Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoveel hoofden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoveel hoofden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wet en Evangelie
In Terdege d.d. 18 aug. las ik een artikel over William Perkins geschreven door dr. W.J. op 't Hof. Ik ben geschrokken van wat ik daar las over Wet en Evangelie. Is de Evangelie-boodschap dan toch voorwaardelijk? Nee! Beseft dr. Op 't Hof niet hoevelen door dit alles weer verstrikt kunnen raken? Volgens genoemd schrijven moet men eerst een heilige wanhoop voelen/ ervaren en bevreesd zijn de zonde tegen de Heilige Geest te hebben bedreven alvorens tot de kennis van Christus te komen? Is dit zo? Nee! Moet men eerst de wanhoop nabij zijn alvorens tot Christus te komen? Nee! Gods Woord leert dit niet. Zelf heb ik inderdaad een jaar lang gedacht de zonde tegen de Heilige Geest te hebben bedreven voor ik tot het geloof en de ware vrijheid in Christus kwam. Dat was een vreselijke tijd. Maar laten we toch a.u.b. niet leren dat een ander dit dan ook mee zou moeten maken. Laten we toch elkaar niet de wijze van bekering voorschrijven. Is dit niet de grote fout en dwaling in onze gereformeerde gezindte, dat men meer waarde hecht aan "de mens met zijn bekeringsverhalen" dan aan het eenvoudige Woord van God? Hoe eenvoudig is Gods Woord, „Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven." „Die in de Zoon van God gelooft, die heeft het eeuwige leven." Wet en Evangelie vormen één boodschap waarin de diepe verloren staat wordt getekend van de mens die buiten Christus leeft, levend onder de vloek van de wet en de toorn van God. Maar in dezelfde boodschap klinkt de liefelijke nodiging van de Heere Jezus, dat er door Zijn bloed vergeving is voor de grootste der zondaren. O, wat hebben wij, "zwaar-gereformeerden", het toch ingewikkeld gemaakt. Wat droevig is het toch, dat deze verkeerde leringen nog zo'n invloed hebben in de gereformeerde gezindte. O Heere God, wilt U ons hier toch van bevrijden, opdat de heerlijke en blijde boodschap van Goddelijke liefde en genade heerlijk en rijk mag klinken. Ik denk aan het voorbeeld van de Samaritaanse vrouw. Zij hoorde in de prediking van het Evangelie van Christus ook de wet. Want wat zegt ze zelf? „Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb, is deze niet de Christus?" Door dat ze met de Heere Jezus in aanraking kwam werd ze aan haar zondige bestaan ontdekt en zag ze met de ogen van het geloof tevens dat Hij was de Christus, de Zoon van de levende God. Laten wij mensen met Christus in aanraking brengen. Die in de rechte Evangelie verkondiging rijk en heerlijk wordt voorgesteld, en hen wijzen op het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt. Een dichter heeft het rijk gedicht: „Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf."
T. v.d. Weijden, Dordrecht

Kleine kerkhistorie
Met waardering heb ik de driedelige serie over de kleine kerkhistorie gelezen. Een kleine aanvulling: er is een belangrijke relatie tussen geschiedschrijving en identiteit. Een volk dat zijn geschiedenis niet kent, vervreemdt gemakkelijker van zijn wortels. Men beseft dan soms niet eens dat prediking en avondmaalspraktijk heel anders zijn dan vroeger. Mensen huldigen soms opvattingen die niet passen bij de identiteit die hun kerkverband vanouds had. Voor een deel werkt men heel bewust aan een koerswijziging. Bij een ander deel is gebrek aan historisch besef echter één van de oorzaken. Daarom is het zo belangrijk dat we in de kleine kerkhistorie mensen het verleden van hun kerk voorhouden. Door een groeiend historisch besef zal men wellicht minder snel wegzwalken naar een leer waarin men 'gemakkelijker' bekeerd lijkt te kunnen worden, maar waarvan te vrezen is dat men zich deerlijk bedriegt. Ook heeft het me weleens getroffen dat ik soms leeftijdgenoten sprak die zondag aan zondag schriftuurlijk- bevindelijke prediking beluisterden, maar nog nooit iemand vanuit de praktijk van het geestelijk leven hadden horen vertellen - „hoort wat mij God deed ondervinden." Terwijl we het gevaar van mensverheerlijking voortdurend voor ogen moeten houden, blijft het toch een voorrecht dat we in de kleine kerkhistorie de rijke voorbeelden van geestelijk leven schriftelijk kunnen vastleggen. Wie daarmee onnodig lang wacht, laat veel gegevens verloren gaan. Temidden van allerhande gekissebis waar kerkhistorici volledigheids- en eerlijkheidshalve niet geheel aan voorbij kunnen gaan, mogen we toch ook de schatten uit het verleden uitstallen - met weemoed over wat verdween; tot jaloersmaking van nieuwe generaties.
L. Vogelaar, Elspeet

