Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerlijke vragen mogen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerlijke vragen mogen

Huisbezoek beste gelegenheid voor kritiek op de preek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kritiek hebben op de preek, mag dat? Natuurlijk, zegt de één. "Je mag toch je eigen mening hebben? " Natuurlijk niet, zegt de ander. "Als je kritiek hebt op een preek, raak je Gods knecht aan. En wie Gods knechten aanraakt, raakt Gods oogappel aan." Wat moeten we ervan zeggen?

Allereerst dat we leven in een andere tijd dan vijftig jaar geleden. Toen waren er andere gezagsverhoudingen. Een predikant en een ouderling bekleedden een geestelijk ambt, dat hoog in aanzien stond. Het waren mannen, rechtstreeks door God gezonden en begiftigd met gaven van godsvrucht en wijsheid. Natuurlijk waren het geen volmaakte mensen. Er werd ook wel eens wat gezegd van een lange preek of saai voorlezen. Maar kritiek op de inhoud van de preek, dat was voor velen ondenkbaar. Want daarmee werd niet de prediker of voorlezer, maar zijn boodschap aangerand. En die boodschap kwam van God! Natuurlijk was er soms wel inhoudelijke kritiek, maar die werd vaak niet openlijk geuit.

De sociale gelaagdheid van de gemeente was ook anders. Het aantal hoger opgeleiden was gering. Velen waren 'kleine luyden', die getrouw hun geestelijke leidslieden volgden.

En er was heel wat minder contact met andersdenkenden, die twijfel konden zaaien. Er waren vaste sociale én geestelijke patronen: er moest gedaan en gedacht worden zoals gewoon was in eigen kring. Klederdracht was in sommige streken nog heel gewoon. En dissidenten werden meestal niet gewaardeerd.

Eigen standpunten

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de storm van de geestelijke revolutie over Nederland heen. Die heeft tot radicale veranderingen geleid Gezagsverhoudingen zijn totaal anders dan vroeger. Opvattingen van ouders, docenten, leidinggevenden en ook van ambtsdragers, zijn niet meer vanzelfsprekend gezaghebbend.

Heel wat gemeenteleden hebben een hogere opleiding genoten. Ze zijn getraind in het ontwikkelen van eigen standpunten en kritisch reageren op

andermans meningen. Kritiekloze aansluiting bij overgeleverde standpunten wordt veroordeeld. Publicaties, die in de afgelopen jaren verschenen en bepaalde geestelijke standpunten in eigen kring onder kritiek stellen, zijn i symptomen ervan.

Onze kring is ook niet meer zo geslo-| ten. Jongeren komen in het onderwijs in aanraking met andere opvattingen, I op het gebied van levensstijl, maar ook op theologisch gebied. Ook op refor-I matorische scholen gaan ze om met I jongeren die nog wel gereformeerd ] heten, maar in wezen evangelisch, of I beter gezegd: remonstrants, zijn. Dat Ikan tot nadenken brengen en zo tot lhet verstevigen van de van huis uit (meegekregen visie, maar ook tot twij-[felen aan de juistheid daarvan.

|Het belangrijkste is wel het Ipost-moderne denkklimaat waarin we |leven: er mag geen sprake meer zijn ^an absolute waarheden en voor iedereen geldende standpunten. Wie meent dat wat hij gelooft waar is, met uitsluiting van alle andere opvattingen, ^ordt fundamentalistisch genoemd. En

fundamentalisme is onaanvaardbaar voorde moderne mens. Alleen Pilatus' houding is acceptabel!

Ook onder ons? Nee, niet in die zin dat onder ons geen geloof meer zou zijn in absolute waarheden. Sommigen denken zelfs dat wij een soort reservaat zijn, waar de vroegere levensstijl en wijze van denken nog bewaard is.

Maar laten we ons niet vergissen. Ook onder ons is meer verdwenen dan alleen de klederdracht. De tijdgeest dringt, net als de lucht, ook onze woningen binnen, hoe goed we alles meestal ook gesloten houden. Velen vinden datje er best vrijmoedig voor mag uitkomen datje een andere mening hebt dan anderen in je kring.

Assertiviteit staat hoger genoteerd dan zachtmoedigheid en nederigheid!

Zwakheden

In dit klimaat gedijt kritiek op de preek. Hoe moeten we die waarderen? Het eerste wat we willen zeggen, is dat ze een teken van betrokkenheid kan zijn.

Ik kom liever in gesprek met een jongere die vol kritiek zit, dan met een puur onverschillig iemand. We moeten daarom het uiten van kritiek niet bij voorbaat afwijzen als ongeoorloofd. Laten we ook niet vergeten dat onder de geuite kritiek soms brandende vragen schuilen, waar de ander nog niet meteen mee voor de dag durft te komen. Een goede pastorale reactie kan soms leiden tot een persoonlijk gesprek, waarin men geestelijke leiding kan geven.

