Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toekomst des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toekomst des Heeren

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

De les van de vygeboom

Wanneer Jezus in Zijn eschatologische rede over de voortekenen van Zijn wederkomst spreekt wijst Hij zijn discipelen op het voorbeeld van de uitbottende vijgeboom. Hij zegt dan: En leert van de vijgeboom deze gelijkenis; wanneer nu zijn tak teder wordt en de bladeren uitspruiten, zo weet gij dat de zomer nabij is. Alzo wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet dat het nabij is, voor de deur.

Zij weten dus, wanneer de sappen weer door de stam en takken gestuwd wordt, en de bladeren nieuw uitbotten, dat dit een voorbode is van de zomertijd. Zoals het zwellen der knoppen een aankondiging is van de naderende zomer, zo moeten de beroeringen en vervolgingen waarvan Hij sprak, voor de zijnen tekenen zijn van het naderend gericht en de komst van Christus op de wolken des hemels.

Daarbij moeten we bedenken dat deze voortekenen niet past in de allerlaatste tijd, dus vlak voor de wederkomst van Christus gezien zullen worden.

Neen, alle eeuwen door vanaf Christus eerste komst tot Zijn wederkomst leven wij in de laatste dagen. Gedurende al die eeuwen door zal de prediking van de gekomen en komende Christus vergezeld gaan van deze eschatologische tekenen. De tekenen zijn tastbaar in heel de geschiedenis van wereld, volkeren en mensen, die naar Gods raad voltooid wordt in de voleinding der eeuwen. Aan de andere kant moeten we ook weer niet vergeten dat naarmate de komst van Christus nadert ook de laatste dingen (men spreekt dan in de theologie van de eschata) zich zullen toespitsen. Terloops zou ik hier willen opmerken dat Berkouwer (Dogmatische Studiën, de wederkomst van Christus II) wel voor een groot deel de tekenen betrekt op de hele eindtijd, maar m.i. voorbijgaat aan toespitsing van deze tekenen in de allerlaatste eindgeschiedenis.

Oorlogen en wereldrampen

Nadat Jezus Zijn discipelen gewaarschuwd heeft voor de verleiding, noemt Hij als tweede voorteken van Zijn komst: En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, revolutie onder de volkeren, verder grote wereldrampen als hongersnoden, pestilentiën, aardbevingen in verscheidene plaatsen.

Hier vinden we dus een opsomming van grote wereldkatastrofes, die mens en dier, volken en landen de eeuwen door teisteren zullen.

Deze, om zo te zeggen, opzienbarende tekenen worden soms overgeaccentueerd in tijden dat wij er regelrecht mee te maken krijgen. Wij herinneren ons nog wel hoe ten tijde van de laatste wereldoorlog allerlei „voorspellingen" aangaande de wederkomst van Christus als paddestoelen uit de grond rezen. Oorlogen en wereldrampen van katastrofale afmetingen, geven nog heden ten dage aanleiding tot het trekken van allerlei voorbarige konklusies en het doen van allerlei angstaanjagende voorspellingen en speculaties. Een boek als „De planeet die aarde heette" van de Amerikaanse professor Hallindsey levert hiervan een overtui-

gend bewijs. Het maakt van de wereldgeschiedenis en vooral van de leer der laatste dingen een compleet legpuzzel-systeem. Terecht merkt Berkouwer over deze wijze van benadering op: „dat men in een gedachtenklimaat terecht komt waarin men tracht aan te tonen, dat het historie-beeld van het heden tot in details klopt op allerlei voorzeggingen der Heilige Schrift, die nu blijken te zijn uitgekomen" (a.w. blz. 23).

Dat een dergelijke wijze van benadering de mensen nogal aanspreekt bewijst de grote aftrek die dit boek niet alleen in Amerika, maar ook onder ons heeft. Naar mijn smaak worden hier de grenzen van de exegese ( = schriftuitleg) onbehoorlijk overschreden.

Toch kan niet ontkend worden dat men in het algemeen meer geneigd is om bij hetzich-voordoen van deze oorlogen en wereldrampen aan het wereldeinde te denken, dan wanneer wij leven in een tijd van welvaart en rust. We zijn dan geneigd om tegen onszelf en tegen anderen te zeggen: zie je wel dat we in het laatste der dagen leven? Ja, ja, het zullen zware tijden worden.

