Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als de bruidegom komt...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de bruidegom komt...

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Heheh, nog net op tijd, ' hijgt Linda. 'Dat mocht je willen, ' leken de ogen van Karin te zeggen, om er hardop aan toe te voegen: 'je bent al tien minuten te laat!'

'Ik kon er écht niets aan doen, ' probeert Linda.

Karin glimlacht een beetje vals. Ze neemt nog een trekje aan de sigaret die ze nonchalant tussen haar vingers houdt. Met een blik van verstandhouding tegen Ellen, voegt ze er aan toe: 'Het geeft ook niet, drink nu maar vast koffie, dan kun je over vijf minuten beginnen.'

Linda's mond zakt open. Nog steeds lijkt Karin te lachen.

'En geen koffiepauze meer, die tijd heb je nu al gehad.'

Linda loopt naar de gootsteen. Ze pakt de kom met koffie en schenkt zichzelf in. Haastig gaat ze ermee naar tafel.

'We hebben volgende week een probleem, ' merkt Karin op.

'Als iedereen een paar uur meer werkt, dan komen we er wel uit joh. De meesten zullen het wel begrijpen, ' antwoordt Ellen.

Linda's wenkbrauwen gaan omhoog. Hoort ze dat goed? Nog meer werken volgende week. Ze had juist een paar dagen naar het strand willen gaan.

'Heb jij volgende week nog vakantie, Linda? '

'Hm, nog een week ja.'

Linda wilde dat ze vanochtend op tijd was geweest, dan had Karin het misschien een ander gevraagd. 'Ik zoek nog een paar mensen die kunnen werken op dinsdag, woensdagmorgen en vrijdag en zaterdag.' Linda zwijgt. Waarom moeten ze haar weer hebben? Ze heeft er met dit mooie weer beslist geen zin in. Ze zal zeker niet spontaan haar hulp aan gaan bieden. Dan mag ze gelijk alle dagen werken. Als je ze een vinger geeft...!

't Is namelijk zo, ' gaat Karin onverstoorbaar door 'de moeder van joke is overleden.'

Linda en joke kenden elkaar al heel lang. Toen ze nog nauwelijks boven de tafel uitkwamen, vond iedereen dat ze prima vriendinnen konden worden. Nou ja, eigenlijk was het vooral de moeder van joke. De moeders van Linda en Joke kwamen vaak bij elkaar en bij die gelegenheid werden de meisjes naar boven gestuurd om met de poppen te gaan spelen. Linda's hekel aan de moeder van Joke stamde uit die tijd.

Ze begreep nooit dat haar moeder die vrouw altijd maar weer uitnodigde. Ze arriveerde vaak op de gekste momenten met Joke achter op de fiets. Dat er soms al iemand bij Linda's moeder was, maakte niets uit. 'Gezellig, zo zie je nog eens iemand, Nel. Als je het niet erg vindt, dan kom ik er gewoon bij zitten. Daar geef ik niets om.'

Alsof die visite kwam, terwijl zij er al zat. Linda's moeder knikte dan alleen.

Op vriendelijke toon zei ze zoiets van: 'Je kunt beter de volgende keer even bellen hoor.'

Maar Jokes moeder was niet voor één gat te vangen.

'joh, je weet hoe ik ben. Dan krijg ik een bui, dat ik denk, kom laat ik eens naar Nel toe gaan. Dan zit ik al op de fiets voor ik er erg in heb en dan kan ik niet meer bellen hè.'

Het leek wel of ze de vriendelijke terechtwijzingen van haar moeder niet hoorde.

'Wat leuk, dat je op zaterdag bij de supermarkt werkt. Zou net iets voor jou zijn Joke!'

Jokes moeder zat weer eens bij Linda's moeder op de bank. En gewoontegetrouw was Joke meegekomen. Sinds joke naar een andere school was gegaan, waren ze elkaar wat uit het oog verloren. Ze deed dit jaar al examen, Linda moest nog een jaar naar de havo.

