Tuintips en vragen

Onderhoud
Met het ouder worden kan tuinieren, en dan met name het zware onderhoud, als een steeds grotere last ervaren worden. Ik ken mensen die daarom naar een flat verhuisden. Maar als je een echte tuin- en plantenliefhebber bent, is het moeilijk wennen op zo'n flat, zelfs met een groen balkon. Deze aflevering van Tuintips wil ik graag gebruiken om wat ideeën aan te reiken waardoor oudere lezers misschien langer van hun tuin kunnen blijven genieten. Natuurlijk weet u dat er hoveniersbedrijven zijn die tuinen onderhouden. U zou kunnen overwegen om, bijvoorbeeld in het voorjaar, tijdens of na uw vakantie en in de herfst, zo'n bedrijf in te schakelen voor een grote tuinbeurt. Ook zijn er in iedere gemeente mensen die tuinen onderhouden voor anderen. U zou daar naar eens kunnen informeren in uw kennissenkring. Toen mijn ouders op leeftijd waren, bleek een buurjongen graag bereid om hun gazon wekelijks te maaien. Dat leverde hem een zakcentje op en mijn ouders een stukje minder tuinwerk. Als u een intensieve schoffelaar bent, is het moeilijk te accepteren als de boel niet meer helemaal zwart gehouden kan worden. Voor de tuinplanten is dat niet erg. Een heestervak zou ook twee- of driemaal per jaar uitgemaaid kunnen worden met een bosmaaier. Misschien is dat voor u even wennen, maar op zich is dat een geaccepteerde manier van onderhoud in heel wat tuinen. En het scheelt een heleboel, bijna wekelijks terugkerend werk.

Gereedschap
Misschien weet u dat er naast 'groot' gereedschap ook wat kleiner gereedschap te koop is. Een smalle hark is gemakkelijker te hanteren dan een twintigtander, een smalle schoffel werkt veel lichter dan een brede. Er zijn smalle spaden te koop en, maar dat heeft niets met leeftijd te maken, goed gereedschap (meestal duur) werkt een stuk gemakkelijker dan spul uit de supermarkt. Als buigen en bukken wat moeilijker gaat, zou u de stelen van het gereedschap kunnen vervangen door stelen die passen bij uw lengte. Bij het werk van ons hoveniersbedrijf moet er nogal eens wat geschept en gekruid worden. V Laatst nog een vracht van 20 kubieke meter compost. Normaal gebeurt dat met behulp van batsen (schoppen) en kruiwagens. De eigenaar beschikte over een zandschep, een gebogen bats met een lange steel. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het werkte fantastisch (hoewel 20 kuub gewoon 20 kuub blijft!), omdat je bij het laden rechtop kon blijven staan. In een 'gewoon' tuincentrum bleek de zandschep niet te koop, wèl bij een zaak waar ook veel boeren hun gereedschap kopen.

Trapjes
Wanneer u minder goed ter been bent geworden, vormen trapjes een obstakel. Vaak kunnen ze gemakkelijk vervangen worden door een hellingbaantje. Gladde verharding zorgt voor glijpartijen, laat daarom de verharding regelmatig schoonspuiten met een hogedrukspuit, ook het strooien van wat zand helpt. jt. Zorg dat u op verschillende plekken in de tuin even kunt zitten. Natuurlijk is dat plezierig als u even wilt uitpuffen, maar vanaf ieder plekje heeft u weer een andere kijk op de tuin.

 "ik houd zelf amarylilsbollen over. Nadat ik ze opgepot heb, verschijnen er kleine vliegjes, die ook in de keuken opduiken. wat is daaraan te doen?  Jannine Olthof, Hoge Hexel
 Hoewel ik het verschijnsel ken, heb ik er in de vakliteratuur vrijwel niets over kunnen vinden. Dat komt waarschijnlijk omdat de vliegjes op zich niet schadelijk zijn voor de planten. Als dat wèl het geval zou zijn, zou er vast en zeker meer over bekend zijn. Maar met zo'n mededeling bent u natuurlijk niet geholpen

U schrijft in uw brief dat de vliegjes na een paar weken te voorschijn komen. Deze vliegjes (Varenrouwmuggen?) leven van rottende plantendelen, daarnaast hebben ze voldoende vocht nodig. Potgrond bestaat voor een belangrijk deel uit plantaardig materiaal, dus aan die voorwaarde wordt voldaan. Wat het vocht betreft: net opgeplante amaryllissen hebben niet zoveel vocht nodig. Pas als het blad en/of de knop zichtbaar wordt, vragen ze wat meer. Misschien dat u uw 'probleem' op die manier, dus door wat minder water geven, op kunt lossen.

Wat zou u verder kunnen proberen? Misschien dat een andere soort potgrond minder problemen geeft. Verder zou u de potten, als de eerste vliegjes tevoorschijn komen, een uurtje in lauw water kunnen zetten. De pot moet onder water staan. Niet zo'n aardige methode maar wel effectief. Ook zijn er (meestal milieuvriendelijke) middelen van Ecostyle, te koop in tuincentra en tuinwinkels, die helpen tegen insecten. U zult het, denk ik, een paar keer moeten herhalen.

Varenrouwmug. Het zijn kleine, donkere vliegjes die op de aarde lopen en tussen ^ ' ?R de planten vliegen, maar u kunt ze ook wat verder weg aantreffen. Als het dit diertje is, kunt u in de grond kleine, lichtgekleurde larven, een soort rupsjes, vinden. Die larven kunnen (wat) schade aan wortels van jonge planten veroorzaken.

Wat leuk dat u uw eigen bollen overhoudt. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om andere geïnteresseerde lezers en lezeressen even te laten weten hoe gemakkelijk dat gaat. Nadat uw amaryllis (eigenlijk heet de plant hippeastrum) gebloeid heeft, verwijdert u de bloemstengels, dus niet de bladeren. Die bladeren gebruikt de plant om (uit de lucht) voedsel te halen. Zonder blad kunt u nog zoveel voeding geven: het bloeiresultaat is over het algemeen nul!
Als de lentekoude voorbij is, zo eind mei, zet u de bollen in de tuin, zo schrijft u. Dat kan. U laat ze gewoon in de pot zitten. Bij mij worden ze dan echter al snel een prooi van slakken, die de bol helemaal leegeten. Ik zet ze in de kas (en zelfs daar weten slakken de plant te vinden, maar je vangt ze daar gemakkelijker weg). Als u geen kas, maar wel veel slakken in de tuin heeft, geeft u de planten een licht, niet te warm plekje (dus niet op het zuiden, maar wel in een kamer met een normale temperatuur) in huis.
Geef regelmatig water en één keer per veertien dagen wat kamerplantenmest. Ook in de tuin moet u de vochten voedselvoorziening in de gaten houden. Als het een beetje meezit, ziet u de bol in de loop van het jaar wat dikker worden, dankzij uw goede zorgen. In de bol worden bovendien een of meer knoppen met bloemen gevormd.

Rond half september, maar een maandje later mag ook, geeft u de bollen geen mest en water meer: u laat ze in rust komen. Rond half november haalt u de bollen uit de pot, verwijdert voorzichtig de oude potgrond, zonder de ronde, lichtgekleurde wortels te beschadigen (de donkere, dunne wortels zijn dood), waarna u ze opplant in een wat grotere pot. Daarna zet u de bol op een lichte, warme plek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen