Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vuilnissen in de Jordaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vuilnissen in de Jordaan

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke dag trekken vier vissersboten over het IJ naar de Amsterdamse binnenstad. Gereed voor het bevissen van tweehonderd kilometer gracht. De vangst, die vanuit het net meteen in het ruim wordt gestort, schommelt tussen de drie en vijf kubieke meter per schuit. Tenzij er een bankstelletje tussen zit. Een dag azen in de Jordaan.

Met zwarte koffie spoelen de vuilvissers de kater van het vroege uur weg. Gespierde lieden zijn het, sommige met rijk getatoeëerde armen. Eén visserman draagt boven het werktenue een antieke pet, ter herinnering aan de ouwe tijd.
Tegen half acht komt opzichter Nico Matser de kantine binnen. In onvervalst Amsterdams deelt hij mee wie met welke schuit op pad gaat. Wij zijn toegevoegd aan het duo Hannes van de Waart en Frans Meijer.
Met z'n kortgeschoren schedel en het glinsterende belletje in het linkeroor zou Hannes als piraat geen gek figuur slaan. Al dertig jaar zit hij bij de dienst, de laatste vijftien jaar als vuilvisser. Meijer is z'n vaste maatje. Met z'n tweeën bemannen ze een drijfvuilboot, de een als schipper, de ander als motordrijver. In de praktijk doen ze hetzelfde werk. Afwisselend staat de een aan het roer en de ander aan het schepnet.

Luchten
Kwart voor acht varen we de haven uit, richting het IJ. Frans daalt langs een steil trapje af naar de kleine bemanningsruimte, om koffie te zetten. Hannes staat aan het roer. Een kajuit heeft het vaartuig niet. De schipper staat in de open lucht, achter het laadruim. Aan bakboord koerst de IJ-pont van noord naar centrum. Erachter scheert een patrouillevaartuig van de rivierpolitie over het water. Boven de skyline van oud Amsterdam klonteren de stapelwolken samen tot een wollig berglandschap. Het rumoer van de stad is aan boord nauwelijks hoorbaar. Temidden van al het chaotische gedoe op de wallekant biedt het water elk moment van de dag een weldadige rust.
„Wij benne dit gewend", zegt Hannes, „maar 't is een vrij leven. „Al heb 't natuurlijk ook z'n bezwaren. Vooral in de winter. Weer of geen weer, we gaan eropuit. Maar een baantje binnen zou voor mij toch niks zijn. As ik zeg maar een daagje thuis ben, dan gaan ik nog geregeld naar buiten. Effe luchten, weet je wel."

Vulliszak
De Amsterdamse vuilvissers, zo'n vijftien in totaal, maken deel uit van de afdeling Baggerwerken en Drijfvuil, een poot van de Dienst Waterbeheer en Riolering. Taak van de afdeling is het op diepte houden van de Amsterdamse wateren en het verwijderen van drijfvuil en gedumpt afval. Om die klus te kunnen klaren beschikt de dienst over een forse vloot, met als basis de haven aan de Papaverweg in Amsterdam-Noord. Alleen de drijfvuilvloot telt al vijf schepen. De grootste vist op het IJ en in de havens, de overige vier bewerken de grachten. Aan de voorkant van elke boot hangt een ijzeren laadschop, waarin het vuil dat voor de boeg drijft wordt opgevangen. Het 'net' kan hydraulisch in het ruim worden geleegd. De kraan wordt enkel gebruikt bij het lossen van de lading, aan het eind van de dag. En bij het binnenhalen van grove vangsten.
Hannes weet er nog van dat alles met de hand gebeurde. „Door één man op een platte schuit. Eén man! Nou heb je een bankstel of een crapaud. Daar gaat allemaal water in zitten natuurlijk. Zo'n kreng is loodzwaar. Hoe krijg je die d'r uit met de hand? Daar hadden we dan slimmigheidjes voor. Met een touw sleepte je 'm naar de brug toe. Daar gooide je het touw om een brugleuning, je knoopte het weer aan de boot vast en je voer achteruit. Dan trok je die stoel of die bank zo omhoog en kwam-ie vanzelf boven je ruim. Maar een vulliszak mos-ie wel met de hand doen. Met water erbij kon die wel veertig kilo wegen. Nou trekken we hem met een drietand in het net."

