Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als er niets gebeurd, slibt Nederland dicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als er niets gebeurd, slibt Nederland dicht

Waar laten we ons zuiveringsslib?

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aanpak van het ene milieuprobleem levert meestal het volgende op. Neem de zuivering van afvalwater. Het restprodukt daarvan werd tot voor kort als meststof in de landbouw gebruikt. Door aanscherping van de milieunormen is dat binnenkort niet meer mogelijk. De waterschappen staan daardoor voor de prangende vraag: hoe raken we het spui kwijt? Als er niets gebeurt, slibt Nederland dicht. Vandaar dat koortsachtig wordt gewerkt aan nieuwe verwerkingstechnieken. Een duik in het zuiveringsslib en de daarop toegepaste wet van behoud van ellende.

Eind vorig jaar werd naast het terrein van vuilverbranding Gevudo in Dordrecht de eerste grootschalige slibverbrandingsinstallatie van Nederland in gebruik genomen. Een mijlpaal voor eigenaar DRSH Zuiveringsslib NV, een samenwerkingsverband van vier waterschappen in Zuid-Holland die verantwoordelijk zijn voor de kwahteit van het oppervlaktewater in deze provincie. Enthousiast meldt Ton van Chastelet, bedrijfsleider van de installatie, dat de slibverbrander uniek in de wereld is. Met name door de geavanceerde rookgasreiniging, die ruimschoots aan de gestelde normen voldoet. Normen die nergens ter wereld strenger zijn. Als een ervaren gids leidt hij ons rond door de overkapte doolhof van buizen, opslagbunkers, pompen, filters, drogers, koelers en immense ovens. Alles per computer bediend vanuit een centrale controlekamer. Vrachtwagens rijden achteruit een sluis in, waarna ze het slib dumpen in een opslagbunker. Een volautomatische portaalkraan deponeert de kwalijk riekende drab in een trechter. Vanuit de trechters wordt het zuiveringsslib onder hoge druk naar een tussenopslag gepompt. Vandaaruit wordt het naar de drogers getransporteerd en vervolgens naar de ovens.

Kwaliteit
Sinds in 1970 de Wet verontreiniging oppervlaktewater van kracht werd, is de lozing van schadelijke stoffen op het riool sterk teruggedrongen. Toch blijft het voor zuiveringsschappen en andere waterkwaliteitsbeheerders een strijd om aan de gewenste kwaliteit te voldoen, want de normen worden voortdurend aangescherpt. In een netwerk van zuiveringsinrichtingen wordt het afvalwater van huishoudens en bedrijven door bacteriën gereinigd, waarna het in de rivier wordt geloosd. Daarmee zijn de problemen niet achter de rug. Het proces levert als restprodukt een drabbige bacteriemassa op, het zogenaamde zuiveringsslib. Alleen in Zuid-Holland al zo'n twee miljoen kubieke meter per jaar. Tot voor kort werd dit materiaal, al dan niet gecomposteerd, als mestprodukt in de landbouw gebruikt. Door de aanscherping van de milieunormen komt het eind daarvan in zicht. Zelfs de geringe hoeveelheid zware metalen die het slib bevat, kan niet meer door de beugel. Daar komt bij dat de waterkwahteitsbeheerders binnenkort ook fosfaten uit het afvalwater moeten gaan verwijderen, waardoor de slibproduktie nog zal toenemen. In 1990 lag die, gerekend in droge stof, op 280.000 ton. Voor het jaar 2000 is 400.000 ton begroot. Het zou nog gaan als het slib werkelijk als droge stof werd geproduceerd. In werkelijkheid bestaat het voor 99 procent uit water.

Behoud van ellende
De Zuidhollandse waterschappen besloten de handen ineen te slaan om de verwerking van zuiveringsslib zo doelmatig mogelijk aan te kunnen pakken. Na rijp beraad kwam men tot de beslissing de voormalige meststof te gaan verbranden. Kosten van de daarvoor ontwikkelde installatie: 150 miljoen gulden! Daar staat tegenover dat de kolos per jaar 45.000 ton droge stof kan verwerken, bijna een zesde deel van het landelijke slibaanbod. Gerekend in nat zuiveringsshb gaat het om 1,1 miljoen ton. Door het te persen en te centrifugeren wordt het volume verminderd tot 240.000 ton. In de drogers van de Dordtse installatie wordt het vochtgehalte verder teruggebracht, tot zestig procent. Dan kan het slib de oven in, waar het water verdampt en het organische deel van het slib in rook opgaat. Wat overblijft is anorganisch materiaal, dat ruwweg de helft van de droge stof vormt. Deze licht verontreinigde asrest wordt na bevochtiging gestort op een daarvoor aangewezen stortplaats. Het zwaar verontreinigde materiaal dat uit de rookgasreiniging overblijft, de zogenaamde filtercake, gaat naar de C2-deponie op de Maasvlakte. In de hoop op schoner tijden. „Afval verwerken is het toepassen van de wet van behoud van ellende", constateert Ton van Chastelet. „Wat je doet is het volume terugbrengen tot hanteerbare proporties en de verontreiniging zo veel mogelijk concentreren. Daarvoor is dat hele gebeuren hier neergezet."