Dr. Veldkamp merkt in dit verband op: „In de jaren van Nazi-terreur en bezettingsrazernij scheen de koers van de toekomstverwachtingen iets te gaan stijgen, er werd hier en daar een woordje over gewisseld en het visioen van de vier paarden uit Openbaring 6 werd weer een geliefd preekthema. We gaan direct combineren, oorlogen, geruchten van oorlogen, besmettelijke ziekten, aardbevingen: de onmiskenbare tekenen van 's Heeren komst" („De Dag van de Zoon des Mensen", blz. 7, 8.)

Helaas is zulk een „toekomstverwachting" niet meer dan schijn en is de angst voor hetgeen dat komt groter dan de blijdschap waarmee het geloof Gods Zoon uit de hemelen verwacht.

Aan de andere kant is er tegenwoordig een tendens waar te nemen die in lijnrechte tegenstelling met het voorgaande en ook in tegenspraak met de door Christus genoemde teken-spraak van een komen van Christus door de wereldkatastrofes heen, niets weten wil. Men onderwaardeert niet slechts het profetisch getuigenis uit de mond van Jezus, men negeert het totaal.

Deze koers vaart de moderne theologie op het kompas van een optimistische mensbeschouwing, op grond waarvan wij mensen elkaar oproepen om de wereld te verbeteren, de oorlogen uit te bannen, het nieuwe rijk te stichten. Als voortekenen van Christus' wederkomst schakelt men deze tekenen eenvoudigweg uit. Hier kan men zeggen dat de god dezer eeuw de zinnen van de mens in zijn waan verblind heeft.

Men kan echter ook nog anders op de door Christus genoemde tekenen reageren. In een grote mate van onverschilligheid de zaak, waar het hier omgaat, afdoen met de opmerking: ch, het is altijd al zo geweest en het zal wel nooit anders worden. Een onverschilligheid die we als een aangemeten levenshouding niet alleen tegenkomen buiten de kerk, maar die we ook onder mensen van de kerk aantreffen. Men legt zich gevoelloos bij de feiten neer. Het is nu eenmaal niet anders. Echter zonder het zich altijd bewust te zijn schaart men zich op deze wijze in het gezelschap van de spotters van de laatste dagen waar de apostel Petrus over schrijft (2 Petrus 3 : 3. 4).

Hun schijn-motief voor deze houding ligt in de uitspraak: „Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van die dag af dat onze vaders ontslapen zijn blijven alle dingen alzo. gelijk van het begin der schepping".

Mij dunkt, dit is de boze droom van de slapende dwaze maagden uit de gelijkenis, die zonder brandende lamp de komst van de bruidegom willen afwachten. Het feit dat er ten allen tijde oorlogen, geruchten van oorlogen, hongersnoden en wereldrampen geweest zijn, en dat zij er zullen blijven tot aan het einde der wereld, is niet te ontkennen.

Van al deze dingen is de eindtijd, zijn de laatste dagen vol.

We kunnen zeggen dat al deze dingen met een zekere regelmaat terugkeren. Zelfs met zulk een frequentie, dat we het gevaar lopen er aan te wennen en het „gewoon" gaan vinden.

Hier schuilt het gevaar dat we niet meer zien wat Christus ons er mee wil Idten zien. en dat we niet meer horen de voetstappen van de nadering van Christus.

De katastrofale aspecten zijn de donkere contouren aan de hemel van de tijd. Zij spellen ons: Jezus komt!

Hoe en wanneer? Dat blijft nog verborgen. Hij is onderweg.

Door die tekenen wil Christus de ogen van Zijn gemeente open houden. Zonder geloof zien wij er niets in. Alleen wanneer de tekenen door en in het geloof worden gezien, spelen ze een rol van betekenis.

Het geloof alleen verstaat wat Christus er mee zeggen wil het geloof alleen ziet hoe er door deze katastrofale tekenen tekening komt in het perspectief van de toekomst des Heeren.

Nee, dan verkijken we ons niet op de dingen die er op het grote wereldtoneel gebeuren. Dan krijgen we er het rechte zicht op. En als we dan even goed luisteren naar wat Christus er hier bijzegt, dan wordt het ons allemaal veel duidelijker.

