Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Voorzitters (H)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Voorzitters (H)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beste krachten uit de Vereniging moeten mobiel gemaakt worden om leiding te geven. Eigenlijk gaat dat vanzelf; die worden als vanzelf naar voren getrokken. Het geeft ook niet al is er een oudere voorzitter, bv. een lid uit de gemeente of een jonge broeder uit de kerkeraad. Als hij echter de jongelingen maar een jongeling is en blijft!

In vele gevallen is het zelf nuttig als er een oudere voorzitter is. Die heeft in veel opzichten wat overwicht. Zijn ervaring, spreekt ook een woordje mee en kan de gehele vereniging ten goede komen.

Onze jeugd ondergaat in de jongelingsleeftijd de geestelijke, zedelijke besmetting, die het moderne leven in zich draagt. Daar is, om iets te noemen, de omgang met jongens uit andere kringen, die onder een geheel andere levenstoon opgroeien, dan zij van christelijke huize gewoon zijn. De besmettende kracht daarvan is groot. Een goed voorzitter zal deze tendenz opmerken in de bespreking, in de vragen en antwoorden, die worden gesteld. En als hij dat merkt, zal hij daarnaar zijn beleid moeten richten.

Is het een niet al te actieve vereniging, zal de voorzitter er op bedacht moeten zijn de jongens tot zelfwerkzaamheid aan te zetten; hij zal ze moeten weten te activeren. De jongens moeten altijd de indruk hebben dat ze werkelijk iets leren, dat ze iets opsteken op de Jongelings-vereni-ging-

Het is in onze moderne tijd zo, dat andere onderwijsvormen véél hoger worden opgevoerd, dan het kerkelijk onderwijs. Het onderwijs, naar de leer die naar de godzaligheid is, hangt er helaas dikwijls zo maar een beetje bij. Dat is eigenlijk een aanklacht tegen ons, want onze jongens behoéven leerstellig onderwijs en het onderwijs naar het Woord der Waarheid moest eigenlijk de grootste plaats innemen.

Het komt uw rondkijker voor dat er aan de godsdienstige vorming van de jeugd oudtijds meer zorg werd besteed. Men had behalve de kerkelijke, ook de huiscatechisaties. De vader van het gezin ging daar bij voor. In onze jachtende, jagende tijd is daar geen tijd meer voor. Meestal begint men bv. samen wel te eten met het gezin, maar eer vader er aan toe is, om uit de Bijbel te lezen, moet Piet alvast danken omdat hij nog dit of dat moet doen en Mien gaat ook al van tafel omdat ze anaers te laat op school komt! Hebben we daar wel erg in?

in? RONDKIJK

Het is nog niet zo heel lang geleden — uw rondkijker weet daar nog van — dat elke Zondag vóór dat de Catechismus-prediking aanving een knaap of meisje, staande , , in de tuin" vóór de preekstoel, met luide stem antwoord gaf op de vragen van de Zondagsafdeling, die door de Dienaar des Woords dien middag of avond werd behandeld. Onder wijlen Ds A. Makkenzie kwam dat nog voor. Daaruit moge duidelijk zijn, dat toen de godsdienstige vorming van de jeugd in het middelpunt stond, waarbij zelfs de gehele gemeente betrokken was. Beschamend voor onze tijd!

Ik wil nu hier meteen de gedachte wegnemen, dat ik met mijn beweringen het catechetisch onderwijs niet vóór het Verenigingswerk wil zetten. Catechetisch onderwijs gaat vóór; de catechisatie gaat rechtstreeks van de kerk uit en geschiedt ambtelijk door ambtsdragers. De Jongelings-en Meisjesvereniging neemt een tweede plaats in en is vrijwillig, maar moet daarom niet nagelaten worden of verwaarloosd.

Als wij zien hoe buiten de kerk om de wereld worstelt om de jeugd in haar netten te vangen, dan moest allervvege het werk van de Jongelingsverenigingen wel worden gesteund. Onze jongelingen komen daar toch onder de beademing van Gods dierbaar Woord; onderzoeken het Woord, spreken met elkaar over het Woord. Dat Woord, dat niet een mensenwoord is maar Gods eigen Woord, een richtsnoer voor leer en leven!

We leven in een ontzettende ontkerstenende tijd. Dat zien we, dat ondervinden we — we zijn echter met het alleen te constateren niet klaar. We praten er wel veel over misschien, maar leggen ons er zo gemakkelijk bij neer. Het moest ons wel ontroeren tot in het diepst van onze ziel en een aansporing zijn om te doen wat onze hand vindt om te doen.

Nu hoor ik al een oudere lezer of lezeres zeggen, rondkijker wil ons aan 't werk zetten! Er zit toch wel een tikje werkheiligheid in! Maar laat ik dan die vriendelijke lezer of lezeres mogen zeggen, de Jongelings-en Meisjesvereniging is geen bekeringsinstituut. Dat is de Christelijke School ook niet! Dat moet de Heere doen, door de werking van Zijn dierbare Geest. Onze vaderen hebben er de voorbeelden van nagelaten, dat zij niet lijdelijk bij de pakken neerzaten, maar de middelen tot vorming van de jeugd op velerlei wijze getrouw waarnamen.

Altijd weer zal de diepste grond van hetgeen op de J.V. wordt behandeld moeten domineren, dat er maar twee wegen zijn, dat we moeten wederom geboren worden om het Koninkrijk Gods te zien. Maar bij de behandeling van iedere stof zal de voorzitter alles in het werk moeten stellen, om een levendige aangename bespreking te krijgen, zó, dat hij er zelf vermaak en smaak van heeft.

Aldus bezig zijnde, zal hij lerende zelf ook leren.

RONDKIJKER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1953

Daniel | 8 Pagina's

Onze Voorzitters (H)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1953

Daniel | 8 Pagina's