Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Geen blijvende stad''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Geen blijvende stad''

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. (Hebr. 13 : 14.)

Nog enkele uren en het jaar 1949 behoort met al haar lief en leed weer tot het verleden. Hoe gewichtvol is zulk een jaarovergang; dan wordt des Heeren Woord bevestigd, dat wij hier geen blijvende stad hebben, maar dat de wereld voorbijgaat. Wat zullen in veler hart de gedachten naar het verleden worden teruggevoerd, en zeker ook tranen worden weggeveegd, wanneerwij denken aan hen, die het jaar met ons begonnen, maar niet mee ten einde mochten brengen. De stoel in de huiskamer waarin vader zat, of waarin onze moeder zich bevond, staat leeg en zal door hen nooit meer bezet worden. Ook die lege plaatsen in de gezinnen, waar broeder of zuster uit weggenomen werden, o wat een wonden worden dan weer open gemaakt, en de smart van het verlies weer bij vernieuwing gevoeld. Vooral denken wij aan de ouders en verloofden wier geliefden in Indië ten grave daalden, ook voor hen zal dit jaar wel inzonderheid een onvergetelijk jaar zijn. Anderen komen thuis, maar myn zoon, mijn verloofde, hij keert niet weer terug. O, wat is het leven vol teleurstellingen en hoe arm is het als U het alleen van dit leven verwacht. Want het zijn toch altijd de vruchten van onze zonden, die het ons zo bitter maken. Juist dat tekstwoord zegt het ons: „Geen blijvende stad." Dat wij zulks toch eens recht leerden zien en geloven. Helaas, de mens van nature is er zo blind voor. Hij houdt geen rekening met die wereldgedaante, dat zij voorbijvliegt, en dan, waarheen? Want al is het jaar voorbij, is onze schuld niet vermeerderd? Hoe hebben wij het doorgebracht? Hebben wij de Heere mogen zoeken, voor Hem leren uitgaan als arme verslagen schepselen? Denk toch eens: een jaar van uw jaren af, en dichter bij de eeuwigheid, wat zegt ons dat veel, zeer veel! Wat zal het zijn, nutteloos op aarde geleefd te hebben, de genade-tijd verwaarloosd. O, wat zal dat opbreken, als gij straks, jongeling en jongedochter ook Uw laatste adem zult uitblazen, en zult moeten vallen in de handen van Hem, die gij miskend, niet gezocht en niet gevreesd hebt.

Wat zal het zijn, een jaar lang met daden en woorden gezegd te hebben: „Wie is de Heere, dat ik Hem zou gehoorzamen."

Zijn Gods roepstemmen niet vele geweest? Kwam Hij U niet vriendelijk te nodigen, om de wegen der zonde te verlaten? Och, dat U dit jaar toch niet eindigde voor U mocht buigen in Uw schuldbesef. Want hoe groot is dan de rijkdom verdiend en verworven door Jezus Christus voor arme, ellendige zondaren! Mocht het oude eens voorbijgaan, en alle dingen eens nieuw worden.

Mijn geliefde, daar zult U nooit geen spijt van hebben. Immers dat is het heil van allen, die de Heere vrezen. Ook zij hebben geen blijvende stad, maar zij verwachten naar Zijn belofte, die stad die fundamenten heeft, die stad eeuwig in de hemelen. Want ook des Heeren volk zal dit jaar als schuldige moeten sluiten. Maar als hun oog gevestigd mag worden op Hem, die Dezelfde blijft, ook bij alles wat verandert, dan toch mogen zij adem scheppen, en met verwachting de bange toekomst tegengaan. Ook voor onze mannen en zonen, die zich nog in Indië bevinden, zal het komende jaar van betekenis zijn.

Gezien de gang van zaken, hoe het met ons Indië gegaan is, rijst wellicht de vraag: „Waarom zijn toch al die tevergeefse offers gebracht? " Maar denk hieraan, dat God Zijn raad in alles uitwerkt tot nadeel van de wereld maar tot voordeel van Zijn Koninkrijk. Hier komt het maar op neer, komen wij net zo terug als wij weggegaan zijn? Wat hebben wij geleerd, en wat heeft het ons gebracht? Daarom voeg ik tevens mijn nieuwjaar-wens hierbij welke U lezen kunt in het laatste gedeelte van onze tekst: „Maar wij zoeken de toekomende." Mijn lezers, is dat al zo in uw leven? Kent gij wat van dat zoeken? Immers, die zoekt weet toch dat hij wat kwijt is. Heeft U dat mogen beleven? Kwijt te zijn door eigen schuld, wat U toch niet missen kunt het wèl zijn. Och, waar dat nog niet is (en dat kent niemand van nature), mocht dan het jaar 1950 voor U eens onvergetelijk worden. Dat toch zou het allergrootste zijn, een zoeker of zoekster gemaakt te worden, naar dat grote heil wat Christus verdiend en verworven heeft, en dat Hij zulks door wederbarende genade in U werken mocht. Denk er aan dat de Heere zoekers vinders maakt door Zijn genade die in Christus is. Ook zij die de Heere vrezen, mochten dat zoekend leven in de dadelijkheid geschonken worden. Onze ziel kleeft zo aan het stof, wij zijn hier nog zo thuis. Vandaar dat er zo weinig van de hemelse dingen wordt waargenomen. Och, mocht God door Zijn Geest ook de akker van Uw hart doorwaaien met Zijn Noorden-en Zuidenwind, opdat het vruchtdragende leven, dat in een zoekend leven ervaren wordt, ook in het nieuwe jaar U rijkelijk geschonken worde. Hoe droevig staat het er bij op alle terreinen van het leven. Och, dat de Heere Zijn Sion gedachtig ware, naar de grootheid Zijner eeuwige ontferming.

Dat wij de belangen van ons geliefd blad „Daniël"

in het komende jaar in Uw aller belangstelling mógen aanbevelen. Wij vertrouwen, dat het ook U in het komende jaar weer zal zijn tot een gids op Uw weg. Al zijn wij overtuigd, dat aan al onze arbeid gebreken kleven, toch betuigen wij openlijk, dat wij niet het onze, maar het Uwe zoeken.

Alle Jongelings-en Meisjesverenigingen, des Heeren zegen toegebeden voor het jaar 1950. Denk er toch vooral aan, dat wij hier geen blijvende stad hebben, maar dat Gij zoekende mag worden, naar de toekomende. De Heere zegene U en al Uw arbeid en doe ons door genade wandelen in Zijn vreze door Zijn Heilige Geest. Dat is de wens van hem, die zich noemt Uw voorzitter,

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1949

Daniel | 8 Pagina's

,,Geen blijvende stad''

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1949

Daniel | 8 Pagina's