Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Komt de otter terug in Nederland?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komt de otter terug in Nederland?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honderd jaar geleden kwam de visotter algemeen voor in waterrijke gebieden in heel Nederland. Jacht, verkeer, biotoopvernietiging en watervervuiling zorgden ervoor dat het dier binnen ruim tachtig jaar helemaal uit Nederland verdween. De laatste visotter werd op 14 september 1988 in Friesland doodgereden. In de laatste vijftien jaar zijn vele maatregelen genomen om gebieden geschikt te maken voor herintroductie van dit prachtige dier. Tussen eind dit jaar en begin volgend jaar zullen de eerste visotters weer op vis jagen in de vrije Nederlandse natuur.

Wereldwijd komen er veertien verschillende soorten otters voor. De soort waar het in Nederland om gaat, is de Europese visotter (Lutra lutra), die voorkomt in heel Europa, van de Middellandse Zee tot aan de Noorse noordkust en van Ierland tot het uiterste oosten van Rusland. De soort kan zowel bij zout als bij zoet water leven.
Otters zijn bij de geboorte slechts 10 cm lang, kaal, tandenloos en blind en wegen dan tussen de 100 en 200 gram. Pas na een week of vijf gaan de oogjes open en krijgen ze een mooie grijze vacht. Zodra de vacht van de jongen waterdicht is, krijgen ze zwemles. De jongen zijn in het begin bang voor water en hebben een duwtje van moeder nodig om voor de eerste keer te water te gaan. De familieband met de moeder is hierbij heel sterk. Otters uit één gezin spelen in en bij het water met elkaar en ontwikkelen op die manier hun reactievermogen en daarmee hun jachttechniek. Jongen blijven negen tot elf maanden bij de moeder, waarna de familie uiteenvalt. De jongen gaan hun eigen weg en beginnen aan het solitaire otterleven.

Vacht
De vacht van een otter is een wonder. Hij bestaat uit twee lagen. De ondervacht telt wel 25.000 haartjes per vierkante centimeter en kan lucht vasthouden voor extra isolatie. De vette bovenvacht is waterafstotend en laat water snel afvloeien door een soort dakpanstructuur. Door veel te poetsen wordt deze vacht onderhouden en het waterafstotende vermogen verbeterd. Dankzij dit onderhoud wordt de droge en isolerende ondervacht beschermd en blijft de otter warm.
Een otter is een marterachtige, eigenlijk een watermarter, en behoort samen met de das, steenmarter, boommarter, bunzing, nerts en wezel tot één familie. Het zijn grote roofdieren, met een lengte tot 120 cm en een gewicht tot 12 kilo. Otters kunnen wel 20 jaar oud worden; ze staan aan het eind van de voedselketen.

Voedsel
De naam visotter zegt het al, ze lusten graag vis. Ruim 80 procent van het voedsel bestaat dan ook uit vis. Dit menu wordt aangevuld met vogels, muizen, ratten en amfibieën. Paling en voorn staan hoog op het ottermenu, maar ook karper, baars en snoek smaken de otter. Bij het eten maken ze behendig gebruik van de voorpoten. Met op handjes gelijkende klauwen kunnen ze hun prooi goed vasthouden.
In Schotland en Scandinavië leven otters veelal aan de kust in een brak- of zoutwatermilieu. In die streken zijn ze meestal overdag actief, terwijl de otters in het Europese binnenland over het algemeen s nachts actief zijn. Ze jagen altijd in het water of langs de oever.
Otters selecteren hun prooi afhankelijk van het jaargetijde. In de winter eten ze bij voorkeur vis die ze eigenlijk minder lekker vinden, maar die wel meer voedingsstoffen en vetten bevatten. Zo sparen ze energie, die weer nodig is om op temperatuur te blijven. Tijdens de zoektochten naar voedsel legt een otter in één nacht wel tien kilometer af. Zon gebied wordt afgezet met geurmerken, waarmee de otter zijn territorium markeert.

