de artikelen leest die in het verleden zijn geschreven over de SGP-parlementariërs, staat er versteld van dat vrijwel elke journalist tot de slotsom komt dat die SGP'ers in de persoonlijke omgang reuze meevallen. Sterker nog, dat met die SGP'ers goed te praten valt.

Een interview waar dit duidelijk in naar voren komt verscheen in het dagblad Trouw van 25 juli 1968. De vragensteller was Hans Wierenga, de ondervraagde „de oude" heer Van Dis. Het interview had plaats ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van ir. Van Dis op 23 augustus van dat jaar Zou deze SGP-afgevaardigde nog in leven zijn, dan zou hij over precies drie dagen dus 99 jaar oud zijn geworden. Mede om die reden drukken we delen uit dit Trouw-interview in deze Banier af.

Met wie spreek ik?

ij is klein, dun van haar en draagt een donkerblauw kostuum met decoratie. Hij praat met beheerste beweginkjes, is een beetje hardhorend en heeft slimme, schattende oogjes. De telefoon neemt hij op met: „Hallo, met wie spreek ik? " en bezoek ontvangt hij uitsluitend in het Tweede Kamergebouw. Behalve dan op 23 augustus, want dan wordt ir C. N. van Dis vijfenzeventig. Praten wil hij wel, maar eerst het verhaal lezen voordat het in de krant komt. „Ik heb nare ervaringen. Ze leggen je soms woorden in de mond. Ik beantwoord liever schriftelijk vragen. Daar ben ik dan persoonlijk verantwoordelijk voor. 't Is in elk geval mooi weer Als het zo gaat als met het weer, valt het erg mee." Hij is niet de ietwat bizarre, knorrige, zedenprekerige oude heer, die de mensen zich soms voorstellen bij het horen van zijn naam. Hij is erg vriendelijk, praat genoeglijk en houdt koffie en rookgerei zorgvuldig bij.

Eerst maar even zijn prille jeugd. Van Dis werd geboren in Leiden als jongste van vier zusters en één broer Hij ging naar de christelijke lagere school en de gemeentelijke HBS, omdat er nog geen christelijke was. Studeerde in Delft scheikunde en ging in 1918 werken in een chemische fabriek bij Utrecht. Zes jaar later kreeg hij bij een kennis „De Banier" van de SGP in handen. Voor die tijd had hij aan politiek nooit gedaan, interesseerde zich alleen voor zijn vak. Hij was inmiddels ook getrouwd met een vrouw, die hem zeven kinderen schonk. (...) In '48 trouwde ir. Van Dis een Surinaamse. Zij heeft vroeger in Amsterdam gestudeerd, vertelt hij, Frans. En later nog in Parijs, aan de Sorbonne, en in Lausanne. (...)

„Dat krantje”

aar goed, dat krantje van zes jaar later, dat stond hem wel aan, en daar er in 1925 juist Kamerverkiezingen waren, ging Van Dis vergaderingen bezoeken, 't Viel me direkt op, dat daar dingen gezegd werden die niet juist waren, zegt hij. Iemand zei: Ik hoop dat de SGP een vroegtijdige dood zal sterven. Dat is niet uitgekomen, hè! Bij die verkiezingen kregen we twee zetels in plaats van één. Ik was me inmiddels vrij intens gaan interesseren voor de SGP, en na die verkiezingsbijeenkomst, ben ik 's nachts nog een stukje gaan schrijven. Dat kwam zo in De Banier. Dominee Kersten zei: als je nog eens zo'n stukje hebt, stuur het gerust. Zo ben ik medewerker geworden. (...)

In 1929 heb ik de fabriek vaarwel gezegd en ben toen lid van de Tweede Kamer geworden. Ik vond het wel interessant om eens helemaal op de politiek over te stappen. Als dat niet zo was, zou ik het niet hebben gedaan. Ik heb het gedaan omdat juist de beginselen me altijd zo bezig hebben gehouden. Ik werd in 1929 partijsecretaris en in 1931 lid van de gemeenteraad van Rotterdam, kortom, ik zat er ineens helemaal in. (...)

Toen de oorlog voorbij was, kwam er successievelijk nieuw leven in de partij. In de loop der jaren is dat steeds toegenomen. We hebben nu ruim driehonderd kiesverenigingen. In de oorlog heette het: als het straks afgelopen is, zoveel mogelijk één partij vormen. De AR en de CH riepen dat in de eerste plaats, 't Is nog niet gelukt. Wij zijn ook gewoon verder gegaan. In vergelijking met de AR en de CH hebben wij nogal uitgesproken beginselen. Wij zijn vóór het verbod van openbare propaganda van het ongeloof. Er was een vergadering van de vrijdenkersvereniging in Utrecht en op een bord stond: „God is het grootste kwaad der wereld". Zoiets willen wij verbieden. De AR niet. Kuyper zei in 1878: ook al wilde men een kerk van atheïsten vormen, men late ze begaan.