Want bij veel mensen leeft de gedachte dat Christus zal wederkomen midden in de grote wereldrampen, op het ogenblik dat zij zich aan het voltrekken zijn. „Dat is beslist niet zo. Jezus zegt immers: „Wordt niet verschrikt". De tekenen van wereldomvattende aard moeten de kerk des Heeren niet de schrik op het lijf jagen. Hoe adembenemend zij ook zijn, hoe vreselijk voor de goddelozen, de met Zijn bloed gekochte gemeente mag haar hoofd omhoog heffen. Omhoog, want vandaar verwachten wij onze Heiland en Zaligmaker, Gods Zoon uit de hemel.

Al laat Christus er onmiddellijk op volgen: „maar nog is het einde niet". Want deze dingen, namelijk de oorlogen, de geruchten van oorlogen, de besmettelijke ziekten, de hongersnoden, de natuurrampen zijn nog maar een beginsel der smarten. Het woord smarten betekent letterlijk barensweeën. Barensweeën van de nieuwe dageraad, van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Zoals iedere geboorte door de weeën heen moet, zo moet deze wereld door de weeën heen, en langs deze weg zal Hij. Die op de troon zit, de belofte vervullen: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.

In het ücht van deze God, die alleen het recht heeft om IK te zeggen, zullen alle evolutionisten en evolutionairen en wereldverbeteraars, alle doe-het-zelvers toch eens bakzeil moeten halen.

Niet dat we in gevoelloze onbewogenheid ons maar niets van het leed der wereld moeten aantrekken. We worden inderdaad geroepen om de door die oorlogen en rampen ontstane nood te helpen lenigen. We zullen op moeten komen tegen geweld en onderdrukking en onrecht. Maar we zullen het dan tevens moeten doen in het besef dat wij met onze machteloze vingers niet even de raad Gods, naar welke al deze dingen moeten geschieden (Matth. 24 : 6), kunnen ombuigen.

De wereld moet door deze barensweeën heen, niet in het minst ook om haar eigen zonde. Maar als het barensweeën zijn, dan zegt dat ook dat dit alles niet om zichzelf is, er komt iets uit voort, namelijk Jezus' wederkomst en het heil dat die wederkomst brengt.

Juist om hetgeen er uit voortkomt zijn deze weeën als Gods tekenen ons gegeven. Hoewel ze nog slechts beginselen der smarten zijn.

Hoe erg ook, het is nog maar een voorspel. Er staan ons nog erger dingen te wachten. Dingen, die op het oog niet van zo'n katastrofale omvang zijn dan de hier genoemde. Tenminste, ze lijken niet zo katastrofaal. Of ze het niet zijn is een andere vraag. Ze kunnen nog wel eens van ernstiger aard zijn dan wij mensen op het eerste gezicht vermoeden. En ze zijn dat ook. Inhoudelijk zijn ze veel verwoestender omdat ze van geestelijke aard zijn. Ze zitten zozeer niet aan de buitenkant, ze zitten van binnen. Ze hebben om zo te zeggen niet zo'n „aards uiterlijk", maar daarom zijn ze veel gevaarlijker.

Anders gezegd: de oorlogen en rampen vormen dus niet het slothoofdstuk der geschiedenis, er komt nog een heel „mooi" hoofdstuk achteraan. Des te gevaarlijker omdat het zo „mooi" lijkt.

Ook daarvan zou men kunnen zeggen: „altijd al zo geweest".

Maar dan meen ik toch, dat al is dit zo, we hier juist de toespitsing krijgen wat m.i. Berkouwer over het hoofd heeft gezien en wat Veldkamp verwoordt als hij schrijft: dat door Johannes deze laatste periode der wereldgeschiedenis vanaf Christus' eerste komst tot zijn wederkomst de laatste ure wordt genoemd (1 Joh. 2 : 18), maar dat elders in de Schrift deze term een engere betekenis geeft en daar zeer beslist de tijd mee bedoeld wordt die onmiddellijk aan de wederkomst van Christus voorafgaat.

Dat brengt ons bij het volgende teken, namelijk de grote afval.

B.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juni 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De toekomst des Heeren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juni 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's