Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Oorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Oorlog

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

De strijd om stad Mensziel is in volle gang. Ondanks aanhoudende opeisingen van de kapiteins van de Prins, blijven de inwoners toch de zijde van Diabolus kiezen. Na een toespraak van Diabolus lezen we:

verhardde de stad Mensziel weer haar hart tegen de kapiteins van El-Schaddaï. De gedachte aan zijn grootheid deed de inwoners sidderen, en de gedachte aan zijn heiligheid deed hen in wanhoop wegzinken. Daarom na een korte beraadslaging met de partij van Diabolus, zonden zij de trompetter met dit woord terug, dat zij van hun zijde besloten waren hun koning aan te kleven en zich nimmer aan El-Schaddaï over te geven. En dat het daarom ook nutteloos was hun nog verder opeisingen te zenden, aangezien zij liever wilden sterven, dan zich over te geven. En nu schenen de zaken dan al zeer slecht te gaan, hoe langer hoe meer achteruit. Namelijk zo, dat Mensziel weldra buiten het bereik van iedere roepstem zou wezen. Maar de kapiteins, die wisten wat hun koning vermocht, verloren daarom de moed nog niet. Zij zonden nog een nieuwe oproeping, veel scherper en gestrenger dan de voorgaande. Maar hoe meer zij zonden, des te afkeriger werd de stad.

De Prins moet zelf komen

Prins Immanuël zal zélf komen om de doorslag te geven. Een nieuw leger met weer andere kapiteins brengt Hij mee. Nu heten ze Geloof, Hoop, Liefde, Onschuld en Geduld. Hun vaandrigs zijn Belofte, Ontferming, Oprecht en Lijdzaamheid. Me dunkt, u herkent hierin ook al wel de gang van het evangelie, waar de eerder genoemde kapiteins en vaandrigs meer aan de bediening van de wet herinnerden.

En wat doet de stad hierop? Nu de poorten wèl openen? Nee, ze worden opnieuw versterkt en gebarricadeerd. De Prins laat daarom stormrammen voor de oorpoort en oogpoort opstellen. Inmiddels verhaalt Bunyan dat Diabolus siddert en in een voor de stad niet verstaanbare taal met de Prins tot een accoord wil komen, tevergeefs uiteraard. Nog komt het niet tot een overbuiging. Nee, Diabolus stuurt zijn knecht Onbuigzaam naar de Prins met o.a. het aanbod dat de halve stad voor Hem mag zijn. God wat en de mens wat. O, hoe moeilijk kan de mens, hoewel reeds in overtuiging lopend, het God gewonnen geven.

De Prins gaat daarom tot de aanval over. Zowel de nieuw-aangekomen als de vroegere kapiteins nemen aan de strijd deel. Wet en Evangelie! We lezen dan al gauw dat kapitein Zekerheid gedood wordt en dat Kwaderust gewond raakt. De rust wordt nu dus echt opgezegd, en de oorpoort en oogpoort wankelen al een beetje. Als de Prins dan Zijn witte Genadevlag opstelt, doet Diabolus nog een laatste poging om in de stad te mogen blijven. Hij biedt daarvoor de Prins grote hervormingen aan en zelfs het houden van predikaties. God vraagt echter onvoorwaardelijk breken met de oude Adam, en we zien dan in een beslissende strijd de oorpoort doorbreken.

De zondaar gaat nu acht geven op de roepstem van boven, maar het is niet voldoende; het is Immanuël om het hart te doen. Het huis van Geweten wordt daarom direct ingenomen, zodat de stad beeft, en van daaruit begint de bestoking van het kasteel van Diabolus. Dat de bekering reeds een verandering in de mens bewerkstelligt geeft Bunyan weer door te vermel­ den dat vele Diabolus-mannen als Vooroordeel, Hardnekkig, Verrader, Kwaderust en Blinddoek gedood worden. We krijgen dan verlichte ogen! Vastewil wordt ook fel achtervolgd, maar is nóg niet overwonnen.

Maar wat een verandering reeds. We zien de voornaamsten der stad zoals de oude burgemeester Verstand en de oude griffier een verzoekschrift schrijven aan de Prins die zelf nog steeds buiten de stad is gebleven. Maar Hij lijkt geen gehoor te geven aan hun belijdenis van schuld. Met een strak gezicht trekt Hij de stad binnen, om eerst het kasteel van Diabolus in te nemen en Diabolus in zege achter zijn kar te voeren. Maar ondanks de terughoudendheid van de Prins voelen de lieden der stad zich toch als tussen hemel en aarde. Diabolus wordt door de Prins uit de stad verbannen naar woeste en onbewoonde plaatsen, zoekende rust, maar die niet vindende.

