Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alle tijd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alle tijd?

Eerste bondsdaglezing

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over een halfuur gaat je trein. De laatste trein. Je móet hem halen. 'Ach', zegje, 'pas over een halfuur! Ik heb alle tijd. Ik kan nog wel even door de stad lopen. Etalages bekijken. Er staan zulke mooie spullen, leuke kleren die ik graag hebben wil'. En kijk, daar is je vriendin. Leuk zeg, nog even een praatje maken. Je hebt nog een kwartier. Je hebt nog alle tijd... En dan al babbelend, hier kijken en daar even blijven staan, naar het station. En dan de grote schrik... je trein is weg.' Hij wachtte niet op jou. Je hebt hem gemist. Je bent te laat...

Hoeveel tijd heb je nog?

Misschien, jongelui, een herkenbaar beeld voor jullie. Want dit voorbeeld heb ik niet zomaar gekozen. Het is er een beeld van hoe je van nature bent. Jouw beeld en ook mijn beeld. Het beeld van de mens zoals hi j is. Eerst nog genieten. Eerst nog de leuke dingen doen. Ik heb immers alle tijd! Ons leven wordt bepaald door de tijd. Die tijd is ook kostbaar, die tijd is genadetijd. Hoeveel tijd heb jij al gehad? Dat weet jc. Hoe oud ben je? Zestien of vijfentwintig jaar? Dan heb jc al zestien of vijfentwintig jaar genadetijd gehad!

Hoeveel tijd krijg jij nog? Misschien denk je: 'Ik heb nog heel veel tijd.' Lees jij ook de rouwadvertenties in de krant? Daar lees je van alle leeftijden! Mijn lieve dochter Aukje werd maar twaalf jaar. Jouw neef misschien zeventien, of je nicht achttien.

Een erfeniskwestie

Over hoeveel tijd wij nog tc beschikken hebben, spreekt dc Heere Jezus in de gelijkenis van dc rijke dwaas in Lukas 12:13-21. Dc aanleiding tot deze gelijkenis is een erfeniskwestie. In gedachten zien we de Heere Jezus staan, omringd door duizenden mensen, Hij spreekt van de heerlijke schatten van het Koninkri jk Gods. Hij spreekt over de eeuwige erfenis. Hij spreekt over dc boodschap van zonde en van genade, over de weg der zaligheid. Ernstig klinken de woorden van de Zaligmaker. Veel mensen zijn diep onder dc indruk. Ze luisteren ademloos. Maar dan... plotseling, alsof er een steen in een rimpelloze vijver gegooid wordt, valt iemand uit de schare de Heere Jezus in de rede. Hij heeft een dringende vraag. Welke vraag? Zou die man vragen: Heere, wilt U mij, zondaar, genadig zijn. O Zoon van David, ontferm U mijner!' Nee, hij heeft een andere vraag: Meester, zeg mijn broeder dat hi j met mij de erfenis moet delen'. Dc vader of misschien wel de moeder van deze man is overleden. En... nu is er een hevige ruzie gekomen tussen hem en zijn broer over de erfenis. Zc zijn het niet met elkaar eens hoe de bezittingen van de overledene moeten verdeeld worden. Daar is die man vol van terwijl hij onder de prediking van Christus is, onder de boodschap van genade en zaligheid voor verloren doodschuldige zondaren.

‘Meester, zeg mijn broeder dat hij met mij de erfenis dele’.

‘Hoe bestaat het', zegje misschien, 'terwijl de grote Leraar der gerechtigheid de

schatten van het eeuwig Koninkrijk aanprijst'. Heeft het materialisme deze man in een wurgende greep?

Het antwoord van Jezus

Wat doet de Heere? Hi j gaat niet op de zaak in. Het kan best waar zijn, dat die broer dc erfenis niet eerlijk wil verdelen. Maar... dat is Jezus' zaak niet. Hij gaal op het hart van deze man in en spreekt ernstig: 'Ziet toe en wacht u van de geldgierigheid'. Jongens en meisjes, een waarschuwing voor jou en voor mij. Om die waarschuwing nog meer kracht bi j te zetten, nog duidelijker tc maken, spreekt de Hccre Jezus een gelijkenis uit.

De gelijkenis van de rijke dwaas. De gelijkenis brengt ons op hel platteland. In onze gedachten zien we daar een ri jke boer over zijn land lopen. Een geweldig oogstjaar heeft hij mogen ontvangen. Hij was al rijk. Maar... als hij de oogst ziet die hij binnen moet halen, dan zal hij nog veel rijker worden, denkt hij. Maar als hij zo over zijn land loopt, dan krijgt zijn gezicht een trek van bezorgdheid. Hij wordt gekonfronteerd met een probleem. Een weeldeprobleem. Hij heeft te weinig opslagruimte. Waar moet hij straks al die vruchten en dal koren opslaan?