Strenge normen
De bouw van de slibverbrandingsinstallatie werd begeleid door ir. A.W. van der Vlies, technisch adjunct-directeur van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. Aan de hand van cijfermateriaal toont hij aan dat het zuiveringsslib de achterliggende vijftien jaar aanmer- o keiijk schoner is geworden. Maar de aanscherping van de milieunormen gaat nog sneller. Een aantal deskundigen is dan ook van mening dat het subprobleem in Nederland te wijten is aan de gestelde normen, die in vergelijking met de omringende landen buitensporig hoog zijn. Van der Vhes vindt de hoge normstelling voor Nederland verdedigbaar. „We hebben hier een hoge bevolkingsdichtheid en een bodem die mede door overbemesting en industriële activiteiten al zwaar belast is. Willen we het nageslacht niet met een kwalijke erfenis opzadelen, dan moeten we nog behoorlijk wat aan het milieu doen. Ook hier geldt de bijbelse opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren als een verstandig rentmeester. Wel kun je je afvragen of de gestelde doelen haalbaar zijn. De rijksoverheid, die op dit terrein geen operationele taak heeft, kan gemakkelijk normen stellen. Maar die moeten wij in het veld wel waar kunnen maken."

Export
Zolang het door Nederland geproduceerde slib ruim binnen de in het buitenland gestelde milieunormen valt, lijkt de oplossing van het probleem eenvoudig. Exporteer het zuiveringsslib naar de buren, waar het als drijfmest uitgereden kan worden. In België is dat al helemaal geen probleem, want daar worden ze op dit terrein nog niet door enige norm gehinderd. Hoewel het een aantrekkelijk alternatief lijkt voor de kostbare verwerkingsmethoden die momenteel worden ontwikkeld, wijst de Dordtse ingenieur deze mogelijkheid af „Naast de nuttige stoffen die zuiveringsslib bevat, exporteer je ook een aantal voor het milieu onvriendelijke stoffen. Ik geloof niet dat je die in het buitenland moet deponeren. Dat hebben we als Nederlanders in het verleden al te vaak gedaan. Daar komt nog bij dat zuiveringsshb grotendeels uit water bestaat. Transporteren van water is een dure aangelegenheid. Het is nog maar de vraag of je daarmee zo veel goedkoper uit zou zijn."

Slufter
Omdat de capaciteit van de Dordtse slibverbrandingsinstallatie niet toereikend is om al het zuiveringsslib van de vier leveranciers te verwerken, wordt het restant gestort in de Slufter: een depot voor baggerspecie op de Maasvlakte. Een desolaat gebied, waar ook de beruchte C2-deponie van de Afv^alverwerking Rijnmond (AVR) is gehuisvest: een betonnen bak waarin een deel van Neerlands gif ligt opgeslagen. Monument van de schaduwzijde van onze geïndustrialiseerde welvaartsmaatschappij. De Slufter werd in 1987 in gebruik genomen. Binnen een ringdijk van 24 meter hoogte is een 28 meter diepe put in de zeebodem gegraven. Het 260 hectare grote depot dat hierdoor is ontstaan kan 150 miljoen kubieke meter verontreinigde baggerspecie bergen. Zwaar verontreinigde specie wordt verderop gestort, in het depot Papegaaiebek. Aangezien er jaarlijks zo'n tien miljoen kuub wordt aangeleverd, zal de Slufter rond 2002 vol zijn. De bedoeling is dat de Rotterdamse havens tegen die tijd zo schoon zijn, dat alle opgebaggerde specie in zee kan worden afgezet. Mits de wetgeving voor lozing op zee niet te snel wordt aangescherpt. Want ook voor baggerspecie geldt: al verbetert de kwaliteit nog zo snel, de normen achterhalen haar wel.

Sliblawine
Aanvankelijk waren Rijkswaterstaat en de gemeente Rotterdam niet erg content met de aanvraag van de Zuidhollandse zuiveringsschappen om overtollig zuiveringsslib in de Slufter te mogen storten. Maar er moest iets gebeuren. Door de ondertekening van het Noordzeeverdrag mocht de Haagse afvalwaterzuiveringsinrichting Houtrust, de grootste van Nederland, per 1 mei 1990 z'n slib niet meer op zee lozen. Andere waterkwaliteitsbeheerders konden hun zuiveringsslib niet meer in de landbouw kwijt. Verbrandingstechnieken moesten nog gerealiseerd worden. Met gevolg dat de Zuidhollandse waterschappen een gigantische sliblawine op zich afzagen komen. Onder zware politieke druk stemde Rotterdam in met de tijdelijke stort van zuiveringsslib in de Slufter. „Het was voor ons een onbekend materiaal", verklaart ing. J.W. Zwakhals, die als hoofd baggerdienst van het gemeentelijk havenbedrijfverantwoordelijk is voor het beheer van de Slufter. „Onze vrees was dat de ontwatering van baggerspecie nadelig zou worden beïnvloed door de toevoeging van andere slibsoorten, waardoor het depot sneller vol zou zijn dan door ons was gepland. Verder waren we bang voor stankoverlast."