Opgenomen (2)
In Terdege nr. 25 las ik een ingezonden brief van de fam. v.d. Wetering uit Alblasserdam. Het ging over de column Opgenomen van Evelien, en het stuk van een mevrouw uit Ede. De fam. Van de Wetering mag de Heere wel heel erg dankbaar zijn dat ze geen ervaring hebben met de problemen die Evelien heeft. En met haar vele anderen die in psychische nood zijn. Ik weet uit ervaring hoe erg het is om aldoor een leegte te voelen, die al het goede vaak overheerst. Hoe erg het is om een bodemloze put te hebben, waarin alles verdwijnt aan liefde, geborgenheid, veiligheid enz. En om daardoor angsten te hebben, regelmatig depressief te zijn, een eetstoornis te hebben en concentratieverlies. Hoe het leven er dan verder uitziet zal ik maar niet opschrijven, want de fam. Van de Wetering zal verder niets met deze zoetsappige brief kunnen doen.
Naam en adres bij de redactie bekend

Opgenomen (3)
Met stijgende verbazing, gevolgd door gevoelens van boosheid en verdriet hebben wij de ingezonden brief gelezen van de familie Van de Wetering te Alblasserdam. (Terdege 15 september 1999). Genoemde brief was geplaatst naar aanleiding van de column "opgenomen" en een reactie hierop van mevrouw T. Uuldriks te Ede. Indien de familie Van de Wetering werkelijk enige kennis zou hebben van het geestelijk lijden in de psychiatrische ziekenhuizen, dan zou dit tot gevolg hebben dat, hetgeen zij nu schriftelijk heeft weergegeven, niet eens in haar gedachten zou zijn opgekomen. Het meest krenkende is dat de familie Van de Wetering de column "Opgenomen" rangschikt onder de categorie "zoetsappige columns". Ter verduidelijking: zoetsappig betekent zonder pit, halfzacht. Enerzijds hebben personen die in geestelijke nood verkeren en een dergelijke opmerking lezen, tijden nodig om hiervan te herstellen, terwijl het anderzijds juist van een enorme moed getuigt om je te laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis. Tenslotte zijn wij van mening dat de redactie van Terdege de door ons als krenkend ervaren passage, niet had mogen plaatsen.
Fam. v.d. Geer, Scherpenzeel

Opgenomen (4)
In de Terdege van 15 september jl. heb ik met een gevoel van verbijstering en verdriet het artikel Opgenomen uit de rubriek Zoveel hoofden gelezen van de fam. Van de Wetering. Ik heb daarbij de volgende opmerkingen. Ik begrijp heel goed dat in genoemd boek van Boston een andere verklaring wordt gegeven van de hel. Wat ik heel pijnlijk vind is dat deze familie niet begrijpt dat een depressie ook een hel kan zijn, want je gaat door diepe dalen van moedeloosheid enz. De dood is soms wenselijk boven het leven, maar het is Gods hand die mij (en anderen) spaarden. Ik zou deze familie wel eens mee willen nemen naar een psychiatrisch ziekenhuis. Ik denk dat ze tot hele andere gedachten zouden komen. Ik weet uit ervaring wat het is om langdurig opgenomen te zijn. Deze familie weet waarschijnlijk niet hoeveel pijn ze mij (en waarschijnlijk ook anderen) doen met deze uitspraak. De columns van Evelien zouden zoetsappig zijn. Mijns inziens komt dit rechtstreeks uit het hart van deze jonge vrouw in nood. Bij deze zou ik Evelien willen zeggen ga door met de ingeslagen weg en blijf volhouden, want je komt er!!! Blijf je columns schrijven, want ze zijn het zeker waard!!
Naam en adres bij de redactie bekend

