Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebod met een belofte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebod met een belofte

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

3.

Is bij het tweede gebod een belofte gesteld, heel bijzonder is dat zo bij het vijfde gebod. Voordat we op die belofte dieper willen ingaan, staan we stil bij het gebod op zich. Een gebod ons allen bekend: “eert Uw vader en Uw moeder.....’’ En in de catechismus wordt terecht deze verklaring gegeven: “dat ik mijn vader en mijn moeder en allen die over mij gesteld zijn, alle eer, liefde en trouw bewijze en mij hunner goede leer en straf met beoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe en ook met hun zwakheid en gebreken geduld hebbe, aangezien het God belieft ons door hun hand te regeren”.

Het vijfde gebod handelt dus over gezag en gehoorzaamheid. Nu; daar is sinds de zondeval in het paradijs al heel wat over te doen geweest en nog. Wat een gedachten en theorieën omtrent gezag en gehoorzaamheid worden gehoord en zelfs in praktijk gebracht. En dit alles druist in tegen Gods Woord. Voor God heeft menigeen geen ontzag meer en daarom heeft Zijn Woord geen gezag meer. Wie God de Heere loslaat laat tevens ’s Heeren Woord vallen en wil niets weten van enig gebod. Nu moeten wij, die opgevoed zijn bij Gods Woord, van Zijn heilige wet weten en die elke zondag horen in de dienst, leven bij de geboden des Heeren. In het vijfde gebod worden we bijzonder gewezen op het feit dat alle gezag in de samenleving van God is. Vandaar dat alle gezagsaantasting, alle ge-zagsdevaluatie, of vernietiging ingaat tegen Gods wil. God de Heere Zelf is de hoogste gezagsdrager. Hij is de souvereine God, Die regeert en het voor het zeggen heeft. En dat de eeuwen door. Nimmer geeft Hij Zijn gezag uit handen. Hij draagt Zijn gezag niet over. Wel is het zo, dat Hij Zijn gezag door anderen uitoefent. De Heere oefent Zijn gezag uit: onmiddellijk en middellijk. In de natuur laat Hij naar Zijn welgevallen de wind en sneeuw komen en werken. De jaargetijden heeft Hij gesteld en zij komen op Zijn tijd en wijze. In de mensenwereld zien we de middellijke gezagsuitoefening. Er is, zegt Paulus in Rom. 13, geen macht dan van God en de machten die er zijn, zijn door God gesteld. Achter gezagsdragers moeten we dus zien God de Heere. Nu moet elke gezagsdrager zich dit ook bewust zijn. Achter mij staat God de Heere en Hij blijft achter mij staan. Niet één gezagsdrager is autonoom, een dictator, die zijn wil kan laten domineren, men is en blijft God verantwoording schuldig, hoe men zijn gezag uitoefent. Daar de eerste gezagsdragers in het gezin worden gevonden, moeten de ouders zich bewust zijn, dat men gezagsdrager is. Wat dit inhoudt, wat dit vraagt en wie men rekenschap moet afleggen van alle woorden, daden en handelingen.

Men is met gezag bekleed. En dat heeft de Heere gedaan, dat heeft Hij gewild. Een grote verantwoordelijkheid is dit, maar ook een eer.Wat groot is het dat de Heere een gevallen man, een gevallen vrouw, een zondaar, die eer gunt en geeft. In staat stelt, leren en leiden wil om gezagsdrager te zijn. Zien we het zo als ouders? Heeft dit ook plaats in het gesprek met onze oudere kinderen? En bijzonder met hen, die denken aan trouwen? Of......?

Het houdt heel wat in vader en moeder te zijn. Wat de Heere van het kind eist wordt in de eerste plaats van de vader en de moeder geëist, nl. eer, liefde en trouw. Immers de woorden: eer, liefde en trouw, genoemd in zondag 39 en dat naar de Schrift, zij n woorden waaraan men zich gebonden weet als ouders. In het uur van de huwelijkssluiting heeft men dit uitgesproken en met de handtekening bevestigd.

De kinderen mogen en moeten, naar de belofte op de trouwdag, zien dat vader en moeder elkaar eer, liefde en trouw bewijzen. Door de gunst van de Heere kan dat. Hij geeft die gunst aan gevallen mensen, zodat ze naar Zijn Woord en wil, al is het met veel gebrek en tekortkomingen, zo leven en dit laten zien in het gezinsleven.

Wie nu een kind of kinderen heeft, wordt van Godswege ook geroepen om te komen tot eer, liefde en trouw. Het kind mag niet vereerd.

