Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verwijdering van nodeloze drempels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verwijdering van nodeloze drempels

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Statenvertaling wordt in de gereformeerde gezindte steeds meer ter zijde geschoven, Het Boek rukt op. Een herziening van de Statenvertaling moet die ontwikkeling keren. Vorige week verschenen de eerste resultaten. Ds. H. Russcher: „We ervaren dit werk heel duidelijk als een opdracht van de Heere God.

De Statenvertaling heeft de liefde van zijn hart, daarover laat ds. H. Russcher geen twijfel bestaan. In huiselijke kring gebruikt hij zelfs een uitgave van de Gereformeerde Bijbelstichting. Toch zei de Barneveldse predikant volmondig ja toen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond hem verzocht zitting te nemen in het bestuur van een op te richten Stichting Herziening Statenvertaling. Zijn grote waardering voor hèt monument in de Nederlandse kerk- en taalgeschiedenis gaat samen met de vaste overtuiging dat het na bijna vier eeuwen aan een grondige restauratie toe is.
„Je moet constateren dat de taal van de Statenvertaling voor veel mensen van vandaag, met name jongeren en mensen buiten de kerk, voor een groot deel onbegrijpelijk is geworden. Die verstaanskloof heeft in de eerste plaats te maken met het proces van secularisatie. Daar zij we ons diep van bewust. De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn, zegt Paulus. Het overbruggen van die kloof is het werk van de Heilige Geest. Maar daarnaast is er een taalkundige kant. Het Nederlands heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld, waardoor bepaalde woorden niet meer worden gebruikt of een totaal andere betekenis hebben gekregen.

Aanpassen
Al in zijn eerste gemeente, het agrarische Polsbroek en Vlist in de Lopikerwaard, werd de hervormd-gereformeerde predikant met de taalkloof geconfronteerd. „Op catechisatie laat ik de catechisanten de bijbelgedeelten lezen. Aan de manier waarop ze dat doen, merk je dat ze de inhoud niet begrijpen. Ze lezen woorden die ze niet vatten.
Een paar voorbeelden. In de geschiedenis van de vier mannen die hun verlamde vriend naar Jezus brachten, staat dat ze het dak ontdekten. Dan denken catechisanten dat ze erachter kwamen dat er ook nog een dak op dat huis zat, terwijl wordt bedoeld dat ze het dak openbraken. Leest een boerenjongen in de profetie van Habakuk: Wee dien, die met kwade gierigheid giert voor zijn huis, dan kun je je voorstellen welk beeld die tekst bij hem oproept.
In Mattheüs 21 lees je dat bij de intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem de hele stad werd beroerd. Dat woord wekt bij jongeren heel andere associaties dan de vertaling in rep en roer. Nog sterker speelt dat bij het woord onnozel, dat in de Hebreeënbrief wordt gebruikt voor de Heere Jezus als de grote Hogepriester, en dat in de 17e eeuw een totaal andere betekenis had, namelijk onschuldig. Met betrekkelijk eenvoudige wijzigingen kun je al veel misverstanden wegnemen. Een groot aantal predikanten in de gereformeerde gezindte verduidelijkt nu tijdens de Schriftlezing in de eredienst bepaalde woorden. Zelf doe ik dat ook. Waarom zouden we die woorden dan niet in de Bijbel zelf aanpassen?