Wat stelt de SGP vandaag voor?

ijk, voor ons is het voornaamste: de beginselen. Wij nege- .ren stoffelijke belangen natuurlijk niet, maar het hoofddoel is het opkomen voor onze beginselen. De SGP staat vóór een regering van ons volk op grondslag van de Heilige Schrift. (...) Niet zozeer een groot aantal kiezers als hoofddoel, maar de verbreiding van de beginselen. En verder heeft de overheid zich als dienaresse Gods te richten naar hel richtsnoer van de wet Gods.

Wat zegt u van uw conservatieve image?

]r e bent gauw conser\'atief, als je I niet met alles meegaat. Neem het f punt van de lijkverbranding. Wij et Jongeling (GPV - MdB) zijn de enigen, die er tegen zijn. Dan ben je conservatief, ga je met je tijd niet mee. Zo is het met tal van andere dingen. Ik wil niet zeggen dat we vasthouden aan het oude omdat het oud is. Wanneer het op de beginselen aankomt, moet je naar de Schrift handelen. Beernink (CHU - MdB) zegt dat er niks tegen lijkverbranding in de bijbel staat. Nee, dat was ook niet nodig, er was geen sprake van. God is onze Schepper en naar Zijn Woord hebben overheid en onderdanen zich te gedragen. Daar kun je overheen leven en ons conservatief noemen, maar dat laat me koud. De mensen zullen ons zeker wel meer dan eens bespot hebben, maar dat laat me koud. Ik heb het zelf nooit gezien, maar je hoort het wel eens zo. Ook valse beschuldigingen ten aanzien van mij. Ach, ik leg mijn hoofd er even rustig om neer (...)

Groot feest op uw vij fenzeventigste?

OU ja, thuis een beetje hè, thuis. Ik houd helemaal niet van officiële recepties en zo. Daar voel ik niks voor Alles liever zo rustig mogelijk.

Hebt u zorgen?

ersoonlijk, bedoelt u? Och, als kamerlid kun je je behoorlijk redden, daar gaat het niet om. Maar in het algemeen gesproken: op godsdienstig en theologisch gebied is er grote achteruitgang. Kijk eens in allerlei kerkbladen. Je staat er versteld van hoe de theologische faculteit vun de \'U is afgezakt. Kuitert en zo. Berkhoven bijvoorbeeld is ook niet meer de oude. 't Zijn allemaal symbolen, zo wordt beweerd. Niets is in feite gebeurd. Velen staan gewoon de evolutieleer voor En verder, hoe zal de ontwikkeling van het wereldgebeuren gaan. 'Wanneer we de bijbel nagaan, dan gaat het in de richting die is voorspeld, 't Ligt allemaal onder het voorzienig bestel Gods. (. ..) Wat dat betreft hoefje niet verontrust te zijn. 't Komt er alleen maar op aan of je het ware geloof deelachtig bent.

„Het ware geloof? "

at staat beschreven in zondag ", dat is het geloof dat door God Zelf gewerkt is. Ze noemen ons nogal zwaar, maar als je leest wat de bijbel ervan zegt, kun je ons niet zwaar noemen. Bezorgd ben ik om mijn kinderen en kleinkinderen. (...)

Waarmee bent u blij?

et kleine dingen wel eens. Als ik voor mijn verjaardag iets krijg van mijn vrouv^' en kinderen. Een doos met zeep of zo. daar ben ik al blij mee. Een kinderhand is gauw gevTild, zou ik haast zeggen. Ik houd ook erg van dieren.

Ik heb veel gedaan voor de Dierenbescherming. Niet blij ben ik met het regeringsbeleid. Ik zou graag willen dat dat een andere koers ging volgen, maar daar is niet veel kans op. Alle tekenen wijzen in de tegengestelde richting. Neem de zedenverwildering. Een naakte juffrouw op de tv. Daar heb ik nog bezwaren tegenin gebracht bij minister mejuffrouw Klompé. Nou ja, de regering doet er niets tegen, 'k Heb het zelf niet gezien, nee. We hebben geen televisie en ik zal er ook niet op komen, want dan zou de hele partij zich tegen mij keren. Een klein radiootje is er in huis, hoofdzakelijk voor de berichten. (...)

Op staatkundig gebied is er heel veel wat me niet zint. En tenslotte is het zo dat de oordelen niet kunnen uitblijven. Of ik daar 's nachts wakker van lig? Een enkele keer wel eens. Twee wereldoorlogen achter elkaar, oordelen Gods. En nu zakken regering en volk hoe langer hoe meer van Gods '\X'oord af De tijd wordt helemaal rijp gemaakt voor de wederkomst van Christus. Alles wordt omgewoeld, de hele wereld. Het gaat met een sneltreinvaart, kun je wel zeggen. (...)

Er is een brede weg en een smalle weg en in de hemel zullen de mensen God verheerlijken om de verlossing die hen is toegebracht. Daar verlang ik naar, ja, maar 't zal een wonder zijn als ik er komen mag. Het is daar beter dan hier op aarde. Niet dat het hier slecht is, maar je voelt toch altijd de zonde in je woelen. Dat wordt bij het ouder worden niet minder Nee, neem alleen je gedachten maar Wat kun je niet voor gedachten hebben! Je schiet altijd in alles tekort."

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1992

De Banier | 20 Pagina's

„Ze noemen ons nogal zwaar. ..”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1992

De Banier | 20 Pagina's