Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Kroniek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zegenen van kinderen - Waarom? Waartoe? Ja of neen?

Onder deze titel geeft ds. T. Poot in , , Woord en Dienst" van 30 nov. een getrouw verslag van de in de laatst gehouden najaarssynode-vergadering gevoerde discussie over het zegenen van kinderen. Reeds voor de vergadering was er in de pers de nodige aandacht aan dit onderwerp besteed. Waar het om ging en hóe het ging vertelt ons ds. Poot:

, , Ter tafel lag een notitie van de Raad voor de zaken van Kerk en Theologie (K. en Th.). Vanwege het belang van de zaak en omdat het gesprek erover voortgezet wordt geven we, voorafgaande aan het verslag van de synodale discussie, de notitie van de Raad in hoofdlijnen weer, alsmede de kanttekeningen van de commissie van rapport en van de samenwerkingsorganen voor pastoraat en eredienst.

De notitie

De vraag naar de mogelijkheid om in het midden der gemeente kinderen op te dragen leeft al enige tijd in de kerk, wordt hier en daar zelfs al gepraktiseerd. De notitie wil aanduidenderwijs een antwoord geven op de vraag hoe wij daar als kerk over (hebben) te denken.

Het opkomen van de behoefte aan opdracht en zegening van kinderen heeft verschillende wortels. Secularisatie en veranderend godsbeeld ontnamen aan de zuigelingendoop zijn vanzelfsprekend gewoontekarakter. In onze tijd krijgt de eigen verantwoordelijkheid van jongeren voor hun leven meer nadruk dan voorheen. Zowel de evangelisch-charismatische spiritualiteit als de theologie van Karl Barth leggen grote nadruk op het samengaan van geloof en Doop en het belissingskarakter van de Doop.

In de gereformeerde traditie van onze kerk wordt de Doop gefundeerd in het genadeverbond van God met Zijn volk. Tot dit verbond behoren ook de jonge kinderen. Vandaar dat de klassieke dooponderwijzing de ouders laat uitspreken dat onze jonge kinderen behoren gedoopt te wezen en dat onze kerkorde de kerkeraden opdraagt toe te zien dat door de ouders de Doop voor hun kinderen wordt begeerd.

Nadat is opgemerkt dat in de oecumene opdracht en zegening van kinderen gepraktiseerd wordt, voert de notitie een pleidooi om daarvoor ook in onze kerk een opening te maken.

In het pastoraat rond de Doop constateren we immers dat vele ouders de Doop voor hun kinderen begeren uit motieven en met gevoelens die niet zozeer passen bij de Doop als wel bij een ritueel van opdragen, zegenen, gelofte en voorbede. Deze kinderopdracht mag niet in de plaats komen van zuigelingen-en volwassenendoop, geen pseudo-of quasisacrament dus, maar is een hturgische handeling, die een fase markeert op weg naar de Doop. Door deze handeling te introduceren kan de Doop zuiver (der) gehouden worden.

Wat de vormgeving van deze liturgische handeling betreft: de notitie denkt aan opdracht en zegening door voorstelling, handoplegging en gebed. Dit ritueel zou niet mogen plaatsvinden in een dienst waarin de Doop bediend wordt. Aldus gezegende kinderen blijven geboorteleden van de kerk, en worden pas ingeschreven

als lid en mogelijk daarbij toegelaten tot de Tafel des Heren bij hun Doop, die dan zou kunnen bediend worden vanaf het achtste levensjaar.

Reacties

De commissie van rapport had scherpe kritiek op het gehalte van de notitie; beneden de maat, te trendmatig, te weinig theologisch weerwerk. Sommigen vonden dat met deze voorstellen een wissel wordt omgezet: kerk (en kerkorde) zullen van karakter veranderen als niet uitsluitend het genadeverbond, maar ook de menselijke geloofsbeslissing het bestaan van de kerk fundeert. En spoort deze notitie wel met de nog niet afgeronde discussie over toelating van kinderen tot het Avondmaal?

Het samenwerkingsorgaan voor het pastoraat (i. o.) spreekt in zijn reactie ook over de samenhang van Doop en Avondmaal, maar bepleit juist dat toelating van kinderen tot de Tafel niet afhankelijk zal worden gesteld van hun Doop. Verder vraagt het orgaan om nadere bezinning op de zegening en de pastorale begeleiding van ouders met opgedragen kinderen.

Het samenwerkingsorgaan voor de eredienst stelt voor een orde te ontwerpen voor de zegening van kinderen en die een plaats te geven bij de dienst der gebeden. Het orgaan verwerpt de term , , opgedragen" en waarschuwt voor christelijke annexatie van joodse riten. Hoewel het orgaan kinderzegening niet afwijst ziet het wel het gevaar opdoemen van heiliging van de natuurlijke procreatie. In de Schriften gaat het niet om de geboorte, maar om de wedergeboorte.

De discussie

De verdeelde reactie van de commissie van rapport - deels vóór, deels tegen de strekking van de notitie - weerspiegelde zich in het synodegesprek. Vrijwel niemand verwierp de mogelijkheid van , , zegening" in de gemeente; een van de conclusies van de discussie was zelfs dat er nadere bezinning moet komen op de betekenis van de zegening in de Heilige Schrift en de praktisering daarvan in de gemeente van nu.