Dwarrelen
Voor ze gaan varen, kijken de vuilvissers hoe de wind staat. „Daar ga je je route op afstemmen. Door de ervaring weet je waar je zoeken moet. Met zulk weer as vandaag wordt 't mooi in een hoekie geblazen. Als het windstil is, wordt het een stuk moeilijker. Dan gaat het vuil dwarrelen." Aan het uiteinde van een singel vinden we het eerste 'veldje' drijfvuil. Met z'n schepnet haalt Frans de drabberige troep binnenboord. De jaaropbrengst van de vuilvloot ligt rond de achtduizend kubieke meter. Vloerkleden, tonnen blikjes, lege flessen, plastic zakken, piepschuim, afgewaaide takken, bladeren, „'s Winters is het wat minder, maar na de kerstdagen krijg je weer de kerstbomen. Na de kerst gooien ze die in het water. As het zomer wordt, zie je een hoop blikkies en MacDonald-dingetjes. De laatste jaren is de hoeveelheid drijfvuil drastisch afgenomen, door de verdwijning van de stortplaatsen in de stad. In de vorige eeuw was de situatie helemaal diepdroevig. „Ontelbare doode honden en katten drijven boven, en in een gracht zag ik zelfs een paard in den afgrijsselijksten staat van verrotting", schreef een ontstelde toerist. Dat heeft Hannes niet meer meegemaakt. Wel had hij een keer een zeug aan de haak. „M'n baas belde dat er een dooie hond in het water lag. Kom ik daar, zien ik een roze beest. Was 't een half varken. Dan denk je bij je eigen: 'Hoe komt-ie daro?' D'r zal wel iets mis gegaan zijn met het provianderen van een zeeboot."

Meerkoeten
Over het Westerdok glijdt de vuilboot naar de binnenstad. Boven een modern betonnen treinviaduct verrijzen de torens van "De Posthoorn". Langs de oever ligt zo'n beetje alles wat drijft. Verroeste jachtjes, roeiboten, krottige arken, tjalken en omgebouwde beurtschepen die weleer tussen Amsterdam en Zaandam voeren. Achter de bouwvallige vloot liggen afgedankte opslagschuren van Van Gend & Loos. „Die benne nou gekraakt door kunstenaars", weet Hannes.
In de binnenstad neemt de variatie aan woonboten nog toe. En de creativiteit van de bewoners. Waslijnen boven het water, een ren op de voorplecht voor de kat, een tuintje op het dek, een grasmat op het dak, een platje met ganzen, niets blijkt onmogelijk. Van verscheidene arken is de rand geannexeerd door meerkoeten, die er met drijfvuil een nest hebben vervaardigd. „Dat zijn onze grootste concurrenten. Ze nemen alles mee. De laatste jaren zijn er weer veel meer meerkoeten en vooral futen gekomen. Dat is een teken dat het water schoner wordt. Daar doen ze echt hun best voor, bij de gemeente. Ze hebben in sommige grachten zelfs kunstmatige drijvende eilandjes gemaakt. Daar moeten mosseltjes aan komen, die zuiveren het water."

'Loos geven'
De stadsvernieuwing trekt messcherpe scheidslijnen door oud Amsterdam. Vervallen grachtenhuizen met verwilderde tuintjes leunen tegen moderne appartementencomplexen, waarvan de balkons bedekt zijn met propere geraniumbakken. Voormalige pakhuizen, waarin een generatie terug de lading van dekschuiten werd opgeslagen, worden rap verbouwd tot luxe woningen.
In de Lijnbaansgracht is de spin aan het werk. Op vier poten verplaatst het baggerwerktuig zich door de smalle waterloop. De verontreinigde bagger wordt door de in het wit gehulde machinist gelost in een drijvende bak. Als vier of vijf bakken gevuld zijn, voert een sleepbootje ze af naar de stortplaats. Bakkenschippers moeten voorkomen dat de varende trein woonboten ramt of walkanten vernielt. „Ze koppelen die bakken stijf an mekaar", doceert Hannes, „maar dan ken je natuurlijk nooit een bocht nemen. Dus moeten die bakkenschippers voor een bocht de ketting rond de bolder een stukkie op laten vieren. 'Loos geven', noemen wij dat. Als hij geen loos geeft, krijgt die schipper die bakken nooit de hoek om. Dan gaat-ie met z'n boot zelfde rondte in."

