Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Groningsche Kerkbode komt Ds. Miedema terecht op tegen de pogmgen, die worden aangewend, om door allerlei exegetisch geknutsel den weg naar den kansel ook voor de vrouw open te stellen:

Dezer dagen trad voor de Christelijke vereenigingen van jonge mannen , , Daniëi" en „Obadja" te Rotterdam op in de Nieuwe Kerk feen van de kerkgebouwen der Ned.. Hervormde gemeente)Mej ür. Gerlingb, de in de Theologie gepromoveerde, met het onderwerp: Moet de vrouw zwijgen in de gemeente ?

Een bevriende hand zond ons een blad van de „N. R. Ct.", waarin een verslag van deze rede voorkwam en de blauwe, dikke streepen om dat verslag bedoelden zichtbaar de aandacht op dit artikel te vestigen.

Nu werd wel is waar voor ieder die de dissertatie gelezen heeft, die Mej. Gerlings geschreven heeft bij haar promotie tot IJoctor in de Theologie, niets nieuws verteld, maar' het feit dat zij het nu in zeer populairen vorm 'gedaan heeft en vooral met Schriftuitlegging heeft toegelicht, heeft zeker de aandacht op dit pleidooi doen vallen.

Ieder Schriftlezer vindt wat over deze zaak gezegd wordt nogal duidelijk en niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar. Als de apostel Paules zegt 1 Cor. 14 : 34 : „dat uwe vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt, " dan schijnt dit toch duidelijk. Maar Mej. Gerlings weet er raad op:

Ie dat zwijggebod slaat alleen op de gehuwde vrouw, en die waren er toen eigenlijk alleen, omdat 't aantal vrouwen ook toen veel grooter was dan dat der mannen, maar de veelwijverij gaf ze vrijwel allemaal een kans op 't huwelijk. Nu hebben we veel meer ongehuwde vrouwen, die nooit geen kans op 't huwelijk hebben. Die worden niet uitdrukkelijk genoemd. Dus die mogen wel leeren en spreken ook in de gemeente zoo is haar conclusie.

En 2e dat „zwijgen" is hier niet absoluut bedoeld, want het. spreken bedoelr hier eigenlijk alleen óf babbelen óf deelnemen aan het debat. En dat verbood Paulus de vrouwen. Maar volstrekt niet het openlijk optreden in den ambtelijken dienst des VVoords. Ja, zij gaat zelfs zoover om te beweren dat dit ook va die dagen herhaaldelijk geschiedde.

Vooral als een Doctor in de Theologie zulks zegt, schijnt het nogal gewichtig en het is zoo gezien zulk een eenvoudige oplossing. Toch willen wij 't liever nog eens toetsen.

Dat Paulus in 1 Cor. 14 : 34 't meest voor zijn aandacht heeft de gehuwde vrouw, blijkt wel uit het volgende vers (35), omdat hij daar zegt: Zoo zij iets willen leeren, laat haar thuis hare eigene mannen vragen, want het staat leelijk voor de vrouwen, dat zij in de gemeente spreken."

»Maar wil dat zeggen dat dus de ongehuwde vrouw het wel toegelaten was? Er waren toch weduwen en maagden ook in de vergaderingen der gemeente. Dat blijkt wel, als vrouwen voor 't diaconaal werk uitdrukkelijk genoemd worden. En als nu de apostel zegt: dat uwe vrouwen zwijgen inde gemeente, moet dat dan niet absoluut worden verstaan, zoowel voor de ongehuwde als voor de gehuwde ?

Trouwens, als hier nog onduidelijkheid zou zijn, dan wordt die wel weggenomen door 1 Tim. 2 : 11 — 12 : ^Een vrouw late zich leeren in stilheid in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij leere, noch over den man heersche, maar wil dat zij in stilheid zij.»

Met name ten aanzien van dat tweede argument, als zou zwijgen hier beteekenen, dat ze niet babbelen of niet aan het debat deelnemen mocht. Maar dit is een uitlegging, die, hot wel ze nog wel met een heel geleerd vertoon gepaard gaat, meer op inlegkunde lijkt. Het is te begrijpen, dat het absolute zwijgen verzwakt moest woiden. Maar zoo gaat 't toch niet.

Spreken, 't woord latein in 't Grieksch, kan zoo iets beteekenen als babbelen, maar in dien zin komt 't in de Schrift schier nooit voor. Bovendien, dat andere uit I Tim. 2 : 12, Ik laat de vrouw niet toe dat zij leere, geeft een duidelijke toelichting op 1 Cor. 14; 34, die heel de spitsvondigheid van Dr. Gerlings omverwerpt.

Waarom zulke bochten en kromme sprongen te maken, om wat met Gods Wcord niet te bewijzen is, er toch uit te halen!

Op den preekstoel, in het leer-en regeerambt kan de vrouw nooit worden opgenomen. Dit is lijnrecht in strijd met 't 'Woord des Heeren.

Zeker, daarom mag de vrouw onder vrouwen wel spreken, en getuigen, daarom kan ook de vrouw in allerlei dienst der Ijarmhartigheid naar 'sHeeren Woord wel ingaan. Zeker, ook in de eerste gemeente, in de dagen dei apostelen hebben vele vrouwen een getuigenis Christus gegeven en velerlei arbeid in de gemeente des Heeren verricht.

Daarop te wijzen heeft zeker recht van bestaan. De arbeid en het terrein van den arbeid der vrouw is echter niet het leeren en regeeren, maar het dienen in stilheid. Daarin ligt hare eere en roeping.

En al is. het dat wij in het politieke, staatkundige leven vrouwenkiesrecht krijgen en vrouwelijke Raads-, Staten-ea Kamerleden — dan wil dit iiog niet zeggen dat we nu dus ook wel vrouwelijke dominees moeten hebben. Tenzij het 'Woord Gods wordt verworpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's