Maar heel wat synodeleden waren beducht zulk een zegening in te voeren als vervangende rite voor de zuigelingendoop. Er mag dan met klem gezegd worden dat de zegening geen alternatief is voor de Doop, in de praktijk zal het spoedig zo beleefd worden en dat verandert onze kerk in haar grondslag. Ds. M. Ravenhorst (cl. Hilversum) ging zover dat hij nog liever , , alles zou dopen wat in het doophuis komt" dan meegaan met wat zijns inziens als een modetrend zich aan de kerk opdringt. Anderen lieten andere geluiden horen. Ze wilden de gevoelens van ouders die hun kind willen opdragen volstrekt serieus nemen. Deze ouders blijken vaak beter nagedacht te hebben over de betekenis van de Doop als sacrament dan vele gewoonte-dopers. Zij schromen zulk een verstrekkende beslissing als de Doop voor hun kinderen te nemen en vragen daarom om de zegening. Ds. Ravenhorst stelde daartegenover dat ook de zegen van God geen vrijblijvende en vrijlatende aangelegenheid is.

Ds. A. Terlouw (cl. Leeuwarden) en anderen herkenden de in de notitie beschreven gevoelens van ouders bij de Doop (dankbaarheid, geboorte vieren, verantwoordelijkheid voor de opvoeding aanvaarden) en waren, in onderscheid met de notitie, van mening dat zulke gevoelens niet tot een zegening behoefden te leiden, maar zeer wel met de Doop te verbinden zijn. Dooppastoraat moet hier de weg wijzen.

Ds. A. van de Beek (cl. Deventer) en anderen pleitten ook voor grondig dooponderricht, maar dan om de gemeente terug te voeren tot de oude paden. Een aantal synodeleden stemde hartelijk in met wat ds. A. W. Berkhof, namens de Raad K. en Th. ter inleiding gezegd had. Opdracht en zegening moeten in de kerk een plaats krijgen, niet als dwingend voorschrift, maar als mogelijkheid. Niet als sacrament, maar als liturgische rite ter vervanging van de zuigelingendoop, die, zo meende hij, in de Schriften toch al niet zulke sterke papieren heeft. Zo worden de jonge kinderen van jongsaan betrokken op Gods beloften en geboden.

Laten we elkaar in de kerk die ruimte geven! Al bij het begin van de discussie had ds. J. H. Uytenbogaardt (Eredienst) erop gewezen dat men bij de bezinning op de plaats van het kind in de geloofsgemeenschap ook hun deelname aan de Tafel des Heren moet betrekken. Anderen haakten daarop in. Hoe kan men zegening van kinderen ter vervanging van de zuigelingendoop voorstaan en tegelijk pleiten voor deelname van kinderen aan het Avondmaal? Ds. J. G. van Loon (cl. Zierikzee) was van mening dat de (gewraakte) Avondmaalsmijding nu ingeruild wordt voor Doopmijding.

Gaandeweg werd duidelijk dat in de discussie twee zaken door elkaar liepen: de plaats en de betekenis van zegening in de kerk én de betekenis van de bediening van de Doop. Wat de Doop betreft had ds. A. Sevenster (cl. Groningen) eerder uitgesproken dat, gezien Romeinen 6, Doop niet anders kon zijn dan volwassenendoop. „Als de zuigelingendoop niet bestond, zou hij niet moeten worden uitgevonden." Anderen daarentegen noemden de kinderdoop een zaak van ge-hoorzaamheid aan Gods verbond.

In een afsluitend woord pleitte prof. dr. H. W. de Knijff de discussie over zegening en Doop uit elkaar te halen. Hij trok daarbij het boetekleed aan door te verklaren dat de Raad, hoewel hij dat woord later ingeslikt had, in de notitie beter niet had kunnen spreken over zegening als alternatief voor de zuigelingendoop.

Praeses Van de Graaf sloot het gesprek af met de vaststelling dat erop dit punt nog veel bezinning nodig is. Aan officiële invoering van kinderzegening zijn we nu nog niet toe. Wel vond hij dat de gemeente nu op een of andere wijze in de bezinning betrokken moest worden."

Hoe deze draad nu verder zal worden opgeplakt, is nog niet helemaal duidelijk. Het ligt voor de hand dat er verder gestudeerd zal gaan worden op de vraag wat , , zegenen" inhoudt en hoe de kerk mensen op allerlei kruispunten van het leven met de zegen van God nabij kan zijn. Ongetwijfeld zal in dat verband ook het zegenen van alternatieve relatievormen aan de orde komen. Een onderwerp waarin veel splijtstof ligt opgeslagen! Persoonlijk ben ik er gelukkig mee dat het zegenen van kinderen niet als officiële kerkelijke handeling is aanvaard. Juist om de unieke plaats van de doop te onderstrepen, is het goed kinderzegening niet op te nemen in de zondagse eredienst. Daarbuiten zou er ruimte voor kunnen zijn, wanneer eerst de bijbels-theologische betekenis van de zegen duidelijk is geworden. Daarnaast is er behoefte aan een herbevestiging van ons ja tegen de kinderdoop. Het was bepaald verontrustend dat verschillende sprekers vraagtekens zetten achter de kinderdoop of deze zelfs geheel van de hand wezen. We kunnen mijns inziens terecht kritiek hebben op de praktijk van de kinderdoop in voorgaande eeuwen. Maar dat roept om een bijbelse herijking van de kinder-

doop.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's