Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet-ritmisch zingen had praktische reden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet-ritmisch zingen had praktische reden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Vorige keer eindigde ik met te zeggen dat Luther veel ruimte gaf aan muziek in de eredienst. Ook had hij geen problemen met het zogenaamde vrije lied en het koor. De soberheid in eredienst binnen onze kerken gaat wel degelijk terug op Calvijn. Hij was terecht bevreesd voor afleiding van het enige doel van de kerkdienst: de verkondiging van het Woord.

Aan de andere kant geloofde hij in navolging van Plato en Augustinus dat muziek bepaalde krachten bezat en dat deze ten goede konden worden aangewend, wanneer de bijbelse woorden werden ondersteund door melodieën die in staat waren het hart te treffen.

Calvijn wilde van meet af aan gemeentezang in de eredienst. Over wat er gezongen moest worden was hij vrij duidelijk: Gods Woord. De schriftgedeelten die een dichterlijk karakter hadden, waren daar bij uitstek geschikt voor. Echter, daarvoor was het nodig ze te berijmen.

Calvijn is daar oorspronkelijk zelf mee begonnen. Al in 1539 verscheen er in Straatsburg een zangbundeltje met berijmingen door hemzelf. Hoewel zelf geen dichter was hij bij gebrek aan beter zelf maar begonnen met een aantal psalmen en lofzangen uit de Bijbel te berijmen en op bekende melodieën te zetten. Hij had er dus haast mee.

Calvijns dichterschap heeft echter maar kort geduurd. Al gauw gaf hij de voorkeur aan het werk van anderen: zijn vriend Theodore de Bèze en de Franse hofdichter Clement Marot. Dat de melodieën van de psalmen afkomstig zouden zijn van wereldse liedjes is een misverstand dat nu zo langzamerhand wel achterhaald is.

Verschillende deskundigen hebben aangetoond dat de meeste psalmwijzen afstammen van het Gregoriaans, de eenstemmige liturgische zang in de Roomse kerk. Logisch eigenlijk, Calvijn wilde immers voorname en gewijde melodieën? Een zevental componisten heeft deze Gregoriaanse melodieën bewerkt zodat ze zingbaar werden voor de gemeente. Eenstemmige gemeentezang, dat wilde Calvijn. Hoewel hij de meerstemmige zang stimuleerde, mocht deze niet tijdens de eredienst plaats hebben. Daardoor zou immers het woord onverstaanbaar worden!

Er werd bij Calvijn echter wel ritmisch gezongen. Men had daar trouwens ook geen moeite mee, omdat ritme en tekst met elkaar overeenkwamen. Het beroemde niet-ritmische zingen is een Nederlandse vinding.

De bekende Petrus Dathenus vertaalde Calvijns Geneefse psalmboek in het Nederlands. Nu hebben de "Duitse" talen een heel ander woordritme dan het Frans. Datheen had daar echter geen rekening mee gehouden, zodat hier al gauw "de maten streden als putemmers, de een rijzende zoveel als de ander daalt", zoals Constantijn Huygens later zou schrijven.

Ook verstond men in die tijd nog niet de kunst van het begeleiden met akkoorden. Daarom was Calvijn ook tegen het gebruik van orgels in de kerk. Ook Luther laat zich zeer negatief uit over het orgelspel in zijn dagen. In ons land werd het orgelspelen al in de jaren zeventig van de zestiende eeuw afgeschaft, met als resultaat een gemeentezang die uitblonk in ongelijkheid en "iedereen op zijne wijs".

Vandaar dat men het gebruik invoerde alle noten even lang te zingen. En zo is het gebleven in veel kerken tot op de dag van vandaag. Dat men aan dat gebruik wil vasthouden is ieders goed recht, maar het gaat wat te ver het ritmisch zingen als zonde te beschouwen en hen te veroordelen die dat wel doen. Zelfs Voetius bepleit in een van zijn geschriften nog het zingen van psalmen in het oorspronkelijke ritme.

Ook over het tempo van het zingen lopen de meningen nogal uiteen en ook hierover menen mensen elkaar vermanend te moeten toespreken. Wanneer men langzaam of nog langzamer het meest eerbiedig vindt, dan is dat natuurlijk best, maar dat een wat vlotter tempo "modern" zou zijn en men dus vroeger ook langzaam gezongen zou hebben, berust niet op feiten.

In de kerk van Calvijn zong men per dienst enkele Psalmen en wel in hun geheel. Per zangbeurt zong men minstens een couplet of acht. Zou dat in een zeer langzaam tempo gegaan zijn, dan had men dat waarschijnlijk niet volgehouden. De structuur van de psalmmelodieën is zodanig dat men precies één regel op een adem kan zingen. Het argument dat men bij langzaam zingen beter over de woorden kan nadenken, is niet juist.

Gemeentezang is bedoeld als een gezamenlijk gebeuren tijdens de eredienst en niet zo zeer als moment voor persoonlijke meditatie. Wie over de woorden wil nadenken, pakke thuis zijn psalmboek en verdiepe er zich in. Trouwens, ik raad een ieder aan in dat geval de onberijmde Bijbeltekst te nemen; die is zuiverder en rijker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Terdege | 80 Pagina's

Niet-ritmisch zingen had praktische reden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Terdege | 80 Pagina's