Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BESTE JONGELUI!

De brief aan Filémon.

1

Het is de bedoeling dat we enkele artikelen gaan schrijven over bovengenoemde brief. Voor we echter op de brief zelf ingaan, willen we eerst enkele dingen opmerken over het brievenschrijven in de tijd waarin Paulus leefde.

Dat is dan niet direkt „kost” voor de ziel, maar het zijn toch wel dingen waarvan het nuttig en nodig is dat je er iets van weet, en wie weet wat er misschien toch nog in kan zitten. Geef maar goed acht!

Nu dat woord „acht” weer uit de schrijfmachine gekomen is, moet ik ineens weer denken aan dat artikel wat ik een maand geleden geschreven heb, over „sprekende dingen”. Mogelijk zullen jullie je dat nog wel herinneren. Het ging toen zo maar ineens over de vraag, waarop je nu eigenlijk je stem uit moet brengen op 25 mei. Ik heb toen gezegd, dat je dit maar niet moet doen op „van Agt”, maar op lijst acht! Geeft daar goed acht op. Want de reclame zou je in de war kunnen brengen. En dat zou toch jammer zijn. Misschien zeggen jullie wel: Maar zo onnozel zijn wij niet. We begrijpen heus wel wat u bedoelt. Nu, daar ben ik blij om. Maar bedenk ook, dat niet alle mensen eender zijn. Ter illustratie wil ik jullie nog wel even wat vertellen. Het is uit de geschiedenis. Jullie weten mogelijk dat enkele jaren geleden Ds. Zandt de lijstaanvoerder was van de S.G.P. Een waardige vertegenwoordiger. Maar hij is overleden en heeft derhalve op aarde zijn taak volbracht.

Nu was er een S.G.P.-er, die zeide: Ik stem op Zandt-e! Hij bedoelde natuurlijk Ds. Zandt. Een ander die dat hoorde, en nog al vertrouwen had in hetgeen gezegd werd, terwijl hij niet zo politiek bewust was, dacht: de partij van Zandt-e zal wel een goede partij zijn. Ik zal daar ook mijn stem maar op uitbrengen. Doch wat wilde nu het geval? Er was, ik meen iemand uit de Partij van de arbeid, die de naam van „Santen” droeg. En daar de man alleen op de klank van de naam was afgegaan, bracht hij zijn stem uit niet op Ds. Zandt, maar op „Santen”. Het gevolg was dat zijn stem niet bij de S.G.P. maar bij de P.v.d.A. terecht kwam. Dus om alle misverstand te voorkomen, nog eens: Breng je stem uit op lijst acht! Geeft goed acht. Niet in de vertegenwoordigers, maar in het beginsel ligt de kracht. Dat was er zo even tussen door.

Nu over dat brieven schrijven, uit de tijd van Paulus. Brieven schrijven is voor jullie de meest eenvoudige zaak van de wereld. Je gaat als kind al naar school. Je leert daar spelenderwijs lezen en schrijven. Je raakt vertrouwd met papier en pen en inkt. We hebben van alles in allerhande soorten. Je hebt verschillende soorten papier, je hebt allerhande pennen en ook allerhande kleuren in de inkt. Het is alles zo in overvloed, dat je er haast geen raad mee weet. Als je een brief wilt schrijven naar een vriend of vriendin, dan heb je alles bij de hand. Als de brief geschreven is, dan doe je hem in een enveloppe, je plakt er een postzegel op, je brengt hem naar de bus en de post doet de rest. De andere dag is hij al op de plaats van bestemming.

Doch zo eenvoudig als het tegenwoordig gaat, ging het vroeger niet. Ik weet nog, en de ouderen zullen zich dat ook nog wel herinneren, dat een balpen met grote verwondering bekeken werd. Want dat was iets waarvan men nog nooit had gehoord. Wie maakt zich daar nu nog druk over? Mogelijk lachen jullie wel, als je dit leest. In Paulus dagen was het echter heel anders. De meeste mensen konden toen niet lezen of schrijven. Een toestand, die wij ons zelf haast niet voor kunnen stellen. Nu zijn er nog velen in de wereld, die analfabeet zijn. Vergeet dat niet, en gebruik de „kunst” die jullie aangeleerd is, maar goed, door over zinvolle zaken te schrijven en niet allerhande „onzin”.