'Joke zoekt nog een baantje, ' vervolgde ze, 'Ik zeg tegen d'r: meid, je bent net als ik. Je hebt geen leerhoofd. Weet je wat jij doet? je gaat werken, dan kun je een lekker spaarcentje verdienen, voor als je nog eens trouwt. Hoe is dat trouwens geregeld? Zoeken ze nog iemand voor de week bij die supermarkt? ' 'Eh, ik geloof het wel, ' aarzelde Linda, die dit wel zeker wist.

'Kun jij niet een goed woordje voor d'r doen? '

'Dat helpt toch niet. Enne, eigenlijk kan dat gewoon niet.'

Ze was wel wijzer. Daar begon ze niet aan hoor. Joke moest maar gewoon zelf solliciteren. En dan was het nog maar de vraag of ze zou worden aangenomen. En dat werd ze...

Nu kon Linda er niet onderuit. In de pauzes maakte ze af en toe een praatje met joke. Hoe langer ze er werkte, hoe duidelijker het haar werd, dat joke hier niet erg geaccepteerd werd.

Ze zag er soms wat vreemd uit. Ze wist niet altijd wat ze zeggen en zwijgen moest. Linda geneerde zich soms een beetje voor haar. ledereen had het ook altijd over "je vriendin Joke". Dat wilde ze eigenlijk ook niet.

Omdat je toevallig in dezelfde kerk zat, moest je zeker direct vriendinnen zijn...

Met lood in de benen liep Linda naar de kassa. Joke was er dus vandaag niet. Dat scheelde. Dan kon ze ook eens met iemand anders praten in de pauze, want dat kind dacht zeker dat zij, Linda, haar persoonlijk bezit was. Echt niet dus. Automatisch opende ze haar kassa en ging zitten.

Hè, daar komt mevrouw De Groot, een oud dametje, dat nog altijd zelf haar boodschappen doet.

'Goedemorgen, ' zingt Linda bijna. 'U bent er vroeg bij vanmorgen.' 'Jazeker meisje. Ik ben het liefst zo vroeg mogelijk, dan is het nog lekker rustig.'

Voorzichtig tilt ze een paar boodschapjes op de band en rijdt met haar loopwagentje tot voor Linda. Eén voor een scant Linda de boodschappen.

Mevrouw De Groot buigt zich een beetje voorover, om geld uit haar tas te pakken. De oude handen beven. 'Doet u maar rustig aan hoor. Ik heb geen haast vandaag. Het is zeven gulden vijftien.'

'Zeg, kun je wisselen voor mij? Ik heb alleen honderd gulden bij me.' 'Natuurlijk, hebt u er dan misschien vijftien cent bij? '

Linda zoekt het wisselgeld bij elkaar. 'Dat is dan tien, vijftien, vijfentwintig, vijftig en honderd.'

Mevrouw De Groot rijdt een stukje door met de wagen, en legt alle boodschappen een voor een in het mandje.

'Zeg, die vriendin van je, is die er vandaag niet? '

'Eh, nee, ' Linda praat opeens een beetje zachter. 'Haar moeder is overleden.'

'Oh, wat erg zeg, voor dat meisje, 't Is maar goed dan, dat ze jou heeft.

Ik vind 'r altijd een beetje eenzame indruk maken. Wanneer is het eigenlijk gebeurd? '

Linda kleurt bij die gedachte, joke eenzaam? Nou dat is toch haar eigen schuld! Ze kan gewoon niet met mensen omgaan.

'Eh, dat weet ik eigenlijk niet. Ik hoor het ook nog maar net.'

'Toch is het erg, zo'n meisje kan haar moeder nog niet missen. Soms denk ik, kwam de Bruidegom mij maar halen, je begrijpt wel wat ik bedoel hè, ik ben al een oud mens tenslotte.

Ik ben altijd een beetje verdrietig als ik zoiets hoor.'

Onder het praten heeft mevrouw De Groot alles in haar mandje gelegd. 'Nou, ik ga weer eens, jij krijgt nog meer klanten zie ik.'

'Kwam de Bruidegom mij maar halen, ' denkt Linda 'daar ging het op kamp toen ook over.'

