Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrijstad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijstad

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat daarheen vliede de doodslager die een ziel door dwaling, niet met wetenschap, verslaat; opdat zij ulieden zijn tot een toevlucht voor den bloedwreker. Jozua 20:3

Geliefde lezer(es),
De Heere had Mozes in Deuteronomium 19 en Numeri 35 bekendgemaakt dat er vrijsteden in Kanaän moesten zijn. Nadat de vijanden door de Israëlieten waren verdelgd komt de Heere daar bij Jozua op terug. Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Geeft voor ulieden de vrijsteden waarvan Ik met ulieden gesproken heb door den dienst van Mozes.
Deze vrijsteden waren er al voordat Israël Kanaän had ingenomen. Ze behoefden dus niet meer gebouwd te worden. Deze vrijsteden had de Heere Zelf afgezonderd en werden bewoond door de Levieten. Ze waren verspreid over Kanaän, drie aan de ene zijde van de Jordaan en drie aan de andere zijde. Op die manier woonden alle Israëlieten dicht bij een vrijstad.
Deze vrijsteden wijzen ons symbolisch heen naar Christus, de enige Vrijstad. In de eeuwige raad Gods of het Verbond der verlossing is Christus als het Hoofd van Zijn Kerk van eeuwigheid aangewezen als de enige Middelaar Gods en der mensen. Dus vóórdat de mens van God afviel was deze Vrijstad er reeds. Hoe vaak hebben wij in Gods huis van zondag tot zondag deze Vrijstad al horen verklaren? Heeft deze Vrijstad al waarde voor ons gekregen?
Wie krijgt een vrijstad nodig? In het derde vers staat: Dat daarheen vliede de doodslager die een ziel door dwaling, niet met wetenschap, verslaat; opdat zij ulieden zijn tot een toevlucht voor den bloedwreker. Dus het gaat om iemand die per ongeluk iemand heeft gedood. Dus niet een moordenaar die dat met opzet heeft gedaan.
In Deuteronomium wordt een voorbeeld genoemd van twee houthakkers. De bijl schiet bij de houthakker van de steel en treft een ander zodat hij sterft. Dit houdt heel wat in! Ineens krijgt hij met een bloedwreker te maken uit de familie van de gestorven persoon. Die bloedwreker had namelijk de plicht om de doodslager te doden. We lezen in Numeri 35: De wreker des bloeds, die zal den doodslager doden; als hij hem ontmoet, zal hij hem doden. Alleen in de vrijstad mocht hij niet komen. Daarom was de niet-moedwillige doodslager daar veilig.
De strekking van het beeld dat zojuist is geschetst is geestelijk. Een mens is naar Gods beeld geschapen. Van nature zijn we allen door onze diepe val in Adam moordenaars van onze ziel geworden. Zodra Gods Geest een mens overtuigt van de geestelijke inhoud van de wet krijgt hij te maken met de bloedwreker. Hij moet naar een vrijstad heen! Naar huis om nog afscheid te nemen van vrouw en kinderen kan niet meer, want zijn leven is in gevaar! De bloedwreker heeft het op zijn leven gemunt. Er blijft maar één ding over en dat is vluchten, want de wet eist volkomen betaling. De straf die er aan verbonden is, is de dood.
Die mens is tot de ontdekking gekomen dat hij alles kwijt is. Hij is God kwijt. Alleen vluchten schiet nog over. Telkens als hij achterom kijkt, ziet hij in de verte die bloedwreker naderen. Hij snelt voort op die gebaande weg die de Heere het volk van Israël heeft gegeven. Eerst wist hij wel van het bestaan van die weg en gebruikte hem ook uit gewoonte, maar had hem niet nodig om naar de vrijstad te vluchten. Nu leert hij echter zien dat alleen die gebaande weg hem kan leiden en redden om in die vrijstad te komen. Op de kruispunten staan wegwijzers die heenwijzen naar die vrijstad. Er staat op geschreven: Vlied! Vlied! Die wegwijzers zijn Gods getrouwe knechten die hem heenwijzen naar die Vrijstad Christus. Buiten Christus geven ze hem geen rust, want aan Gods gerechtigheid moet volkomen genoeg gedaan worden. Hij heeft er alle belang bij om de toekomende toorn te ontvlieden en wederom tot genade te komen. Komt deze vluchteling op een hoogte, dan ziet hij soms in de verte die vrijstad liggen. Maar zolang hij er nog niet in is, blijft hij in groot gevaar.
Hij haast en spoedt zich voort om des levens wil. Hij gaat acht slaan op de prediking. Zoéén gaat zo anders luisteren dan vroeger. Hij vindt geen rust want die bloedwreker jaagt hem voort. Sterven betekent God ontmoeten en hij kan God niet ontmoeten, want God komt om Zijn recht. En als God naar recht gaat handelen dan is het voor eeuwig kwijt.
We zien in onze gedachten deze man voortsnellen naar die vrijstad. Eindelijk is hij genaderd tot de poort van zo’n vrijstad. Geheel buiten adem zinkt hij neer. Hij kan geen stap meer doen. Voor een ogenblik is hij buiten gevaar. Maar in de poort wordt zijn zaak onderzocht. We lezen dat in het vierde vers. Dit onderzoek richt zich op de wettigheid van zijn vlucht. Pas als de zaak recht blijkt te zijn, namelijk dat hij geen moedwillige doodslager is, wordt hij in de stad toegelaten. Wat een wonder dat hij nu in veiligheid mag verkeren! Alleen daar is hij veilig. Maar de zaak is daarmee niet opgelost, nee, er moet meer gebeuren. Hij is pas helemaal vrij na de dood van de hogepriester. Tot zolang mag hij de stad niet verlaten. Als hij zich buiten de stad begeeft heeft de bloedwreker nog steeds recht op hem. Pas als de hogepriester is gestorven kan hij de stad verlaten. … totdat de hogepriester sterve die in die dagen zijn zal; dan zal de doodslager wederkeren en komen tot zijn stad en tot zijn huis, tot de stad vanwaar hij gevloden is. Er moet dus een ander voor hem sterven op grond van recht. De definitieve vrijlating vindt pas plaats op grond van de dood van de hogepriester. Nu heeft de bloedwreker geen recht meer op hem. Een ander heeft in zijn plaats betaald, nu mag hij weer in de volle vrijheid delen.
Welk een inhoud heeft deze Vrijstad! Heeft Christus Zijn leven niet gegeven voor zulke doodslagers? Denk maar aan de moordenaar aan het kruis.
Geliefde lezer(es), het zal op deze rechtshandeling aankomen. Namelijk dat God de Vader op grond van Christus’ werk de vrijspraak geeft. Dan bent u waarlijk vrij. De Heere geve dat we geen rust zouden hebben voordat we die vrijspraak hebben ontvangen. Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De vrijstad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 augustus 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's