Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een wijze en een dwaze bouwer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een wijze en een dwaze bouwer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het beeld, dat de Heere Jezus ons in deze gelijkenis voor ogen schildert, is aangrijpend. We zien twee bouwers aan het werk, die beiden een huis bouwen om in te wonen. De eerste bouwer noemt hij een voorzichtig man. We zien hem in gedachten spitten en graven.

‘Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; en er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond. En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouw heeft; en de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot’.

Mattheüs 7:24-27

Het lijkt wel of hij iets zoekt. Hij doet dat onder de spottende blik van zijn buurman. Want die wil ook bouwen, maar houdt zich niet op met dat geploeter in de diepte. In plaats van te bouwen, is de eerste bouwer nog steeds aan het graven, terwijl zijn buurman de muren al opgetrokken heeft. Maar heeft laatstgenoemde zich gemakshalve niet bekommerd om de fundering van zijn huis, van de eerste schrijft Lukas, dat hij ‘groef en verdiepte, en zijn fundament legde op een steenrots.’ Zijn ploeterend graven was niet zomaar, al zag de buurman er de zin niet van in. De voorzichtige bouwer zocht een huis, dat de beproeving van stormen en watervloeden kon doorstaan.
Hij dacht aan zware tijden en wist, dat de duurzaamheid van zijn bouwwerk afhankelijk was van de degelijkheid van de fundering. Was nu de buurman veel sneller klaar en pochte hij misschien wel op de verfraaiingen, die hij zijn huis al gegeven had, toen de eerste bouwer net klaar was met graven, de blijdschap, die de voorzichtige bouwer had, bij het vinden van de steenrots, was heel wat meer waard dan de snoevende trots van de dwaze buurman. Nee, het was geen losliggend brok steen, maar een vaste rots, waarop hij zijn fundament legde en waaraan zijn huis hecht verbonden werd. Het duurde nu niet lang, of ook hij had (Matth. 7:24-27) een huis gebouwd. Wellicht was er niet veel verschil meer te zien. Buurman zal wat meer tijd en aandacht hebben gehad voor verfraaiingen; de waarde van een goede fundering kende hij evenwel niet.
Voor het oog weinig verschil, en toch”. onder de grond zat het wezenlijke verschil, verborgen voor het oog der mensen, maar bepalend voor de wezenlijke waarde van het huis. Dat zou blijken.
De Heere Jezus spreekt over slagregens, waterstromen en winden, die zijn gekomen: moeilijke tijden voor de huizen die nu hun duurzaamheid moesten bewijzen.
Voor de oosterling was het wel duidelijk, dat het hier ging om zware onweders, waarbij grote hoeveelheden water zich verzamelden en beekjes deden aanzwellen tot woeste bergstromen, die buiten hun oevers traden. Kwamen daarbij de gevaarlijke rukwinden, dan moest een huis wel stevig staan, om dit geweld goed door te komen. Het verschil tussen beide huizen kwam nu weldra openbaar. Neemt het stromende water alle losse zand mee, voor het huis van de voorzichtige bouwer betekende dit slechts dat zijn fundament bloot kwam te liggen. De dwaze bouwer zag ondertussen de enige grond van zijn huis weggeslagen. De muren scheurden en een flinke rukwind deed zijn bouwsel al snel veranderen in een puinhoop: een graf voor zijn bewoner. Maar hoe het water ook stroomde en hoe de wind ook rukte en trok, het huis van de voorzichtige bouwer hield stand!
Wat heeft de Heere Jezus met dit sprekende beeld ons willen zeggen? Het heeft een boodschap in zich voor ieder van ons. Nee, hierin ligt niet alleen lering voor bouwkundigen, van metselaar tot architect, maar voor iedereen. Ieder mens moet zijn beeld in één van deze twee bouwers herkennen. De Heere Jezus spreekt over twee soorten hoorders van Zijn woorden. Hij deelt dus de mensen die onder het Woord zitten in twee groepen. Dit separeren komen we voortdurend tegen in de prediking van de Zaligmaker. Het behoort nog bij de bediening van de sleutelmacht door de prediking. We moeten gemakshalve niet veronderstellen dat ieder een waarachtig geloof bezit. Er zijn hoorders die het woord horen en niet doen en hoorders, die gehoor geven aan Gods spreken. Zij die gehoorzaam zijn, zijn als de voorzichtige bouwer. Zij bekommeren zich dus om het fundament van het gebouw van hun hoop. Ze durven niet op zand te bouwen, dat is op alles wat geen vaste rots is. Met het graven en verdiepen bedoelde de Heere Jezus het zoeken van een mens naar een goede grond voor de hoop. Die ligt er niet in alles wat van ons is. We moeten afgebracht worden van alle eigen werk, van alle heimelijke hoop, die ankert in iets van de mens.
Zelfs ons geloven is de grond niet voor de hoop; het zou zijn of men het anker in het ruim van het schip wierp en meende vast te liggen. De Heilige Geest leidt in alle waarheid en leert arme zondaren, dat er in hen geen goed te vinden is.
Zij, die wat meewarig neerzien op dat ‘graven en verdiepen’, maar ondertussen het gebouw van hun hoop lichtvaardig funderen op hun godsdienstig activisme, mogen wel toezien of hun beeld niet getekend is in de dwaze bouwer. En worden wij bespot om ons zoeken naar zekerheid die voor God geldt en in de ure van beproeving ons niet ontvallen zal, laat dan anderen ons maar bespotten: het gaat om een eeuwig wel of wee!
Wat een vreugde, als een zoeker naar zekerheid deze in Christus mag vinden en in Hem alleen, in de Rots, Wiens werk volkomen is! Daar komt wel veel op af, maar wat van God is, zal stand houden, tot in de zwaarste beproeving toe.
In welke bouwer moet u zich herkennen? Handel niet lichtvaardig met uw ziel! Hier op aarde is een goede fundering van een gebouw van groot belang. Maar denk toch om het fundament van het gebouw van uw hoop. Kan het een zware beproeving doorstaan? De zwaarste zal zijn in het eindgericht. Wat zal het zijn als dan voor velen blijkt, dat ze zichzelf bedrogen hebben. Niet ieder, die hier ‘Heere, Heere!’ geroepen heeft, gaat in in het Koninkrijk der hemelen, heeft de Heere Jezus in ons teksthoofdstuk gezegd. Men kan wel geprofeteerd hebben, duivelen uitgeworpen of grote krachten gedaan, zonder een goed gebouw voor eigen leven te hebben. Mocht een ondeugdelijk gebouw toch tijdig instorten! Zoek een gegronde hoop bij God in Christus. Weet, dat zij, die van alles afgebracht worden om op Hem gefundeerd te worden in niemand kunnen roemen dan in die Rots, Wiens werk alleen volkomen is!

Goes, ds. C.J. Meeuse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2014

De Saambinder | 20 Pagina's

Een wijze en een dwaze bouwer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2014

De Saambinder | 20 Pagina's