Nodeloze hobbels
Regelmatig stuit de Barneveldse predikant in de Statenvertaling op passages die zelfs voor hem ontoegankelijk zijn. „Ik denk dan met name aan de poëtische literatuur uit het Oude Testament en aan de profeten. Bij de voorbereiding van een prekenserie over Jeremia, in mijn vorige gemeente, werd ik geconfronteerd met verzen waar ik bij eerste lezing niets van kon maken. Pas na het raadplegen van handboeken werd me de betekenis duidelijk. We hebben niet de pretentie dat we door de herziening een Bijbel kunnen aanleveren die voor mensen tot in alle details begrijpelijk is. Er speelt meer dan een taalprobleem, maar de drempels die je weg kùnt halen, moet je niet laten bestaan.
De kritiek op het project kwam voor ds. Russcher niet onverwacht. „We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Er ligt vier jaar tussen het moment dat het idee werd geopperd en het bestuit om het daadwerkelijk uit te voeren. We beseften heel goed dat we het project zouden moeten verdedigen naar twee fronten. Alles wat met bijbelvertaling te maken heeft, ligt binnen de gereformeerde gezindte geweldig gevoelig. Om bij de hervormd-gereformeerde beweging te blijven: daar varieert het van gemeenten die helemaal op de GBS-lijn zitten tot gemeenten waar volop de Nieuwe Vertaling wordt gebruikt. Op het grondvlak is de verscheidenheid nog veel groter. Daar zijn ook Het Boek en de Groot Nieuws Bijbel breed geaccepteerd.
Gezien die situatie was te voorzien dat het project tegenstand zou oproepen. Toch zijn we daar niet voor teruggeschrokken. We ervaren dit werk heel duidelijk als een opdracht van de Heere God. We doen het uit bewogenheid met een nieuwe generatie, aan wie we het Woord van God in een betrouwbare vertaling door willen geven. Dat verbindt ons aan de Gereformeerde Bijbelstichting. Wij delen dezelfde liefde voor de Statenvertaling, maar we willen die aanbieden in een leesbare, verstaanbare vorm. Nu wordt vaak op zn best de Parallel-editie gebruikt, met rechts de Statenvertaling en links Het Boek. Vooral de opgang van Het Boek, zowel in hervormd-gereformeerde en christelijke gereformeerde kring als binnen de Gereformeerde Gemeenten, is voor ons een belangrijke reden geweest om het project te starten. Als parafrase van de Bijbel maakt Het Boek moeilijke gedeelten soms een stuk duidelijker, maar daar staat tegenover dat op veel plaatsen op onverantwoorde wijze wordt afgeweken van de grondtekst. Of in de parafrase klinkt duidelijk de theologische opvatting van de auteurs door.

Gewijde paal
De Statenvertaling is in de optiek van ds. Russcher nog altijd de beste Bijbelvertaling in het Nederlandse taalgebied. Wat niet wegneemt dat met de huidige kennis van de oude talen en de archeologie soms andere keuzes zouden zijn gemaakt. „Bekend voorbeeld is de passage waarin staat dat Gideon een bos omhakt. Nu weten we dat dat geen bos, maar een gewijde paal is geweest. Het konijn uit Deuteronomium was in werkelijkheid een klipdas, de kaars uit Mattheüs 5 een olielampje.

Tonen dergelijke voorbeelden niet dat de grens tussen hertalen en opnieuw vertalen erg diffuus is?
„Het moeilijke van zon herziening, daar moet je heel eerlijk in zijn, is dat je te maken hebt met een dubbele loyaliteit: naar de Statenvertaling en naar de grondtekst. Daarover hebben we meer dan eens uitvoerig gesproken met de mensen die we bij de herziening betrokken hebben. Ze moeten bereid zijn om soms enigszins te schipperen met hun wetenschappelijke kennis. De eerste loyaliteit is die naar de Statenvertaling. Dat is het logische gevolg van de keuze die we hebben gemaakt. In de gevormde koppels van neerlandici en theologen, voor de hertaling van het Oude Testament, ligt het primaat bij de neerlandici.

Die keuze lijkt meer pragmatisch dan principieel van aard? De grondtekst dient toch primair bepalend te zijn?
„Voor een nieuwe vertaling ontbreekt niet alleen het draagvlak, die gaat ook onze draagkràcht te boven, vanwege de verdeeldheid binnen de gereformeerde gezindte. Daarom hebben we gekozen voor een herziening van de Statenvertaling. Waarbij we onszelf wel de ruimte geven om aantoonbare fouten in de Statenvertaling te corrigeren. Waar we dat doen, zullen we dat in een voetnoot verantwoorden.

Waarmee de kritiek van L.M.P. Scholten, dat puur hertalen onmogelijk is, door de praktijk is bevestigd.
„In die zin dat we niet alleen naar de Nederlandse tekst van de Statenvertaling kijken, maar ook de eraan ten grondslag liggende Textus Receptus raadplegen, ter controle. Dan ontkom je er niet aan dat je soms een keuze maakt die niet alleen te maken heeft met de verstaanbaarheid, maar ook met de voortgeschreden kennis. Dat blijft overigens beperkt. Het zal vooral gaan spelen bij de hertaling van de poëtische en profetische boeken. Waarbij we wel duidelijke grenzen trekken. We willen niet naar een nieuwe vertaling toe. Dan moet je jezelf beperkingen opleggen.