Biotoop
Rond 1900 leefden er naar schatting nog zon 1800 visotters in Nederland. In Nederland had de otter geen natuurlijke vijanden. Als viseter zocht de otter echter visnetten op en vernielde deze om bij de vis te komen. Ze werden door de mens dus als schadelijk aangemerkt. Er stond een premie op het inleveren van een dode otter. De pels gold als handelswaar. Dat deze otterpremies betaald werden, weten wij zelf nog uit vertellingen van grootmoeder, die in 1882 geboren werd tussen Nijeveen en Giethoorn, daar opgroeide en lang woonde. Vooral in de winter, als ottersporen goed te volgen waren, vielen er vele slachtoffers. Door deze ongebreidelde jacht dunde de otterpopulatie snel uit en net voor het te laat was, werd er ingegrepen. De jachtwet werd in 1942 aangepast en otters konden alleen nog onder een vergunningenstelsel geschoten worden. Het duurde nog tot 1954 voordat in het hele land een totaal jachtverbod van kracht werd.
Het ging bergopwaarts met de otter, maar niet voor lang. De tijd van ruilverkavelingen, overmatige recreatie en milieuvervuiling brak aan. De voor de otter noodzakelijke schuilplaatsen in de vorm van rietkragen en houtwallen langs slingerende visrijke slootjes verdwenen. Alles werd schoongemaakt en rechtgetrokken. Sloten en beken kregen betonnen oevers. De waterrecreatie nam toe door extra vrije tijd. Meer wegen doorsneden de biotopen, met als gevolg de nodige verkeersslachtoffers. Toen daarbovenop nog het water troebeler werd door watervervuiling, kon de otter niet meer jagen. Pcbs in het voedsel zorg(d)en, zeker voor een dier aan het eind van de voedselketen, voor verdere problemen. De dieren werden ziek en onvruchtbaar door opgehoopt gif in de vetlaag. Een prachtig dier verdween uit Nederland.

Weerribben
Al snel na het verdwijnen van de laatste otter werden er plannen gemaakt voor herintroductie. Na jaren van voorbereiding is het nu bijna zover en kan de otter terugkeren. Ergens tussen eind dit jaar en begin volgend jaar gaat het gebeuren.
De eerste otters worden uitgezet in het Nationaal Park De Weerribben. Het gebied rond de Kooi van Pen (een vroegere eendenkooi) is in de achterliggende jaren geschikt gemaakt voor de komst van de otter. Er is veel uitgebaggerd om voor open water te zorgen en de waterkwaliteit is door een gewijzigde inlaat inmiddels optimaal. De otter is onder water een oogjager en helder water is noodzakelijk om een vis te achtervolgen. Als in de Weerribben zon twintig paartjes zijn uitgezet, is het de bedoeling dat de populatie zich gaat uitbreiden richting De Wieden, de Lindevallei en de Rottige Meenthe in Friesland (in het verleden allemaal rijke otterbiotopen). Om dit te bereiken, zijn en worden er ecologische verbindingszones tussen de natuurgebieden aangelegd. Langs deze soms kilometers brede natuurcorridors kunnen niet alleen otters, maar ook allerlei andere dieren zich van het ene naar het andere gebied bewegen.
In ons dichtbevolkte land vraagt dat om de nodige infrastructuur, zoals tunnels onder wegen, rasters en glooiende kanaaloevers. In de eerste plaats was een verbetering van de waterkwaliteit in de geplande herintroductiegebieden noodzakelijk. Het oppervlaktewater moet helder en schoon zijn en er moet voldoende vis aanwezig zijn. Inmiddels is na een miljoeneninvestering de biotoop in de Weerribben geschikt en wordt de laatste hand gelegd aan rasters en tunnels. Het is te hopen dat de otters ongestoord kunnen wennen aan hun oorspronkelijke leefgebied en dat de populatie zich zal uitbreiden. Het aantal exemplaren van honderd jaar geleden zullen we nooit meer bereiken, maar zonder twijfel zijn er naast het Fries-Overijsselse grensgebied ook elders in Nederland otterbiotopen geschikt te maken voor herintroductie.

Otters zien
Er zijn maar weinig mensen die een otter in de vrije natuur hebben gezien. Ook na de herintroductie in Nederland zal het niet eenvoudig zijn om deze dieren in de vrije natuur te zien te krijgen. De leefgebieden zijn ontoegankelijk en het gevaar voor verstoring is niet denkbeeldig. Otters zijn wel te zien in mooi aangelegde onderkomens in diverse dierenparken. Het otterstation Aqualutra bij Leeuwarden neemt hier een heel bijzondere plaats in. In Aqualutra zijn otters te zien in een natuurlijke biotoop, wordt onderzoek gedaan naar otters en hun herintroductie en is een aan het oog onttrokken fokstation ondergebracht. Van hieruit zullen de eerste otters uitgezet worden in de Weerribben. In Aqualutra wordt uitgebreid voorlichting gegeven en wordt tevens aandacht geschonken aan de bever, de bunzing en diverse watervogels.

Aqualutra is van mei t/m oktober geopend tussen 09.30 en 17.30 uur en van november t/m april tussen 10.30 en 16.30 uur. Adres: De Groene Ster 4, Leeuwarden; tel. 0511-431214.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 november 2000

Terdege | 96 Pagina's

Komt de otter terug in Nederland?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 november 2000

Terdege | 96 Pagina's