Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit een dagboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit een dagboek

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ik van de week zo’n koorts had en ik voelde, dat ik met alles, wat er gebeurd was, de Heere niet kon ontmoeten en ik de Heere zo erg miste, was het van binnen: zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen en niet achterblijven. O, dat vertroostte mijn ziel zo en het was net of ik wachten kon, want Hij zal komen. Maar ik kan maar niets vasthouden en ben één stuk ongeloof. En dan die vijand van binnen; altijd wijst hij me op mijn vuile klederen en och, ze zijn zo vuil. Maar als Hij nog eens mocht spreken, dat Hij me gewassen heeft, o, dan ben ik gelukkig, vredig en schoon. Dat heeft die lieve Heere wel eens gedaan, maar telkens moet Hij, als het goed is, het weer zeggen en doen.

Vanavond dacht ik aan mijn jeugd en kreeg ik zo'n verlangen naar mijn lieve moeder. Ik zie haar nog zitten aan de ene kant van de tafel (in ons vriendelijke huisje) en ik aan de andere kant. Ze zat dan te naaien en ik te lezen. Soms was ik zo gelukkig, dat ik dan naar haar toe ging en haar lief gezicht kuste en zei dan: dag mijn lieve moeder! waarop ik dan zuchtend, soms van genot, weer ging lezen. Zulke momenten komen je dan zo helder voor de aandacht, of je het weer beleeft. En mijn lieve trouwe moeder is al 23 jaar Thuis, afgelost en misschien mag ik haar straks wederzien. O, als dat eens waar was. Soms heb ik een levendige hoop en dan kan alles weer zo donker en beneveld zijn.

Gisteren had ik veel pijn, kon mijn werk haast niet doen. Maar ik mocht zulke goedertieren gedachten van de Heere hebben, dat Hij goed was en een vriendelijk Ontfermer. En dat het nu liefde was, dat ik een zwak lichaam had, want een gezond lichaam is mij niet toevertrouwd. Ik voelde, dat het liefdekastijdingen waren. Het was net, of de Heere me in Christus vriendelijk aankeek en of Hij nu gedachten des vredes over me had. Ik was er zo vredig en stil van en alles was goed. Ik dacht: straks is mijn zwakke lichaam er niet meer en dan mag ik eeuwig in God rusten. O, dat lieve Wezen! Goedertieren Vader, milde Zegenader, dat is Hij, maar alleen in Christus. Want buiten Christus is Hij een verterend vuur en een eeuwige gloed, waarbij niemand wonen kan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Uit een dagboek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's