Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PAULUS EN TIMOTHEÜS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PAULUS EN TIMOTHEÜS

Een voortreffelijk werk. 1 Timotheüs 3:1.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In hoofdstuk 2 heeft Paulus gewezen op het gebed en de gebedshouding in de gemeente. Hij geeft aan de plaats van de man en de vrouw in de gemeente. Paulus wijst erop waarom de vrouw niet mag leren en regeren in de gemeente. In hoofdstuk 3 heeft hij het over de ambten in de gemeenten. Zijn de vrouwen daarvan uitgesloten, dan betekent dan niet dat alle mannen zonder onderscheid toegelaten en zo verkozen kunnen worden. Nauwgezetheid dient bij de verkiezing in acht genomen te worden. Dit behoort steeds voor de aandacht te staan. Ook al laat Paulus dit woord horen: dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzienersambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. Daarbij dienen we de volgende vereisten te onthouden. Waar de apostel mee begint is de overdenking waard. Hij heeft het over het opzienersambt, een ambt in de gemeente, door Christus Jezus gegeven. Zelf is Hij de Herder en Opziener der zielen. Hij heeft het voor het zeggen. Hij is het Hoofd. Hij is bekleed met herderlijk gezag. Nu werkt Hij als de verhoogde Christus middellijk. Hij gebruikt mensen in Zijn dienst, door Hem geroepen en toegerust tot de gestelde taak of taken. Daarom kunnen we zeggen dat de ambten gaven zijn van Christus die Hij door Zijn Geest aan de gemeente schenkt. Zij vormen het middel in Zijn hand om de gemeente te regeren en te leiden, op te bouwen en toe te rusten. Vandaar dat aandacht voor het ambt, respect voor het ambt, voor de kerkorde, voor de kerkorganisatie en voor het kerkrecht voluit Bijbels zijn. Zo ook het spreken over of het wijzen op de opziener. Nu is van het griekse woord episcopos, dat opziener betekent, het woord bisschop afgeleid. Een bisschop is dus een opziener. In de roomse kerk wordt het woord bisschop nog gebruikt. Maar het heeft een heel andere betekenis dan bij Paulus. Voor Paulus zijn bisschoppen ambtsdragers van een plaatselijke gemeente. Het ‘één alleen’ wijst de Schrift af, alsook het alleen heerschappij voeren. Het is opvallend dat het woord opzienersambt wat Paulus in 1 Tim. 1 gebruikt in verband met de ouderlingen hetzelfde woord is dat Paulus gebruikt in Handelingen 1:20 in verband met de apostelen: een ander neme zijn opzienersambt. Ouderlingen kunnen zo collega opzieners van de apostelen genoemd worden. Zeker de apostelen hebben een eigen plaats ontvangen met een bijzonder mandaat, maar ze zijn medeouderling. Dit schrijft Petrus van zichzelf in zijn eerste zendbrief hoofdstuk 5 vers 1. Hiërarchie mag er nooit zijn. De ambtsdragers moeten ook acht geven op zichzelf, Handelingen 20:28. Elke ambtsdrager dient zijn plaats te weten. Dit mag nimmer vergeten worden. Daar vandaag alles open ligt, wordt er wat gehoord hoe het toegaat in sommige consistories. Wat kunnen dominees domineren. Als dominanten optreden. Er zijn wat communicatiestoornissen met al de gevolgen van dien. Zeker mogen we ouderlingen en diakenen niet voorbijzien. Ook zij hebben hun plichten, hun verantwoordelijkheid. Maar een predikant moet bijzonder voorzichtig handelen, zijn plaats weten en biddend leven bij en uit de tekst door Paulus gegeven, want het raakt het hele leven. Wie predikant is, heeft als het goed is, naar het gehoorde gestreefd, ernaar verlangd. Niet om zich in te dringen, niet om wat te worden, niet om op de preekstoel te staan en het voor het zeggen te hebben. Het ambt trok niet uit eerzucht, noch uit hebzucht, maar men werd gedrongen door de oprechte vreze des Heeren, om bezield door de genade des Heeren en geleid door de Heilige Geest de gemeente te dienen. Het is immers een treffelijk werk, een schoon werk. Zo wordt het bedoeld. Het heeft te maken met de eer van de Heere en de zaligheid van zondaren. Zeker brengt het grote verantwoordelijkheid met zich mee. Men is bezig met leden, ouderen en jongeren, die een ziel hebben voor de eeuwigheid. Die moeten geleid en geleerd worden. Maar de dienst van de Heere is een liefdedienst. Vandaar dat een geëmeriteerde, wanneer hij weer in de praktijk gezet zou kunnen worden, weer in het volle dienstwerk ging werken, want de dienst des Heeren blijft leven en trekken. Het is een levenskenmerk van Gods knechten. Paulus schrijft: het is een getrouw woord. Het is geloofwaardig, zo iemand tot eens opzienersambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. Is er één die dit wist, dan was het Paulus. Gods geroepen knechten zeggen ‘amen’ op het woord van Paulus en bidden: dat wij ons ambt en plicht, o Heer’, getrouw verrichten tot Uw eer: dat Uwe gunst ons werk bekroon; Uw Geest ons leid’ en in ons woon.

Graag wil ik doorgeven wat Matthew Henry in zijn Bijbelverklaring zegt. De dienst van een opziener is een goed werk, een werk van het hoogste belang en verricht voor het hoogste goed. De bediening beoogt niets minder dan het leven en de gelukzaligheid van onsterfelijke zielen. Het is een goed werk, want het bedoelt de Goddelijke volmaaktheden in het licht te stellen door vele kinderen tot de heerlijkheid te leiden. De bediening is ingesteld om de ogen der mensen te openen en hen van de duisternis tot het licht te keren en van de macht van de satan tot God, Hand. 26:18. Daar moet een ernstige begeerte naar die bediening zijn in hen die er in gesteld worden, wanneer iemand het begeert moet hij het begeren met het oog op het vooruitzicht om Gode meer heerlijkheid te kunnen geven en de zielen der mensen het meeste goed te doen door dit middel. En daarom wordt bij de bevestiging ook deze vraag gesteld: Gevoelt gij dat gij door de Heilige Geest bewogen zijt om deze bediening te aanvaarden (uit het formulier destijds gebruikt in Engeland.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

PAULUS EN TIMOTHEÜS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's