Mensziel onder bearbeiding des Geestes

Het is wonderlijk hoe Bunyan dan de wisselende stemming van zielen weergeeft die onder de bearbeiding des Geestes zijn. De Prins moge dan Diabolus verdreven hebben en het kasteel (het hart) hebben ingenomen, hij schrijft dat de stad inmiddels bleef onder vreze van de kapiteins Boanerges en Overtuiging. De lieden der stad gaan geleidelijk meer gelegenheid krijgen op hün daden te letten! Deze nemen nu de oude burgemeester Verstand en de oude griffier Geweten gevangen en ook Vastewil wordt opgesloten. Wat opnieuw een angst en vreze.

Er wordt weer een verzoekschrift geschreven, maar Begeerte-tot-leven die het naar de Prins brengt wordt opnieuw zonder een woord weer heen gezonden. En nog eens wordt een request opgesteld, dat nu door Ontwaakte Begeerte naar de Prins gebracht wordt. Evenals ooit Jozef, weent de Prins nu even terzijde, en Hij zegt het verzoekschrift te zullen overwegen. De stad is daardoor deels hopend, maar ook nog steeds deels bevreesd door het verschrikkelijk gejammer van griffier Geweten.

Toch lezen we opnieuw van een verzoekschrift. De schuldverslagen bidder wordt nu uitgebeeld door de twee koeriers Ontwaakte Begeerte (met een koord om zijn hals, als weleer Benhadad) en Bewener (die handenwrin­ gend meegaat). O wat spreekt de Prins hen hard aan.

De stad Mensziel heeft grotelijks tegen mijn Vader gerebelleerd, daarin dat zij hem als haar koning verworpen heeft en zich tot een overheid koos een leugenaar, moordenaar en weggelopen slaaf Want deze Diabolus, uw voorgewende vorst, eertijds door u zo hoog geschat, stond op tegen mijn vader en mij, in ons eigen paleis in het hoogste hof menende daar heer en koning te worden. Maar daar is hij nog juist bijtijds ontdekt en gevangen genomen.

Hij is voor zijn goddeloosheid in ketenen geklonken en in die afgrond geworpen tegelijk met hen, die zijn metgezellen waren. Die onverlaat heeft zich aan u vertoond en gij hebt hem aangenomen.

Dit is nu en was reeds lange tijdeen grote belediging voor mijn Vader en daarom zond mijn Vader een machtig leger naar u toe om u weer tot zijn gehoorzaamheid terug te brengen. Maar gij weet hoe deze manschappen, hun kapiteins en raadsheren door u werden geacht en wat zij uit uw hand ontvingen. Gij stond tegen hen op, gij sloot uw poorten voor hen, gij bondt de strijd met hen aan, gij vocht tegen hen en voor Diabolus. Daarom zonden zij tot mijn Vader om meer strijdkrachten en ik kwam met mijn manschappen om u tot onderwerping te brengen. Maar zoals gij de dienaars hebt behandeld, hebt gij ook de Meester behandeld. Gij stond evenzeer vijandig tegenover mij en sloot ook voor mij uw poorten. Gij hield u doof voor mijn roepstem, en hield de tegenstand zo lang vol als gij kon. Maar nu heb ik u met geweld onderworpen. Riep gij ook om genade zolang gij nog hoop had het tegen mij uit te houden? Maar nu ik de stad ingenomen heb, roept gij. Waarom riep gij niet eerder toen de witte vlag mijner barmhartigheid en de zwarte vlag des oordeels tegen elkaar uithingen? Nu ik weer Diabolus overwonnen heb, komt gij mijn gunst zoeken, maar waarop hielp gij mij niet tegen die machtige reus?

Maar de Prins neemt het verzoekschrift toch in overweging en gelast de drie gevangenen Verstand, Geweten en Vastewil voor hem te brengen.

Hoe beeldt Bunyan hier uit dat de gevangen en gebonden ziel niet onmiddellijk verlost is, maar ernstig moet gevoelen hoe droevig het is tegen de Heere te zondigen. Tussen Boanerges en Overtuiging in komen ze, elk weer met een strop om de hals. Dan horen we hoe ze voor de Prins gesteld God volledig rechtvaardig noemen en dat met grote schaamte schuld wordt beleden. Onze predikanten zeggen wel eens, dan gaat het hoofd op het blok.

Gouda,

J. Blaauwendraad.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1988

De Saambinder | 8 Pagina's

De Heilige Oorlog

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1988

De Saambinder | 8 Pagina's