Nimmer vereerd; al past het nog zo goed op, al kan het zeer goed leren of heeft het een zeer goede baan. Het kind moet gezien worden als Gods gave. Het is een geleend pand. Het dient opgevoed te worden en wel allereerst voor de kerk en Gods koninkrijk. Bijbels te staan in de samenleving is van belang en dit zal tot zegen zijn en werpt zegen af. Het hoe gaat men naar school, het hoe gaat men het leven in, mag geen secundaire zaak in het gezinsleven zijn. Liefde en trouw moeten blijken. En dat in gebondenheid en verbondenheid aan Gods Woord en naar men beloofd heeft in het doopuur. Dat het tegendeel er kan zijn, zelfs bij een ambtsdrager, lezen we in Gods Woord. Denk aan de priester Eli. Bij het ouder worden werd hij liefdelozer en ontrouwer. Hij werd ontrouw jegens zijn kinderen door hen niet zuur aan te kijken. En ziet, hij raakte én de Heere — wat betreft dadelijke gemeenschap: de Heere sprak niet meer tot hem maar tot Samuël — én zijn kinderen kwijt. Wat een taak en welk een verantwoordelijkheid hebben de ouders en zij blijven die in zekere zin houden heel het leven door, want Eli’s kinderen waren ver boven de twintig. Ze waren al getrouwd. Zonder verantwoordelijkheid komt een ouder nimmer te staan. Verder geeft de Bijbel aan dat een kind nimmer los komt van het vijfde gebod. Het blijft gelden, zolang de ouders leven. Zeker zijn hieraan grenzen. Wanneer bij ouders of kinderen de grenzen van Gods Woord worden doorgebroken, of terzijde worden geschoven, komt het anders te liggen. Immers in alle samenlevingsverbanden geldt wat er staat: “Gode meer gehoorzaam te zijn dan de mensen”. Gods wil blijft de wet voor het leven. In onze gebroken samenleving wil de Heere werken door Zijn Woord en Geest zodat er enige beantwoording mag zijn aan de eis van het vijfde gebod. Hoe schitterde dit volkomen in Nazareth. Het straalde uit in het donker Galilea.

Hoe leefde Jezus als klein kind, als jongen, als volwassene. Overal en altijd betrachtte Hij de wil van Zijn vader. De onderdanigheid was vrucht van Zijn onderworpenheid en verbondenheid. De wil van Zijn Vader was de wet van Zijn leven. Door Zijn Geest kunnen we iets gaan kennen van Zijn levensbeeld. Het worde gezocht en gekend! Tegen die levenshoudingen levensgang in het gezin en daarbuiten komt veel, ja alles op, want we leven niet slechts in een tijd van gezagscrisis, maar ook van gezangsontbinding. Er mag zijn een gezagsloze opvoeding.

Daar ik het niet beter kan verwoorden, geef ik U door wat ik las: “Een anti-autoritaire opvoeding miskent het bindende gezag van de waarheid Gods. Ze laat de jonge mens aan zichzelf over. Het is in het Westen fout gegaan op het moment dat de ouderen het de jongeren zelf lieten uitzoeken. Zij hebben zich van hun verantwoordelijkheid afgemaakt. Nu maken andere machten zich meester van de geest van onze jeugd. Christelijke opvoeding moet staan in het gehoor vragen voor en gehoorzaamheid oproepen aan de waarheid Gods. Wij mogen en kunnen onze kinderen niet vrij laten, omdat God ze niet vrij gelaten heeft.

We worden door de doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, tot een gebondenheid aan God. Zonder autoriteit moet een kind in deze wereld geestelijk en moreel ten gronde gaan. Gezag houdt immers in, dat er een wijze, voorzichtige en liefdevolle macht is die er zich voor inzet dat het kind niet als alle andere kinderen door de stempelmachine van de wereld gestempeld worden, maar bewaard wordt voor de ondergang in de grauwe, geestloze massa. Gezag is met zorg om het kind vervuld, omdat het weet van zijn adelstand, maar ook weet van de bedreigingen en verleidingen. Van een ander gezag dan zulk een gezag, weet de Bijbel niet. En zo hebben we daarom ook het vijfde gebod te verstaan”. Onder ons zij er gezagsuitoefening en ge-zagsgehoorzaamheid naar Gods Woord. Daarvoor is veel knieënwerk nodig. Steeds weer opnieuw, want wie zijn wij. Het moeten leven bij onze verantwoordelijkheid wege zwaar, maar ook kome steeds weer voor de aandacht: de Heere is bereid om alles te geven. Hij kan en wil gewillig maken. Hij heeft macht over elk hart.

Tot steun en troost staat er terecht in het huwelijksformulier: “dat Hij de getrouwden Zijn hulp en Zijn bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht”.

“Wat Zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet”.

Wat een wonder is het dat er genade, dat er bekering is voor een vader, voor een moeder en voor kinderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Een gebod met een belofte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's