Ds. J. Fraanje
Naar aanleiding van het artikel over wijlen mijn vader ds. Fraanje in Terdege no. 24d.d. 1 sept. 1999 wil ik hierop nog enkele m.i. noodzakelijke aanvullingen geven. - Bij de zin "kleinzoon J. Blom is herv. predikant" moet toegevoegd worden: „en ds. C. den Hertog, chr. geref pred. te Apeldoorn, is eveneens een kleinzoon." - Aan het begin van het artikel staat: „vijf dagen en nachten bracht Fraanje in grote zielestrijd door." Dit vond plaats aan het begin van zijn omkering in dit leven. Maar anderzijds heeft hij bijna aan het einde van zijn leven het tegenovergestelde meegemaakt. Dit staat beschreven in het boekje "Nagelaten geschriften" op de bladz. 20/21, 34/35. 66/67. Kort weergegeven schrijft hij daar dat in het ziekenhuis vijf weken voor hem de "gordijnen"/ de "poorten" wijd open waren en Jezus Christus zag, zoals een Stefanus Hem zag. Ik kan het mij nog goed herinneren. Al die weken heeft hij daar een rijk getuigenis van gegeven. Beide feiten getuigen van Gods grote en vrije genade. Daarom zijn deze dingen het vermelden waard, maar dan alleen tot eer van God.
L. Fraanje, Arnhem

Samenleven
Onlangs las ik in de Terdege van 15 september 1999 wat M. Geluk in "Samenleven in huwelijk en gezin" schreef Het ging om het geleidelijk loslaten van kinderen als ze naar de volwassenheid toegroeien. Dit vinden veel ouders moeilijk. Wat dat betreft ben ik het geheel eens met M. Geluk, maar m.i. was het slechts een halve waarheid. Want, als ouders hun kinderen wèl los kunnen en willen laten, maar de kinderen hun ouders niet?! Ik kom zelf uit een gezin waarin wij als kinderen al vroeg tamelijk veel zelf mochten beslissen en eigen verantwoordelijkheden mochten dragen. In overleg met onze ouders uiteraard. Zo waren wij al vroeg in de gelegenheid enigszins zelfstandig te functioneren. Deze tendens is steeds sterker geworden naarmate we ouder werden. (Nu variëren onze leeftijden van 15 tot 24 jaar, uitgezonderd een broertje van 12). Ik heb er door de jaren heen soms best moeite mee gehad naar de volwassenheid toe te groeien. Dat soort problemen bleken echter overkomelijk. Maar niet al mijn broers en zussen ervaren dit zo. Ik heb twee zussen die er duidelijk moeite mee hebben. Enerzijds weren ze alle bemoeienis van mijn ouders, anderzijds willen ze niets liever dan al hun verantwoordelijkheden aan mijn ouders over blijven dragen. Ze kunnen en durven niet volwassen te worden en zien de houding van mijn ouders meer als in-de-steek laten en als vrijlaten. Ik vond deze kant van de zaak onderbelicht in het artikel van M. Geluk. Vandaar dat ik het niet kon laten dit te schrijven. Hopelijk voelt M. Geluk zich niet aangevallen na dit gelezen te hebben, want dat was absoluut niet mijn bedoeling.
Naam en adres bij de redactie bekend

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 september 1999

Terdege | 96 Pagina's

Zoveel hoofden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 september 1999

Terdege | 96 Pagina's