Mengen
Uit onderzoek bleek dat deze problemen voorkomen konden worden door het slib te vermengen met baggerspecie in een verhouding van een op twintig. Resteerde nog het probleem dat bagger met pieken wordt aangeleverd en zuiveringsslib het hele jaar door. Om dat te ondervangen werd een bufferdepot aangelegd voor de tijdelijke opslag van het slib. Voor het mengen van slib en specie werd een speciaal mengstation gebouwd. Alleen de daarvoor ontwikkelde pomp kostte al een miljoen gulden. Het door schepen en vrachtauto's aangevoerde zuiveringsslib wordt opgeslagen in het bufferdepot. Op het moment dat er een lading baggerspecie wordt aangevoerd via de daarvoor bestemde leiding, wordt op basis van gegevens over snelheid, druk en volume van de specie de juiste hoeveelheid slib in de leiding geïnjecteerd. Het hele proces is volledig geautomatiseerd. Nu de slibverbrandingsinstallatie in Dordrecht operationeel is, loopt de stort in de Slufter snel terug. Het depot krijgt in de toekomst de functie van uitwijkmogelijkheid voor noodgevallen. Inmiddels ligt er een plan voor een tweede verbrandingsinstallatie, in Brabant. Een derde wordt in Twente gerealiseerd.

VerTech
Naast verbranding worden ook andere verwerkingsmogelijkheden van zuiveringsslib onderzocht en toegepast. Zo koos het Zuiveringsschap Veluwe voor het in Amerika ontwikkelde VerTech-systeem. Daarbij wordt nat slib in een ruim twaalfhonderd meter diepe buis verwarmd tot zo'n 175 graden. Door zuivere zuurstof toe te voegen gaat het organische materiaal in het slib oxyderen. De temperatuur loopt daardoor onderin de reactor op tot ongeveer 280 graden. In combinatie met de hoge druk die door de diepte van de buis wordt opgebouwd, is deze relatief lage temperatuur toereikend om het organisch materiaal volledig te verteren. Het uitgereageerde slib komt door de eromheen liggende buis van de reactor omhoog, waarna het anorganische materiaal in filterpersen uit het afvalwater wordt verwijderd. De vuilwaterstroom wordt gezuiverd in een kolossale zuiveringsinstallatie. Apeldoorn is de eerste plaats ter wereld waar dit proces van natte oxydatie commercieel wordt toegepast op zuiveringsslib. Als de installatie goed werkt moet hij zo'n 27.000 ton slib, gerekend in droge stof, kunnen verwerken. Genoeg om het grootste deel van Gelderland van z'n zuiveringsslib te verlossen.

Strop
Om geen financieel risico te lopen werd de bouw en exploitatie van de VerTech-installatie uitbesteed. Het zuiveringsschap betaalt een vast bedrag voor elke ton verwerkt slib en draagt geen financiële verantwoordelijkheid voor de verwerking ervan. Van Wijnen en Grontmij, de bouwers van de installatie, wentelden het risico van het experiment op hun beurt af op verzekeringsgigant Lloyd's. De proefperiode van het VerTech-systeem, kosten 60 miljoen gulden, verliep veelbelovend, maar de vreugde was van korte duur. Door kalkaanslag koekte de buis al snel dicht, tot schrik van de bouwer, het zuiveringsschap en de toch al zwaargeplaagde Lloyd's. Nog steeds wordt gewerkt aan een ingrijpende aanpassing en verbetering van het systeem. Als alles meezit moet het april '94 weer operationeel zijn. Ing. C.J. van Lohuizen, technisch adjunct-directeur van het Zuiveringsschap Veluwe, draait er niet omheen dat het een lelijke strop is. Al heeft het zuiveringsschap dan niet met de financiële consequenties te maken, het zit wel opgezadeld met een slibstroom die al ruim een halfjaar via de VerTech- reactor verwerkt had moeten zijn.

