Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezinning op het huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezinning op het huisbezoek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Een moeiiyk werk

De resultaten van het door ds. H. Hofman in 1982 ingestelde onderzoek naar de praktijk van het huisbezoek waren eigenlijk nogal teleurstellend. Als in vijftig procent van de gevallen deze praktijk veel te wensen overlaat, is een nadere bezinning bepaald niet overbodig.

- Het is goed bij het een en ander aan te tekenen, dat het brengen en ontvangen van huisbezoek op een ideale wijze niet bestaat. Geheel ons doen en laten is altijd onvolkomen en met zonden bevlekt. Ambtsdragers en gemeenteleden zijn mensen die ieder ogenblik tot hinken en zinken gereed zijn.

- Daarbij komt dat de omstandigheden van huisbezoek tot huisbezoek uitermate kunnen variëren. Er zijn open en gesloten karakters. Er zijn mensen die zich gemakkelijk geven en mensen die dat veel moeilijker doen. Er zijn ambtsdragers met goede contactuele eigenschappen en ambtsdragers die meer moeite hebben om het vertrouwen van de ander te winnen. Sommige ambtsdragers zijn zeer tactvol, terwijl bij anderen tact niet de sterkste zijde is.

- Er zijn ook meelevende en minder meelevende, gemakkelijke en moeilijke, kritische en zelfs strijdlustige gezinnen en gemeenteleden.

- Huisbezoek is een moeilijk werk. Elk huisbezoek is weer anders. Wie is er uit en van zichzelf toe bekwaam? Maar de opdracht blijft om een onderzoek in te stellen naar het geestelijke leven van de leden en doopleden, die door de Koning van de kerk aan de ambtsdragers zijn toevertrouwd. "Wees naarstig om het aangezicht uwer schapen te kennen, zet uw hart op de kudden" (Spr. 27 : 23). De kanttekenaren verbinden dit Schriftwoord weliswaar met de taak van de huisvader ten aanzien van het gezin. Het woord is echter ook van toepassing op het werk van de ambtsdrager. Stel uw hart op de kudde!

- Daarom kan niets onze verantwoordelijkheid wegnemen om samen naar verbetering van de praktijk van het huisbezoek te staan. Zowel ambtsdragers als gemeenteleden moeten zichzelf de vraag stellen: "Wat kunnen wij doen om een goed verloop van het bezoek te bevorderen? "

- Laten we eerst beseffen, dat een huisbezoek biddend behoort te worden gebracht en biddend moet worden ontvangen. Een bezoek, dat een ambtsdrager in eigen kracht brengt, zal spoedig mislukken of niet aan het doel beantwoorden.

Wie zielen vangt, is wijs. Véél wijsheid is bij elk huisbezoek vereist. "De wijsheid is het voornaamste" (Spr. 4 : 7). Die wijsheid heeft Christus door Zijn lijden en sterven verworven. Die wijsheid moet worden begeerd en mag uit genade ook worden ontvangen.

Vanuit deze overweging wil ik enkele wenken geven voor ambtsdragers en voor gemeenteleden, die kunnen bijdragen tot een beter functioneren van het huisbezoek.

De gebruikelijke inzet

In de meeste gemeenten valt het huisbezoek uiteen in twéé gedeelten. Het gesprek opent met een informatief gedeelte, dat gevolgd wordt door een gesprek over het geestelijke leven. Deze opzet kan héél goed zijn. Kennis van de levenssituatie is voor een goede ambtelijke benadering immers van groot belang. Bij deze informatieronde gaat het om wettige vragen: Hoe gaat het met het werk? Waar gaan de kinderen naar school? Hoe is het met hun studie? Hoe gaat het met het werk van moeder in het gezin? Hoe is het verloop van een ziekte? Hoe wordt het verlies verwerkt van een geliefde in de kring van gezin en familie. Hartelijke belangstelling wekt vertrouwen en kan een wat gespannen sfeer bij het begin van het gesprek doorbreken. De ambtsdragers zoeken bij deze "vooroefeningen" naar een goede invalshoek voor een gesprek over de persoonlijke verhouding tot de Heere. Het kan een goede zaak zijn om met ée jonge kinderen te beginnen. Kinderen zijn spontaan en ongekuntseld. Door hun eerlijke antwoorden wordt het ijs gebroken en een stuk vertrouwelijkheid geschapen. Een voorwaarde is wel, dat de ambtsdrager dan ook in vraagstelling en taalgebruik tot kinderen weet af te dalen.

Toch kleeft er aan de geschetste tweedeling van het huisbezoek onder ons ook een gevaar. Soms misbruiken mensen het gesprek over de levensomstandigheden door daar zeer breedvoerig op te antwoorden. Ze schuiven de vragen over het persoonlijk leven zo ver mogelijk van zich af Daardoor loopt het huisbezoek veel te lang uit. Het huisbezoek dreigt te ontaarden in een gezellig samenzijn.

Een Schriftgedeelte als uitgangspunt

Als men als ambtsdrager deze ervaring een en andermaal in hetzelfde gezin heeft opgedaan, kan het heel dienstig zijn, dat men het eigenlijk huisbezoek inleidt met het lezen van een weloverwogen Schriftgedeelte, dat weinig of geen verklaring nodig heeft. Het mag ook niet langer zijn dan zes tot acht verzen. Daarmede wordt bereikt, dat de inhoud gemakkelijk kan worden opgenomen en onthouden. Voor het huisbezoek le­ nen zich gedeelten als 1 Samuel 22 : 1-6 (de spelonk van Adullam), Mattheüs 8:1-4 (de genezing van de melaatse, die door de schare drong om voor Christus te kunnen neervallen. Spreuken 9:1-6 (de nodiging van de Opperste Wijsheid), Jesaja 44 : 1-5 (de stroom van het water des Geestes, die zich uitstort op het dorre en droge), Ezechiël 36 : 23-27 (het geven van een nieuw hart). Hand. 16 : 11-16 (de bekering van Lydia), Rom. 7 : 13-17 (de inwendige strijd van Gods volk), Hebr. 11 : 23-28 (de geloofskeuze van Mozes). Vanuit het gelezen Schriftgedeelte dienen zich voor de ambtsdragers bepaalde vragen aan, die betrekking hebben op iemands persoonlijke verhouding tot God. Men kan dan door een gesprek proberen antwoord te krijgen op deze vragen.

Het hanteren van de benadering bij élk huisbezoek vraagt wel heel veel wijsheid. Er zijn echter ambtsdragers die op een zeer stichtende wijze vanuit een dergelijke korte Schriftlezing een geheel huisbezoek weten op te bouwen, waarbij alle gezinsleden worden betrokken. Er zijn andere ambtsdragers die zich in deze benadering niet zo goed thuisvoelen. Zij moeten het dan ook niet op deze wijze doen.

Ook aan déze inzet kan een schaduwzijde verbonden zijn. Het gevaar is aanwezig, dat een ambtsdrager in plaats van een huisbezoek een huisgodsdienstoefening gaat houden. Bij het huisbezoek worden we echter altijd geroepen om te spreken en niet om te preken. Daarbij komt het feit, dat tientallen huisbezoejien anders verlopen dan wij verwacht hadden. De besproken benadering is echter altijd waardevol als men als ambtsdragers komt praten over een bepaald onderwerp of een bepaalde zaak, die zowel bij de ambtsdragers als bij de gemeenteleden bekend is. Dan valt het licht van het Woord reeds van te voren over het onderwerp van gesprek en kan men direct tot de zaak komen.

Haren (GR), ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1993

De Saambinder | 12 Pagina's

Bezinning op het huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1993

De Saambinder | 12 Pagina's