Ze zaten in de kring rond een tafel. Rondom was het geroezemoes van andere groepjes te horen. Hardop las johan, de groepsleider, voor uit de Bijbel. Het waren maar flarden die tot Linda doordrongen,

"....welke haar lampen namen en gingen uit, de bruidegom tegemoet... als nu de bruidegom vertoefde... vielen in slaap... en te middernacht... Zie de bruidegom komt..."

Ze hadden het gedeelte besproken aan de hand van vragen.

Als kind had dit verhaal Linda erg aangesproken. Ze werd altijd een beetje onrustig bij de gedachte aan die dwaze maagden. Ze weet nog goed wat ze toen gezegd had. 'Eigenlijk was het best gemeen dat die dwaze maagden er later niet inmochten. Voor je gevoel dan hè. Ze gingen toch later nog olie bijhalen.'

'Nou, ' had een ander gezegd, 'maar ze waren anders mooi te Iaat, want ze hadden eerst een tijd geslapen. Ze hadden tijd genoeg gehad.'

'Maar de wijze maagden sliepen ook.'

'Dat was ook verkeerd, ' wist een ander, die hadden ook 'bereid' moeten zijn, om dat dure woord maar eens te gebruiken.'

'Het gaat er inderdaad om, dat je bereid bent, ' had Johan gezegd. 'Dat staat er ook: "Waak dan, want je weet niet wanneer de Heere Jezus terug komt.'

Het was een beetje stil geworden. Echt zo'n moment dat niemand iets weet te zeggen.

Toen doorbrak johan de stilte met: 'Zullen we naar de eerste vraag gaan? '

Met lood in haar schoenen zet Linda haar fiets in de schuur. De stemming zal thuis wel niet best zijn, nu Jokes moeder is overleden. O, gelukkig, ze zitten al aan tafel.

'Zo ben je daar? Was het leuk op je werk? Ga maar gauw zitten, we zijn net begonnen.'

Het eten is al opgeschept. Stil begint Linda voor het eten.

Na het gebed zegt moeder: 'je hebt het zeker al gehoord van jokes moeder? Een ongeluk bij de spoorwegovergang. Ze denken dat ze de lichten niet gezien heeft.'

'Wat erg. joke was er vandaag niet.'

'Ik ben vanmiddag al even langs geweest. Het was zo verdrietig. Je moet van de week ook maar even langs gaan.'

Zie je wel, daar had je het al. Dacht je dat Linda daar op zat te wachten? 'Ik zou met Roel nog even badminton spelen vanavond. Ik kijk nog wel, ' antwoordt Linda ontwijkend.

Ze doet het echt niet. Wat moet zij daar gaan zeggen? Bah, ze heeft een hekel aan dat soort dingen. Gelukkig dat Joost zit te klieren met zijn prakje. Nu denken ze er niet meer aan.

En vanavond verzint ze wel iets, om niet te hoeven gaan.

Na het eten pakt Linda's vader de Bijbel. Hij slaat hem open waar ze gebleven zijn, en leest een stukje uit Mattheüs 25. ledereen luistert eerbiedig.

'Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; ik was krank en gij hebt Mij bezocht; ...voor zoveel gij het een van deze minsten niet gedaan hebt...'

Zouden de anderen het horen? Dat is precies voor haar. Weet de Heere dan precies wat ze vandaag gezegd en gedacht heeft? Ze wordt er helemaal stil van van binnen. Opeens neemt Linda een besluit. Joke is wel niet ziek, maar dit hoort er toch ook bij, bij wat vader net las.

Na het danken staat ze direct op.

Niet aarzelen nu. Als ze lang wacht durft ze straks niet meer. Gauw ruimt ze de tafel af. Ze loopt naar de hal en doet haar jas aan. In het voorbijgaan roept ze door de half open kamerdeur: 'Ik ga nog even naar Joke hoor, daahaag.'

Ridderkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1998

Daniel | 32 Pagina's

Als de bruidegom komt...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1998

Daniel | 32 Pagina's