Optimistisch
Toch blijft de Apeldoornse ingenieur optimistisch. Hij is er nog steeds van overtuigd dat de keus voor VerTech een goede was. „De prijs was gunstig en het systeem voldoet aan de gewenste volumevermindering. Doorslaggevend was voor ons dat het veel minder rookgassen produceert, die bovendien minder schadelijk zijn. Door de relatief lage temperatuur kunnen de gassen die verantwoordelijk zijn voor zure regen in dit proces niet worden geproduceerd. Daar staat tegenover dat VerTech wel een zwaar verontreinigde waterstroom oplevert, maar de zuivering van afvalwater hebben we behoorlijk onder de knie. Bij de zuivering van giftige stoffen naar de lucht is dat in mindere mate het geval. Waar nog bij komt dat de normen daarvoor steeds aangescherpt worden." Dat de keus van het Zuiveringsschap Veluwe nog geen navolging vindt, verklaart Van Lohuizen uit angst voor problemen met het onbekende systeem. „Niet helemaal ten onrechte, is gebleken. In heel de wereld zitten ze nu te wachten tot VerTech zich bewezen heeft. Want belangstelling is er wel degelijk. Zou het toch een fiasco worden, wat ik overigens niet verwacht, dan zitten wij alleen met de narigheid dat we straks geen verwerkingscapaciteit hebben. Dat is het risico als je je nek uitsteekt door voor een nieuw proces te kiezen."

Composteren
Nog revolutionairder is het verglazen van slib tot een granietachtig materiaal, door het extreem te verhitten. Een techniek die in Japan al wordt toegepast. Het produkt is onder meer bruikbaar in de wegenbouw. In Nederland is in opdracht van DRSH onderzocht of de asresten van de slibverbranding, in combinatie met baggerspecie, kunnen worden omgevormd tot kunstgrint. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn. Commercieel is het nog niet aantrekkelijk, maar dat verandert wellicht als de storttarieven blijven stijgen. Grote gedupeerde van al deze ontwikkelingen is Rutte in Halfweg. Deze particuliere onderneming verwerkte tot voor enkele jaren een fors deel van het Nederlandse zuiveringsslib. Deels door het tijdelijk op te slaan als natte meststof deels door het in combinatie met ander organisch afval te composteren. De afzet in de landbouw valt door de aanscherping van de milieunormen af Composteren is alleen nog zinvol als middel om het volume te reduceren en het slib tot een stortbaar produkt te maken. De provincie Utrecht zal deze verwerkingsmethode toe gaan passen. NoordHolland, Zuid-Holland, Brabant en Limburg, die in het verleden ook gebruik maakten van Rutte, hebben voor andere oplossingen gekozen. Met gevolg dat Rutte in 1998 nog maar vijftien procent van het huidige aanbod over heeft.

Export
Composteren van zuiveringsslib ter vermindering van het volume is volgens drs. H. van Gellecom, directeur van Rutte, milieuvriendelijk en relatief goedkoop. ,Je hebt praktisch geen hulpmiddelen nodig. De natuur doet z'n werk. Een bezwaar is dat je meer restprodukt overhoudt, zodat er meer gestort moet worden. En er zit een luchtje aan, letterlijk en figuurlijk. Het is aan de zuiveringsschappen, die vrijwel autonoom zijn, om een keuze te maken. Daarin spelen politieke, maatschappelijke en technische overwegingen een rol. Er gaat intensief beraad aan vooraf Het is zeker geen natte-vingerwerk." In tegenstelling tot ir. Van der Vlies van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden ziet de directeur van Rutte toekomst voor de export van steekvast of gecomposteerd zuiveringsslib naar het buitenland, waar het nog als organische meststof wordt beschouwd. Zeker als de storttarieven blijven stijgen. Omgekeerd zullen buitenlandse regio's met een overschot aan zuiveringsslib het produkt wellicht naar Nederlandse verwerkingsinstallaties afvoeren. Zo blijft er werk in de wereld.

Economischer
De zuiveringsschappen denken volgens Van Gellecom minder commercieel. Het gaat hen er in de eerste plaats om dat het slib vakkundig wordt verwerkt. Dat is voor veel schappen reden om de verwerking zelf ter hand te nemen. Mede vanwege schandalen rond particuliere afvalverwerkers. Een opvatting die door de directeur van Rutte word genuanceerd. „Gaat het om zogenaamde milieuschandalen, dan kan ik er genoeg noemen waarbij ook overheden betrokken waren. Het feit dat een particuliere onderneming winst moet maken, heeft als belangrijk voordeel dat er in het algemeen economischer wordt gewerkt dan bij overheid. Zuiveringsschappen hebben geen stok achter de deur om zo efficiënt mogelijk te werken. Ze kunnen nooit failliet gaan, want een verhoging van de kosten wordt omgeslagen over de burgerij en het bedrijfsleven. Door hun keus om het slib in eigen beheer te gaan verwerken, zal de burger aanmerkelijk meer moeten gaan betalen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 1994

Terdege | 72 Pagina's

Als er niets gebeurd, slibt Nederland dicht

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 1994

Terdege | 72 Pagina's