Het papier dat wij kennen, was toen geheel onbekend. Men maakte het van de papyrusplant. Het merg daarvan werd in repen gesneden en aan elkaar geplakt. Onder „druk” werd het dan glad gemaakt en gedroogd. En zo ontstond er dan een vel, waarop men schrijven kon. De meeste brieven van het Nieuwe Testament, vol’ gen^ anderen „allen”, zijn op dat soort papier geschreven. Er was ook nog een ander soort papier, namelijk het perkament. Dat was beter en duurzamer. Om het geschrevene te bewaren moest het iedere keer weer \Vorden overgeschreven. Een heel werk. De boekdrukkunst bestond nog niet. En voordat men dan één boek of brief had overgeschreven, ging er heel wat tijd mee heen.

Boeken zoals wij die kennen, had men toen ook niet. De boeken van toen waren „rollen”. Misschien heb je ze wel eens gezien. En zo niet, dan moet je maar denken, wat de vorm betreft, aan een rol behang. Zulk een rol kan men aan de ene kant afrollen en aan de andere kant oprollen, en de ruimte daartussen werd dan beschreven. Als men zo’n rol volgeschreven had, dan wond men er een stuk „bindmateriaal” om en werd hij als „boek” opgeborgen in een bibliotheek. Er hing dan aan de buitenkant een koordje, waarop de naam van het boek stond. Als men dan een bepaald boek zocht, was het gemakkelijk te vinden. In de bijbel kom je het woord „rol” voor boek meerdere malen tegen. Ik denk hier alleen maar aan Ps. 40: In de rol des boeks is van Mij geschreven. Als jullie dit in de bijbel lezen, moet je maar aan zulk een rol denken.

Men schreef dus op papier, met pen en, inkt. We lezen daar dikwijls maar achteloos over heen, doch het staat niet voor niets in de bijbel. Ik denk aan wat er staat in 2 Joh.: 12: „Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door „papier en inkt”; maar ik hoop tot u te komen en mond tot mond met u te spreken, opdat uwe blijdschap volkomen moge zijn”. Ook denk ik aan 3 Joh. 13: „Ik had veel aan u te schrijven, maar ik wil niet schrijven met „inkt en pen”, maar ik hoop u haast te zien en wij zullen mond tot mond spreken”.

Wat dus in die tijd papier was, weten we nu. Doch wat gebruikte men toen voor „pen”? Als pen gebruikte men „riet”, waar men met een „pennemes” een punt aan sleep. Voor „inkt” had men een soort zwartsel, dat vervaardigd werd uit gummiwater en roet. Het klinkt jullie misschien allemaal heel primitief in de oren, ipaar het is toch wel goed dat jullie weten onder welke omstandigheden, wat het materiaal betreft, de bijbel tot stand gekomen is.

Als men een brief had geschreven, dan moest hij natuurlijk ook verzonden worden. Dat had ook nog al heel wat voeten in de aarde. Want men moest dan wachten, tot er eens iemand op kwam dagen, die die kant uit moest, waar de geadresseerde woonde. Men kon dan aan hem de brief meegeven, in de hoop natuurlijk dat hij hem niet verloor of zou vergeten af te geven. Onderweg moest hij soms ook nog weer aan een ander worden overgegeven, opdat deze voor de verdere bezorging zorg zou dragen.

Dikwijls werden er ook wel koeriers benoemd, die de brief rechtstreeks overbrachten. Daarover kunnen jullie lezen in Hand. 15: 23 - 32. Ik zou zeggen: Zoekt het maar eens op. Schriftonder zoek kan echt geen kwaad. En probeer je dan tegelijk eens in te denken, hoeveel voorrechten wij heden ten dage hebben, waar men vroeger ten enen male van verstoken, was. Leest in dit verband ook maar eens wat er staat in Hand. 23: 26 v.v.

Het overbrengen van brieven nam soms dagen in beslag, om niet te zeggen van weken en maanden. Want het moest allemaal te voet gebeuren. Hoogstens kon men gebruik maken van een rijdier. Doch dat gaf ook niet altijd gemak. Want als men over zulk een rijdier beschikken kon dan moest men onderweg daar toch ook voor zorgen. En dat was niet zo eepvoudig.

Denken jullie jezelf eens in, dat je een brief, te voet zoudt moeten brengen van Groningen naar Middelburg. Ik denk dat jullie daar wel hartelijk voor zouden bedanken. Doch toen ter tijd was het niet anders en daarom kon het ook niet anders. En zo is uiteindelijk het Woord van God toch ook tot ons gekomen. Maak er maar goed en dankbaar gebruik van. Dan kan dit stukje toch ook nog zijn zegen afwerpen.

Ik moet nu weer gaan eindigen en teken als van ouds,

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1977

Bewaar het pand | 4 Pagina's