Nadat hij diep over dil probleem heeft nagedacht, heeft hij de oplossing gevonden. Hij zegt: 'Dit zal ik doen: ik zai mijn schuren afbreken en grotere bouwen cn daarin verzamelen al dit mijn gewas cn deze mijn goederen. En ik zal tot mijn ziel zeggen: ziel, gij hebt veel goederen die opgelegd zijn voor vele jaren'. Wat een geslaagde man in de maatschappij. Hij doet alsof hij overal eigenaar van is. Hij zegt: 'Mijn vruchten en mijn schuren, mijn goederen'. Hij heeft het over 'mijn ziel straks' en hij denkt ook zelfs nog dat hij de eigenaar is van de tijd. Want hij zegt: 'ik heb nog vele jaren voor de boeg. Ik kan nog heerlijk genieten hier op deze wereld, ik heb nog alle tijd'. Zorgen voor de eeuwigheid heeft hij niet. Deze man vraagt niet: 'Mijn ziel doorziet toch uw lot. Hoe zult gij rechtvaardig verschi j-nen voor God'.

Ook wij. meisjes en jongens, bouwen soms zo graag aan onze toekomstplannen. We hebben immers alle tijd. Wie denkt er aan datje misschien vanmorgen voor de allerlaatste keer onder het Woord van God zit. Dat is toch eigenlijk ondenkbaar. Wij hebben immers alle lijd. Wie van ons wil het niet ver in deze wereld schoppen. Wie van ons verlang! er niet naar om veel geld te verdienen. Een mooi huis is dan binnen je bereik, en een mooie auto. En wc kunnen verre reizen maken, vakantiereizen. Een leven waarin we gelukkig kunnen zijn met al deze dingen spiegelt zich aan ons voor. Wc hebben nog immers alle tijd om tc genieten.

Zo dacht die rijke dwaas ook. Hij werkte ook enthousiast aan zijn toekomst en riep uit: 'Mijn ziel, neem rust. Eet en drink en wees vrolijk. Nu kan ik tenminste genieten van mijn leven. Heerlijk genieten. Ik heb er lang genoeg voor gesjouwd.

Ik heb er hard genoeg aan getrokken. En nu kan ik voor de rest van mijn leven zonder zorgen voor mijn bedrijf heerlijk genieten. Ik heb nog alle tijd'.

In deze nacht

Met deze heerlijke toekomstplannen valt hij in slaap. En dan ineens in dc nacht, in de stille nacht, dan gaat God spreken. Maar God zeide lot hem: 'Gij dwaas'. Wij zouden zeggen wat is dal een verstandige man. Dat is tenminste een man met visie, ccn man met een vooruitziende blik. Een man die ccn bedrijf weet te runnen. Maar die ook weel le zorgen voor de toekomst. Regeren is immers vooruilzien. Maar God zeide tot hem: 'Gij dwaas'.

De volgende dag, als een lopend vuurtje gaat het bericht door het dorp en door heel de omgeving: "Heb je het al gehoord? '

'Nee, wat dan? ' 'Weetje, die boer daar, die rijke man, hij is gestorven, deze nacht. Plotseling'. 'Dat kan niet waar zijn. Ik zag hem gisteren nog over zijn land lopen'.

Maar het is toch echt waar. Hij leeft niet meer. Misschien wel een hartinfarct. Plotseling. Ontzettend! God had gesproken: 'Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen. En wat gij bereid hebt. van wie zal het zijn? '

God noemt deze man een dwaas. Deze man wist best wel dat God bestond en dat hij eens sterven moest. Maar, daar hield hij geen rekening mee. In heel zijn doen en laten blijkt dat hi j net deed alsof God niet bestond. Terwijl hij zijn plannen maakte voor de toekomst rekende hij cr niet op dat de dood zo dichtbij was.

Hij had alle lijd. Alle tijd?

Nog diezelfde dag vond de begrafenis plaats.

Arme, arme man. Hij was van plan om te gaan genieten. Maar God eiste zijn ziel van hem af. De Heere haalt een streep door al zijn toekomst plannen. En deze nacht, ineens, plotseling is het afgelopen. Geen tijd meer.

En jij?

Zet jouw leven er ook eens naast. Misschien stem jij het grif toe: ik ben onbekeerd en ik moet hoognodig bekeerd worden zal het wel zijn op reis naar dc eeuwigheid. O. dan moet ik ook genade bezitten. Dan zal ik de Heere Jezus moeten kennen. Dan zal ik deel aan Hem moeten hebben. Dan zal ik deze Zaligmaker door het geloof moeten kennen. Maar... dat kan altijd nog wel. Ik heb nog alle tijd. Ik ben pas zestien, ik ben pas achttien. Eersl wil ik nog wat van dit leven genieten. Eersl moet ik zien dat ik een fijne baan krijg. Een mens moet toch immers zorgen voor zijn toekomst. Ik heb hel nog zo druk momenteel. Dat ene, o, dat kan nog wel wat wachten. Is dat bi j jou zo? Eerst je diploma halen, eerst een goede baan zien le krijgen. En dan... Ja, eerst moet ik getrouwd zijn. En... als je dan getrouwd bent en er komen kinderen... Dat is allemaal zo druk. Dan zeggen we: 'Ja, maar eerst moeten de kinderen groot zijn'. En als de kinderen groot zijn: 'Ik heb hel zo druk. Ik heb nu zoveel dingen aan mijn hoofd. Jazeker, natuurlijk, ik weet best wel dat ik een Borg moet hebben voor mijn schuld en een God voor mijn hart. Maar straks... nu echt nog niet'.