Laat aan de andere kant iemand die kritiek wil uiten, bedenken dat een ambtsdrager ambtelijk tegenover ons staat en alleen aan zijn Zender verantwoording schuldig is. Onze eerste vraag mag wel zijn: Mag ik die kritiek wel hebber? en mag ik die wel uiten?

Erken ik de betrokken ouderling of dominee als iemand die door God boven mij is geplaatst? Is er bij mij werkelijk wat de Heere ten opzichte van hem van me vraagt: eer, liefde, trouw, behoorlijke gehoorzaamheid, geduld met zwakheden en gebreken (Heidelbergse Catechismus, zondag 39)?

Als dit er niet is, is het een bewijs dat onze kritiek, met erkenning van de

mogelijke zakelijke juistheid, uit een verkeerde bron komt! Dan hebben we onze kritiek alleen voor de Heere neer te leggen in de binnenkamer, met de bede: Is er bij mij een schadelijke weg? Het woord 'kritiek' komt van het Griekse woord 'krinein', dat betekent: 'onderscheiden'. Een eerlijke vraag mag ook zijn: Ben ik door genade wel in staat om geestelijk te onderscheiden wat bijbels verantwoord is? Veel kritiek zou misschien verstommen bij een eerlijk zelfonderzoek. Kritiek zonder zelfkritiek snijdt geen hout.

Laten we bovendien niet vergeten dat een kritische houding ons kan verdoven, zodat de boodschap van de preek ons niet kan bereiken.

Laten we ook anderen niet besmetten met onze kritiek. Waak als ouders tegen de verwoesting van je gezin door in het bijzijn van kinderen kritiek te spuien op de prediking of op bepaalde dominees.

Ds. G.S.A.de Knegt schreef onlangs in de Gezinsgids over jonge mensen die zeiden geen behoefte meer'te hebben aan kerkgang, omdat er thuis altijd alleen maar kritiek was op de prediking. 2 Koningen 2:23 en 24 zij ons tot waarschuwing: e kinderen van Bethel hadden - van huis uit? - geen respect voor de ambtsdrager Elisa.

Niet naar de mens

Een wezenlijke vraag: Wat drijft ons ten diepste in onze kritiek? Ik heb zelf wel met zweet in de handen gezeten onder een preek. En ik meende een goede reden te hebben voor mijn kritiek: de predikant haalde volgens mij dingen uit de tekst die er niet in stonden. Maar ik heb later leren zien dat de bron van mijn bezwaar verzet was tegen de scherpte in de preek, waarin gesteld werd dat een mens een keer alles moet verliezen om als een goddeloze zondaar tot Christus te komen.

Wat ga je dan je kritische houding met bittere tranen bewenen. Omdat je bezwaar had tegen wat God, tot je behoud genegen, Zijn dienaar tegen je liet zeggen!

Mogen we dan geen kritiek hebben of mogen we die niet uiten? In ieder geval nooit als we nog onbekeerd zijn? Dat bedoelen we niet. Er kunnen immers rechtmatige vragen zijn. Over onderdelen, bijvoorbeeld wat betreft de uitleg van een tekst. Of over de teneur van de gehele prediking: als bijvoorbeeld te weinig gesepareerd wordt of als de preek geen woord voor de onbekeerde bevat.

Laten we ook beseffen dat de prediking altijd kritiek móét oproepen. Weliswaar inhoudelijk verkeerde kritiek. De Schrift leert ons dat zelf: e natuurlijke mens begrijpt immers niet de dingen die des Geestes Gods zijn (1 Korinthe 2:14). En Paulus zegt dat de prediking van het Evangelie niet is naar de mens (Galaten 1:11). Maar ook deze kritiek moeten we niet negeren of alleen maar pareren. Nodig is om wijsheid te vragen van boven om er geestelijk mee om te gaan, omdat degene die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van de dood zal behouden (Jakobus 5:20).

Tenslotte: hoe uiten we, naar onze mening verantwoorde, kritiek? De beste gelegenheid is wel het huisbezoek.

Daar kan een ambtsdrager vragen: unt u zich vinden in de prediking die i 's zondags hoort? Dit kan opening bieden voor een opmerking over wat ons bezwaart. We kunnen ook een brief schrijven. Maar vragen of er gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek geniet de voorkeur. En het is de toon die de muziek maakt: Mag ik vragen waarom met...' klinkt anders dan 'Ik vind datu ...'. Nog belangrijker is de geestelijke houding van waaruit we spreken. Gods Woord zegt: e wijsheid die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden gezeggelijk, vol van barmhartigheid, en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen die vrede maken (Jakobus 3:17 en 18).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 2004

Daniel | 36 Pagina's

Eerlijke vragen mogen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 2004

Daniel | 36 Pagina's