Dat zal met name voor de classici onder de hertalers niet eenvoudig zijn.
„Tot nu toe is men heel congeniaal. Eén neerlandicus die we hadden benaderd, is bij voorbaat afgehaakt, omdat hij de herziening niet ver genoeg vond gaan. De mensen die zich in de uitgezette lijn konden vinden, werken nog steeds in grote eensgezindheid aan het project. Daar zijn we bijzonder dankbaar voor.

Welke criteria zijn voor de hertaling vastgesteld?
„In de eerste plaats wordt de tekst van de Statenvertaling aangepast aan de hedendaagse spelling. Voor woorden die een andere betekenis hebben gekregen, zoeken we moderne equivalenten. Naamvalsuitgangen die we in modern Nederlands niet meer gebruiken, worden gewijzigd, behalve in staande uitdrukkingen als de vreze des Heeren. Aantoonbare fouten in de vertaling worden gecorrigeerd. Ingewikkelde zinsconstructies worden vereenvoudigd.

Gaat het laatste niet verder dan hertalen en zelfs vertalen? Ook de grondtekst kent ingewikkelde constructies.
„Het is niet de bedoeling dat we gaan polijsten. In de brieven van Paulus vind je nogal eens een zin of een passage die niet logisch doorloopt, een zogenaamde anakoloet. Die gaan we niet glad strijken. De hoekigheid die je in de Statenvertaling vindt, zul je ook in de herziene Statenvertaling tegenkomen. Wel zullen we veel deelwoorden vervangen door een bijzin. Gekomen zijnde wordt dan: Toen hij gekomen was.
Heel lange zinnen willen we zo mogelijk splitsen. Te denken valt aan het eerste hoofdstuk van de Efezebrief. Dat is één lange zin. Die knippen we in een paar zinnen, om het lezen te vergemakkelijken. De Statenvertalers schrokken er ook niet voor terug om Griekse zinsconstructies te vereenvoudigen. Wij gaan daarin wat verder, maar het is geen principiële wijziging.

Aan welke voorwaarden moeten de medewerkers aan het project voldoen?
„Ze moeten zich in de eerste plaats kunnen vinden in onze uitgangspunten. In de tweede plaats zullen ze de noodzakelijke deskundigheid moeten bezitten. Daarnaast is natuurlijk heel belangrijk dat sprake is van geloofscongenialiteit: dat men de Schrift als het onfeilbare Woord van God beschouwt. En dat men met ons de liefde voor de Statenvertaling deelt.

De editie-Tukker is nooit een succes geworden. Welke reden is er om te verwachten dat deze herziening wel aanslaat?
„Er zijn een aantal verschillen. De editie-Tukker is nooit in een kerkboek verschenen, met de berijmde psalmen erachter. Ook nooit in dundruk uitgegeven. Een tweede verschil is dat binnen de commissie-Tukker werd beslist op basis van unanimiteit, waardoor de wijzigingen heel marginaal zijn gebleven. Te marginaal. We hebben geprobeerd om van die ervaringen te leren.

De taalkundige modernisering zal behoorlijk fors moeten zijn om het project bestaansrecht te geven.
„Bijbelse kernbegrippen als zonde, genade, goedertierenheid en ootmoed zijn onopgeefbaar, maar archaïsmen zullen we vermijden. Een woord als lankmoedigheid kun je zonder verlies van betekenis vertalen met geduld. Wel zullen we proberen de kleur, het coloriet van de Statenvertaling te handhaven. Ik verwacht dat een woord als zaligheid ook in de herziene vertaling zal terugkeren, hoewel het grondwoord soteria met even veel recht als redding kan worden vertaald.

