Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jacobus Trigland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacobus Trigland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jacobus Trigland (IV.)

In de geweldige strijd, welke er gevoerd is, voor de Nationale Synode in 1618 te Dordrecht bijeenkwam, heeft ook Trigland een werkzaam aandeel gehad. Zodra er van de zijde der Remonstranten iets verscheen, werd dit onmiddellijk van de kant der Contra-Remonstranten beantwoord. Uitenbogaert droeg zelfs één van zijn werkjes op aan Prins Maurits. Trigland meende, dat in dit werkje de leer en de eer der Gereformeerde Kerken en haar dienaren was aangevallen en geeft daarom in 1616 uit: „Verdediging van de Leer en de Eer der Gereformeerde Kerken en haar Leraren." Evenals Uitenbogaert, draagt ook Trigland zijn geschrift op

aan Prins Maurits. Trigland reist zelf van Amsterdam naar den Haag, cm zijn boek persoonlijk aan de Prins te overhandigen. Met de Prins bespreekt Trigland de toestand der kerken en in de loop van dit gesprek zegt Trigland, dat hij nog wel moed had, , , d' Arminianen dood te prediken", indien de Gereformeerden nog maar huizen en schuren hadden om in te mogen vergaderen. Hierop valt Prins Maurits uit: „Hoe, zouden wij in huizen en schuren gaan? De kerken komen ons toe en wij zullen ze hebben ook." 't Is te begrijpen, dat Trigland welgemoed de terugreis naar Amsterdam aanvaardde.

Eind Mei 1617 kwam bij de kerkeraad te Amsterdam het verzoek binnen of deze bereid was, om Ds Trigland enige tijd ter leen af te staan aan de gemeente der Contra-Remonstranten te Den Haag. De kerkeraad gevoelde er niet veel voor en dasPr Ds Swalmius toch reeds in Den Haag was, vond men het beter deze daar te laten.

De Gereformeerden in Den Haag lieten Trigland evenwel niet los en 12 Oct. kwam opnieuw het verzoek bij de Amsterdamse kerkeraad om Trigland voor vijf of zes weken ter leen te mogen hebben. Dit verzoek werd nog ondersteund door Prins Maurits. Hoewel de kerkeraad aanvankelijk nog enige bezwaren had, werd het vex'zoek tenslotte toch ingewilligd. In Den Haag had Trigland als ambtgenoot naast zich Antonius Walaeus uit Middelburg. Toch beviel zijn werkkring hem daar niet en zodra zijn tijd om was, trok hij weer naar Amsterdam.

Door de provincie Noord-Holland werd hij aangewezen als afgevaardigde naar de Nationale Synode te

Dordrecht. In hoeverre zijn stem hier invloed gehad heeft op de genomen beslissing is moeilijk te zeggen, omdat de acta hierover zwijgen. Met Polyander en Walaeus werd Trigland door de Synode benoemd in een commissie voor de opstelling der canones. Al waren door de Synode van Dordrecht de Remonstranten veroordeeld, rusten kon Trigland evenwel nog niet. Met droefheid zag hij de scheuring in de kerk en ook het verlies van zoveel lidmaten. Want Trigland beschouwde die leden meer als misleiden, dan als personen, die met opzet zich op het verkeerde pad hadden begeven. In 1623 richt hij zich dan ook tot hen met zijn: „Christelijke en Vriendelijke Vermaning aan de afgedwaalde Remonstrantse Gezinden." Juist was in die tijd de samenzwering van Ds Slatius en Willem van Stoutenburg om Prins Maurits van het leven te beroven, ontdekt. De openbare mening was, dat alle Remonstranten schuldig waren aan deze samenzwering.

In die „Vermaning aan de Remonstranten" blijkt, dat Trigland ook deze mening is toegedaan. Maar vooral in een ander opzicht is dit geschrift zeer merkwaardig. In verschillende plaatsen werden door de Contra-Remonstrantse predikanten de leergeschillen wel enigszins verbloemd om de Remonstrantse leden min of meer in het gevlei te komen en ze weer bij zich in de kerk te lokken. Maar hiervan vindt men bij Trigland geen spoor; nu toont hij een man uit één stuk te zijn. De scheuring in de kerk bedroeft hem ten zeerste en hij zou niets liever zien, dan dat alle Remonstranten weer tot de kerk terugkeerden; niet alleen voor de bloei der kerk, maar ook voor hen zelf, want zij bevinden zich nu op een weg, die hen onherroepelijk naar het verderf voert. Maar anderzijds denkt Trigland er niet aan, door het verbloemen van de waarheid zich bij hen aangenaam te maken. De kracht van zijn „Vermaning" ligt vooral in het dogmatisch gedeelte.

Daarin toont Trigland duidelijk aan, dat de waarheid aan de zijde der Gereformeerden is en de Remonstranten niet in hun scheuring moeten blijven volharden. Dit geschrift heeft op zijn tegenstanders veel indruk gemaakt. Uitenbogaert beantwoordde de „Vermaning", waarop Trigland onmiddellijk een „Tweede Christelijke en Vriendelijke Vermaning" liet volgen. Ook hierin toonde Trigland nadrukkelijk aan, dat de Remonstranten geen reden tot scheuring hadden. Uitenbogaert was niet vlug met zijn wederwoord, niettegenstaande zijn vrienden er bij hem op aandrongen toch te antwoorden.

Eindelijk na drie jaar in 1627 kwam het antwoord van Uitenbogaert. Enkele jaren na de Dordtse Synode lieten de Remonstranten langzamerhand weer van zich horen. De plakkaten werden niet zo streng meer gehandhaafd, zodat de Remonstranten soms wel weer eens samenkomsten hielden. Voor de Gereformeerden was dit alles een grote ergernis. In 1626 dienden zij dan ook een rekest in aan de Staten van Holland, waarin zij klaagden, dat verschillende verbannen predikanten weer heimelijk waren teruggekeerd en dat overal vergaderingen werden gehouden. Dit rekest was mede ondertekend door Trigland.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1950

Daniel | 12 Pagina's

Jacobus Trigland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1950

Daniel | 12 Pagina's