Vuilnisschuiten
Een vissende reiger maakt met tegenzin plaats voor het naderende monster, dat pal naast de woonboten de zwarte blurrie van de bodem hapt. De afgelopen weken is ook onder de arken gebaggerd. „Een hele operatie", zegt Frans. „As je zo'n ark wegsleept, moet eerst wel alles netjes afgesloten worden. Water, gas, elektrisch. En 's avonds willen ze weer een bakkie koffie kunnen zetten, dus dan moet alles weer aangesloten zijn." Voordat de spin kwam, is een kraanboot langs geweest, om op grofvuil te vissen. Koelkasten, verkeerspaaltjes, gezonken bootjes, gedumpte fietsen. Elk jaar worden tussen de tien- en twaalfduizend tweewielers boven water gehaald. Voor een deel is dat volgens Hannes te wijten aan de verdwijning van de vuilnisschuiten. „Die had je vroeger door heel Amsterdam leggen. Willem de Zwijgerlaan, Brouwersgracht, Ouwe Schans, Zeeburg, Amsteldijk, Stadhouderskade... Daar konden partekelieren of bedrijven hun vuil in storten. As je zeg maar een bankstel had dat te groot was voor de vullisman, of je had een verhuizinkie, dan kon je je rotzooi daar dumpen. As de schuit vol was, werd-ie opgehaald. Prima systeem. Maar toen benne ze overgegaan op vrachtwagens. Voorstel van een of andere wethouder. Nou staan die wagens de helft van de dag vast op de wallekant. En maar ronken. Goed voor het milieu."


Kattebak
De drijfvuilboot ligt nooit vast. In een egaal tempo tuft het vaartuig door de Jordaan, het net zo'n tien centimeter onder water. Zo nu en dan hanteren de vuilvissers het schepnet, om troep tussen de wal en het schip te verwijderen. De vangst is bescheiden. Een stuk hout, een leeg blikje, een verdwaalde paarse teil, een voorraadje groentenlof dat waarschijnlijk uit het raam van een hooggelegen keuken in de gracht is gekwakt. „Gescheiden afval willen ze tegenwoordig hebben", verklaart Hannes. „Je groenteresten moet je apart houen, de kattebak, je dooie planten... Dat is allemaal mooi voor mensen in een eenschuit voor het gezinswoning, maar hier in de drijjvuil. Jordaan heb je nog van die voor- en achterwoningen. Die mensen hebben de vullisbak op het portaal staan. As ze ook nog een groene en een grijze en een gele container in huis nemen, kenne ze zelf wel op 't dak gaan zitten. Ze zouen hier gewoon een vuilnisschuitje neer moeten leggen, met verschillende compartementen. Kunnen die mensen d'r afval bij dat schuitje brengen. Heel simpel."

Henkie
„Kom bij Bertus op de boot", adverteert een fietsenmaker op een ark in de Brouwersgracht. „Die leg in de clinch met een wijfie in dat verbouwde pakhuis ertegenover", weet Frans. „Ze ergert zich eran dat die man daar z'n bedrijfie uitoefent. Waar ze vandaan komt weet ik niet, maar 't zal wel niet uit Amsterdam zijn. Nou probeert ze 'm op allerlei manieren weg te krijgen. Een rechtszaak heb ze d'r zelfs van gemaakt." Aan de Prinsengracht sjouwt een caféhouder zwetend een stapel stoelen naar het terras voor z'n uitspanning. „Hé Henkie", groet Hannes joviaal. „Ja, wij zeggen tegen iedereen altijd Henkie, want de meeste mensen heten Henkie. Henkie of Jantje, dan is 't altijd goed." Aan stuurboord ligt de schrootschuit van dove Dirk. Tot de nok gevuld met oude kachels, koelkasten, verroeste fietsen, lampen, zinken teilen en ander ongeregeld goed. De bakfiets van de eigenaar staat ernaast, „'s Morgens gaat-ie altijd de vullisbakken na. Zoeken naar oud ijzer en koper. As-ie voldoende heeft, brengt-ie 't bij een voddenjood."

Hugenoot
Bij de kiosk van Canal Bike, aan de voet van de Wester, melden de eerste klanten zich voor een waterfiets. Bovenin de toren klingelt het carillon, een gratis concert voor de bezoekers die in de rij staan voor het AnneFrankhuis. „Die daar ken je ook van alles vertellen", wijst Hannes. „Die heb vroeger nog bij ons gewerkt. Heel effe maar, toen kreeg-ie 't an z'n rug. Nou staat-ie met schilderijtjes bij het Anne-Frankhuis. Héé Henkie, we hebben mense van de pers." De aangesprokene, een dikbuikige Amsterdammer, begint te zwaaien als een drenkeling die de reddingsboot ziet naderen. Met uitgestoken hand komt hij naar ons toe. „Johannes Andries Labordes, van huis uit nog hugenoot. Waar zijn jullie van, as ik vragen mag. Pas heb ik ook al in 't AD gestaan. Vroeger zat ik bij de gemeentereiniging, maar ik ben afgekeurd. Nou rij ik in een invalidewagentje rond. Je ken toch niet de hele dag achter de geraniums zitten. As 't een beetje weer is, verkoop ik schilderijtjes, van m'n vrouw. Die is kunstenares, zie je. Mooie aquarelletjes van de Wester en de grachten."