En nog is er tijd

En inmiddels sta je aan het eind van je leven. Als niet plotseling de dood komt, als je nog jong bent. Wantje hoeft niet oud te zijn om tc sterven. Je denkt wel meisje, jongen, dat je alle tijd hebt. Maar hoevelen zijn ons al niet voorgegaan. En als er dan plotseling één wegvall. dan zegje: hoe is het mogelijk.

Zondag zag ik hem nog in de kerk zitten. Ik heb haar vorige week nog op dc vereniging gesproken. En is ze er nu niel meer?

Het was altijd nog een ander. Vandaag heeft God een boodschap voor jou. Dat is ook het thema van deze bondsdag: 'En nog is er tijd!' Waarom? Omdat God wil dat jij je bekeert. Immers, Hij heeft geen lust in jouw dood, maar daarin heeft Hij lust dat jij je bekeert en leeft. Weet je dal er in het Woord van God meer dan 140 keer staat: 'Bekeerl u'. Daar kun je toch niet omheen. Je kunt loch niet nel doen alsof dat er niet staat.

En nog is er tijd. De Bijbel spreekt over de tijd als de dag der zaligheid. De lijd die wij van God ontvangen is genadetijd. Dal is die tijd waarin God klopt aan de deur van jouw hart. De lijd waarin de Heere in de preek, in de boodschap die Hij tot je doet komen, als aan de poort van je hart staat: 'Mijn zoon. Mijn dochter, geef Mij uw hart'. Het is de tijd waarin de Heere je laat bidden: 'Laat u met God verzoenen'. De tijd waarin de Heere je toeroept: 'Bekeer je, bekeer je, want waarom zou je sterven en verloren gaan? '

De Heere hoort

Jongens en meisjes, heb loch niet alle tijd voor de dingen van deze wereld. Rijk zijn is niet per definitie een zaak die niet goed is. Het is geen oordeel. Rijk zijn kan ook een zegen zijn. Als wc het uit Gods rechterhand ontvangen. Maar schatten vergaderen en niet rijk zijn, is vreselijk. O. het is alles, alles waard om rijk te worden in God. En gelukkig, nog is er tijd om rijk tc worden. Om als een arme, verloren zondaar rijk le worden in een Ander. Want dat rijk worden kan alleen

Jezus Christus en al Zijn weldaden ontvangen. De Heere Jezus wilde nameloos arm worden. Opdat Hij doodschuldige zondaren rijk zou maken.

En als je nu zeggen moet: 'Ik mis die rijkdom, ik ben nog onbekeerd', mag ik dan eens vragen: heb je alle ti jd voor je gebed? Hoe is het met je gebed? . Hoe lang lig jij op je knieën 's avonds voor jc naar bed gaat? Wat is de Heere jc waard? Wat is de hemel je waard? Wat is je ziel, die voor de eeuwigheid geschapen is, je waard? Drie minuten per dag misschien? En dat op vierentwintig lange uren? Ach, we breken ons gebed soms zo gauw af en we zeggen soms zo gemakkelijk: 'Ik bid er al zo lang voor'.

Hoe lang hebben we de Heere al laten wachten? Hoeveel jaar heb jij de Heere al laten kloppen en laten roepen aan de poort van je hart? Zijn lieflijke nodigingen versmaad... Zi jn ernstige waarschuwingen in dc wind geslagen. Kom... buig je knieën. Ie bent loch geen stok en geen blok. Weet jc wat er in de Bijbel staat? Dat de Heere de stem van de jonge raven hoort als ze tot Hem roepen.

Hel is voorjaar. Hebben jullie ook de jonge merels horen roepen of de lijsters? Als we een jonge lijster of een jonge merel horen zingen, zeggen we: 'Hoor je hei, prachtig zeg!' Dat de llccre naar de stem van een jonge lijster of naar de stem van een jonge merci horen zou, kunnen we begrijpen. Want die vogel zingt de lof van zijn Schepper, zoals jij cn ik het nooit kunnen. Maar een jonge raaf krast maar. En als er nu één onaangenaam geluid is, dan is dat het krassen van een jonge raaf. Maar de Heere hoort hem als hij tot Hem roept.

Wie Hem nederig valt le voet zal van Hem Zijn wegen leren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1994

Daniel | 32 Pagina's

Alle tijd?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1994

Daniel | 32 Pagina's