Ligt het project wat tijdsplanning betreft op schema?
„Niet helemaal. Het raadplegen van de grondtekst kost wat meer tijd dan we hadden voorzien. We doen er liever wat langer over, waardoor we straks een product op tafel kunnen leggen waar we ten volle achter staan, dan dat we het oorspronkelijke tijdpad handhaven en door de tijdsdruk concessies moeten doen aan de kwaliteit. Bij zon project moet je je niet gaan haasten.
Uiteindelijk zal de ontvangst moeten leren of het project geslaagd is. The proof of the pudding is in the eating. Zelf ben ik tot nu toe heel dankbaar voor de resultaten. Die beantwoorden volledig aan de bedoeling die we hadden. Het is nog duidelijk de Statenvertaling, maar veel drempels voor de verstaanbaarheid zijn weggenomen.


Een interkerkelijk mammoetproject
Het idee om te komen tot een taalkundige revisie van de Statenvertaling werd geboren tijdens een predikantencontio van de Gereformeerde Bond, begin 1998, waar drs. Th.A.W. van der Louw en dr. M.J. Paul hun visie gaven op de Nieuwe Bijbelvertaling. Een in het leven geroepen commissie, onder leiding van ds. W.Chr. Hovius, onderstreepte in het najaar van 1998 de noodzaak van een hedendaagse bijbelvertaling. De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), een oecumenisch project dat in 2004 gereed moet zijn, werd voor de gereformeerde gezindte echter niet aanvaardbaar geacht. Een nieuwe vertaling op basis van gereformeerde uitgangspunten achtte de commissie wenselijk maar onhaalbaar, door de kerkelijke verdeeldheid.
Precies 25 jaar na de verschijning van de editie-Tukker viel het definitieve besluit tot een nieuwe taalkundige revisie van de Statenvertaling, nadat een commissie onder leiding van ir. L van der Waal onderzoek had verricht naar de praktische haalbaarheid van het project. In mei 2002 werd de Stichting Herziening Statenvertaling opgericht, onder voorzitterschap van de voormalige hervormde synodepreses ds. B.J. van Vreeswijk. Overige leden van het stichtingsbestuur zijn ds. A.J. Kunz, hervormd predikant te Groot-Ammers, ds. H. Russcher, hervormd predikant in Barneveld en hoofdbestuurslid van de Gereformeerde Bond, voormalig SGP-europarlementariër ir. L. van der Waal en de christelijke gereformeerde predikanten ds. J. van Amstel (Ede) en ds. R. Kok (Sliedrecht). Vanuit de Gereformeerde Gemeenten namen ds. C.G. Vreugdenhil (Groningen) en ouderling drs. I.A. Kole (Berkenwoude), oud-directielid van hogeschool De Driestar, op persoonlijke titel zitting in het bestuur.

Sympathie en kritiek
Het daadwerkelijke hertalen geschiedt door neerlandici en classici. Hun werk wordt beoordeeld door meeleesgroepen, waarin ook theologen zitting hebben. Deze zogenaamde resonansgroepen worden aangestuurd door de predikanten Van Amstel, Kok en Russcher. In totaal zijn zon veertig personen bij het mammoetproject betrokken.
Naast uitingen van sympathie klonk ook kritiek. De christelijke gereformeerde oudtestamenticus prof dr. H.G.L. Peels sprak in het blad De Wekker de vrees uit dat het project niets anders oplevert dan een variant op de Tukker-editie uit 1977, die nooit breed ingang heeft gevonden. In de linkerflank van de gereformeerde gezindte beschouwen velen het project als nodeloze geldverspilling. Ter rechter zijde bestaat de vrees dat de gereviseerde Statenvertaling een nieuwe splijtzwam binnen de gereformeerde gezindte wordt. Bovendien leidt hertaling volgens L.M.P. Scholten, directeur van de Gereformeerde Bijbelstichting, onherroepelijk tot een opnieuw vertalen van passages.
De herziene Statenvertaling zal worden uitgegeven door Jongbloed. Het eerste deel (Genesis, Psalmen en een deel van het Nieuwe Testament) moet medio 2004 verschijnen. Deze week ontvangen hervormd-gerefomeerde en christelijke gereformeerde kerkenraden enkele voorbeeldhoofdstukken (Psalm 1, Markus 1 en Efeze 1), om zich een concreet beeld te kunnen vormen van de omvang van de revisie.

Volgende keer: Drs. C. Bregman en ds. R. Kok.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 september 2003

Terdege | 92 Pagina's

De verwijdering van nodeloze drempels

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 september 2003

Terdege | 92 Pagina's