Fitnessen
De vuilvissers zijn afgezakt naar het schaftverblijf van hun vaartuig. „Je ken toch moeilijk in een koffiehuis of een restaurant gaan zitten. Dat kost tegenwoordig een hoop geld. Daarom regelen we het gewoon zelf We hebben er nou tenminste de ruimte voor. Van de Arbowet moet je fatsoenlijk kunnen eten, je moet verwarming hebben, je moet droog zitten. Er is nou ook een wet dat de dienst zelf moet betalen as je ziek ben. Je ken zelfs fitnessen van het bedrijf Da's allemaal nieuw. Die baas wil jou in een goeie conditie houden. As je de ziektewet in gaat, mot hij betalen."
Dat een vuilvisser het tot z'n pensioen volhoudt, is een zeldzaamheid. Met z'n 53 jaren begint Hannes tot de doorbijters te behoren. „De meesten halen te behoren. „De meesten halen bij ons de zestig niet. Zo'n schepnet is knap zwaar. Je schouwers, je nek, 't gaat allemaal wat minder soepel draaien. Vooral in het najaar en de winter, met al die kou en die nattigheid. Je hebt in Nederland soms drie klimaten op één dag. Kou, wind, zweet... Je went er wel an, maar as je ouwer wordt gaat het toch an je vreten."

Haringkar
Na de kuch gaat het verder. Als een lint van rust ligt de gracht tussen de straten waar het stadsverkeer ronkend en claxonerend een weg zoekt. „Vroeger ging 't allemaal gemoedelijker", mijmert Hannes weemoedig. „Alles moet nu versneld. Alles draait om geld. Alles gaat om tijd. Je mot efficiënt werken. De bevolking is ook harder geworden. Bijna alle Jordanezen zijn weggetrokken. Die grachtenpandjes worden voor kapitalen verkocht, 't Zijn nou bijna allemaal yups van buiten, die hier wonen.
Op een antieke brug staat een ambachtsman de gietijzeren leuning te lassen. Tien meter verderop probeert een ambulante handelaar bloemen te slijten. Dat willen ze ook al aan banden gaan leggen, heeft Hannes uit de krant begrepen. „Waarom moet dat allemaal weg. Dat is nou net de sjeuigheid van Amsterdam. In Amsterdam hoort een haringkar op een brug en een bloemenstal op het trottoir. Dat is de romantiek van deze stad. Er wordt al zo veel weggehaald. Die wethouwers komen zo uit de schoolbank, 't zijn nog geen eens Amsterdammers, maar ze vertellen wel hoe Amsterdam moet reilen en zeilen." „Die had geen zin om te bezorgen", grijnst Frans, terwijl hij met z'n schepnet een voorraad kranten opvist die langzaam richting het IJ drijft. „Reclameblaadjes gooien ze soms met hele pakken het water in. Dan benne hunnie d'r van af, weet je wel."
De bodem van het laadruim is inmiddels redelijk bedekt. Maar de tijd dat de drijfvuilvissers soms met een uur terug moesten om te lossen, lijkt voorgoed voorbij. „Er gebeuren ook wel goeie dingen in Amsterdam", geeft Hannes toe. Alleen de kraanboten blijven een behoorlijke omzet draaien. In open schuiten aan de kade langs de Papaverweg ligt de oogst opgetast. Een schrootboot vol fietsen, kluisjes, winkelwagens, koelkasten en karkassen van auto's, een schuit vol balken, een met lekke polyester bootjes, een met autobanden.
„Als, je een autoband inlevert, mot je een knaak betalen", zegt Frans. „As je 'm in het water gooit, kost het niks. Accu's precies hetzelfde. Wat denk je dat ze aan de wallekant met een accu doen? Effe links kijken, effe rechts en daar gaat-ie, de ploemp in."
Met het kraantje lost de Amsterdammer de vangst van de dag in de opslagschuit voor het drijfvuil. Aan de wal wist Hannes zich het zweet van z'n gelaat. „As de mensen roepen dat 't warm is, dan denk ik: 'Waar heb-ie 't over'. Maar dan gaan ik van boord af ik stap op m'n fietsie en dan merk ik pas hoe heet of 't is op straat. En hoe druk."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Terdege | 99 Pagina's

Vuilnissen in de Jordaan

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Terdege | 99 Pagina's