Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOGELS op een onbewoond eiland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOGELS op een onbewoond eiland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de zuidoostkust van Ierland liggen twee kleine steekseh en eilandjes, de Saltee-eilanden. Voor wie niet beter weet richeh van de zijn ze oninteressant, klein en onbewoond, maar dat is rotswanden een vergissing. Vogelliefhebbers kunnen er uren doorbrengen en volop foto's maken.

Ons was ter ore gekomen dat de Saltees het domein zijn van duizenden zeevogels en dat leek ons een goede reden voor een bezoek. We vonden een visser die, tegen betaling natuurlijk, ons wil overvaren naar het grootste eiland. Dit Great Saltee is maximaal 3,5 km lang en 1 km breed. Op een prachtige zonnige dag, tegen het einde van mei, stapten wij aan boord van een klein vissersbootje en daar gingen wij. Bij de lokale weervoorspellers gelden de volgende regels: Als de eilanden vanaf de wal heel ver weg schijnen te liggen, wordt het een mooie dag. Lijken ze dichtbij, dan komt er regen, en grapjassen voegen erbij: Als ze niet te zien zijn, dan regent het al. Ze lijken dus ver weg, maar na een minuut of 10 varen we er al dicht langs. Een eindje uit de kust moeten we overstappen in een roeibootje met buitenboordmoter. Er is geen echte landingsplaats, alleen een soort open plek tussen de rotsblokken. Het is hoog water en we kunnen uit de boot zo op een kleind zandstrand je stappen. Aan het einde van de dag zal de man ons weer ophalen en weg is hij.

Varens en hyacinten
Daar sta je dan met meer dan 10 kilo fotospullen op je rug, brood en koffie, en een hele dag voor je. Via een steile stenen trap moeten we naar boven klimmen. Daar staat een stenen huis, dat na verkregen toestemming door bezoekers gebruikt mag worden. Maar het is nu gesloten. Ernaast is wel een soort schuur, waarvan de deur openstaat. Erin een houten tafel met banken en een stookplaats; een schuilplaats bij onverwacht tegenvallend weer, begrijpen we. De enige begroeiing hier bestaat uit varens, die nu nog klein zijn, en daarbovenuit steken de wilde hyacinten! Zover je kunt zien een blauwe zee van hyacinten. Door die zee loopt een smal voetspoor, gemaakt door bezoekers die ons voor gingen. Dan hoor je de vogels; hoe dichter je al lopend bij de rand van het eiland komt, hoe luider het vogelgeschreeuw en gekrijs wordt. Bij de steile rotskust wemelt het van de vogels, het lijkt wel op het lawaai van een grote basisschool in het speelkwartier! De kleuren van het landschap zijn adembenemend: de lucht is intens strakblauw, het land groen met het blauw van de hyacinten, de rotsen oranje van de korstmossen en dan de zee, diepblauw met stukken smaragdgroen afgezet, met een helderwitte schuimrand. En al die witte en zwarte vogels!

Geur
Zeulend met onze bagage -het wordt steeds warmer- trekken we verder; vanwege de vele konijneholen overgroeid door vegetatie, moet je voorzichtig lopen, als je hier een enkel verstuikt ben je nog niet jarig! Nog één heuveltje denken we, en dan koffie! Zodra we met ons hoofd boven het topje uitkomen horen, zien en ruiken we een ongelooflijk schouwspel. We kijken uit op een rotspunt die dicht bezet is met vogels, honderden, ja duizenden misschien wel. En al die vogels eten vis, vandaar die nou niet direct aangename geur. Maar je moet er wat voor over hebben. De hoofdmoot vormen de Janvan-genten, prachtige, voornamelijke witte vogels, zo groot als een gans, met een lichaamslengte tot 1 m en een vleugelspanwijdte tot 1,80 m. Voorzichtig en rustig gaan we eropaf en dan ontdekken we ook andere vogels. De grote mantelmeeuwen zijn niet echt blij met onze aanwezigheid, ze vallen ons zelfs aan; ze blijken overal op de grond nesten te hebben. Goed uitkijken dus waar je loopt. Overal op uitsteeksels en richels van de rotswanden zitten vogels; drieteenmeeuwtjes. Noordse stormvogels, alken en zeekoeten, ze zijn als het ware tegen de rotsen gekleefd. Het is onbegrijpelijk dat de eieren en later de jongen er niet afrollen! De meeste vogels zijn niet erg schuw; na enige onrust bij onze nadering keren ze al snel terug naar hun gewone bezigheden, wanneer je ergens gaat zitten om te fotograferen of alleen maar te kijken. Behalve de hyacinten groeit hier ook veel Engels gras, hele stukken zijn roze gekleurd door deze aardige bloemetjes, die staan afgebeeld op de Engelse threepence-munt. Ook de zeeblaassilene vind je hier in grote massa's, de bloemen zijn opvallend groot.

Geen schaduw
Er groeien op deze eilanden helemaal geen bomen. Alleen in de omgeving van het stenen huis staan een paar kromgegroeide bomen en verder is er een palmenlaan, die eerlijk gezegd een heel misplaatste en kunstmatige indruk maakt. Dat betekent ook: nergens schaduw, de felle zon schijnt onbarmhartig op ons hoofd, maar een fris zeewindje maakt dat we daar geen erg in hebben. We kunnen haast niet ophouden met foto's maken, maar we moeten terug naar de landingsplaats waar de visser ons weer zal oppikken. Met moeite maken we ons los van deze fascinerende plek en gaan terug. Het geeft een heel raar gevoel als je je realiseert, dat er geen andere mensen op dit eiland zijn, wij zijn helemaal alleen; niemand ziet je, niemand hoort je. Op de afgesproken tijd staan we weer te wachten op het bootje, maar de Ieren hebben zo hun eigen opvattingen over de tijd. Net als we ons gaan afvragen wat we moeten doen als hij ons vergeet, komt de visser eraan. Het instappen is wat moeilijker dan het uitstappen vanmorgen, want het is laag water en we moeten over glibberige rotsblokken klauteren om de roeiboot te bereiken. Dat levert wel een paar natte voeten op, maar in de auto hebben we gelukkig andere schoenen en sokken. Nu pas merken we, dat de zon ons goed heeft beschenen, onze gezichten zijn flink rood en gloeien geweldig. Dat zal wel vervellen worden, maar dat hebben we er graag voor over, want dit was een onvergetelijke dag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's

VOGELS op een onbewoond eiland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's