Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vertalen als ‘ziel’ of niet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vertalen als ‘ziel’ of niet

Hebreeuwse woord nèfèsj heeft veel betekenissen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelvertalers staan voor een lastige opgave. Zij moeten de kloof tussen grondtaal en doeltaal overbruggen. Die kloof kan aanzienlijk zijn. De statenvertalers hebben daar in de zeventiende eeuw al mee geworsteld.

Van de moeilijke taak van de statenvertalers proeven de herzieners van de Statenvertaling vandaag ook iets. Over de schouders van de statenvertalers heen kijkend, beleven ze de uitdagingen waar deze wijze mannen mee geconfronteerd werden opnieuw. Vertalen is na vier eeuwen bepaald niet gemakkelijker geworden.
Dat wordt duidelijk als we het Hebreeuwse woordje nèfèsj nemen. Dit woord komt in het Oude Testament ruim 750 maal voor, en is door de statenvertalers in negentig procent van de gevallen vertaald met ‘ziel’. Als we de overige tien procent doornemen, vinden we een breed scala aan alternatieven. Ik noem er een paar: ‘leven’ (Gen. 19:17), ‘wil’ (Gen. 23:8), ‘gemoed’ (Ex. 23:9), ‘mens’ (Lev. 4:27), ‘dode’ (Lev. 19:28), ‘lichaam’ (Num. 6:6), ‘begeerte’ (Deut. 21:14) en ‘adem’. Dat is een interessante lijst.
Als nèfèsj zowel met ‘lichaam’ als met ‘ziel’ vertaald kan worden, en als het daarnaast zowel ‘leven’ als ‘dode’ kan betekenen, moet er toch wel iets bijzonders met dit woord aan de hand zijn. Bovendien, op talloze plaatsen waar de Statenvertaling wel voor ‘ziel’ gekozen heeft, geven ze in de Kanttekeningen aan dat ze eigenlijk toch iets anders bedoelen. In Exodus 21:23-25 lezen we: ‘Maar indien er een dodelijk verderf zal zijn, zo zult gij geven ziel voor ziel, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, brand voor brand, wond voor wond, buil voor buil.’ Bij het woordje ‘ziel’ tekenen de vertalers aan dat er hier eigenlijk ‘leven’ bedoeld wordt. Zo zijn er vele andere voorbeelden te geven.

Mens en dier
Laten we ook kijken naar wat het niet betekent. In het onlinewoordenboek van Van Dale wordt de ziel beschreven als ‘het niet-stoffelijk gedeelte van waaruit de mens leeft’. Daar staat nog achter dat in godsdienstige kringen de ziel gezien wordt als het onsterfelijke deel van de mens. De tweede betekenis die genoemd wordt is ‘persoon, mens’, hetgeen geïllustreerd wordt met het voorbeeld ‘hoe meer zielen hoe meer vreugd.’ Op catechisatie is mij vroeger bovendien bijgebracht dat datgene wat de mens van de dieren onderscheidt, de ziel is. Mensen hebben een onsterfelijke ziel, maar dieren niet.
De vlag van het Hebreeuwse nèfèsj dekt deze lading slechts ten dele. Allereerst moeten we concluderen dat het woordje nèfèsj betrekking kan hebben op zowel mensen als dieren. Zo kunnen we al uit Genesis 1:30 concluderen dat ook de kruipende dieren een levende nèfèsj bezitten: Maar aan al het gedierte der aarde en aan al het gevogelte des hemels en aan al het kruipend gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, [heb Ik] al het groene kruid tot spijze [gegeven].
Bovendien is de nèfèsj bepaald niet onsterfelijk. Keer op keer lezen we in het Oude Testament dat mensen elkaars nèfèsj zoeken om die te doden. In Psalm 40:15 vinden we een goed voorbeeld daarvan: ‘Laat hen tezamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken om die te vernielen …

Betekenissen
Op grond daarvan kunnen we maar tot één conclusie komen: Het Hebreeuwse begrip nèfèsj en het Nederlandse begrip ‘ziel’ verschillen behoorlijk van elkaar. Hoe kan het dat één woordje zoveel verschillende betekenissen heeft en dat die betekenissen soms haaks op elkaar staan? Laten we de betekenissen van dit woord eens in kaart brengen.
Keel - De basisbetekenis van nèfèsj is ‘keel’. In Psalm 69:1 vinden we daar een voorbeeld van: ‘Verlos mij, o God, want de wateren zijn gekomen tot aan de nèfèsj.’ De kanttekeningen leggen uit dat de dichter hier in een levensbedreigende situatie verkeert, maar vertalen nèfèsj hier niettemin met ‘ziel’. De betekenis van het grondwoord komt daarom niet goed uit de verf. Het beeld dat hier gebruikt is, wordt een stuk duidelijker als we hier met ‘keel’ vertalen. De dichter was dus als het ware de verdrinkingsdood nabij. Als het water nog maar iets verder zou stijgen, zou het afgelopen zijn.
Adem -  De keel is een uiterst belangrijk lichaamsdeel voor zowel mens als dier. Allereerst stroomt de adem door de keel het lichaam in en uit. In Job 41:13 lezen we dan ook: ‘Zijn nèfèsj zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond voort.’ De Statenvertaling vertaalt hier dan ook terecht met ‘adem’.
Leven - Zonder adem is er geen leven. Vandaar dat nèfèsj dan ook heel vaak met ‘leven’ vertaald kan worden, zoals dat in Richteren 18:25 mogelijk is: ‘Maar de kinderen van Dan zeiden tot hem: Laat uw stem bij ons niet horen, opdat niet misschien mannen van bitter gemoed op u aanvallen, en gij uw nèfèsj verliest en de nèfèsj van uw huis.’
Lichaam – De nèfèsj kan niet losgekoppeld worden van het lichaam. Hij bestaat bij de gratie van het lichaam en heeft geen onafhankelijk bestaan. Dit verklaart waarom dit woord in bepaalde gevallen met het lichaam vereenzelvigd wordt, zoals we dat in Numeri 6:6 kunnen lezen: ‘Al de dagen die hij zich den HEERE zal afgezonderd hebben, zal hij tot de nèfèsj eens doden niet gaan.’ In de meeste gevallen gaat het hierbij om het lichaam van een overledene.
Wezen – Omdat de nèfèsj zo’n wezenlijk onderdeel van een levend schepsel is, wordt dit woord in het Oude Testament vaak gebruikt om daarmee het hele schepsel aan te duiden. In Genesis 1:24 lezen we dan ook het volgende: ‘En God zeide: De aarde brenge levende nèfèsj voort naar haar aard, vee en kruipend en wild gedierte der aarde naar zijn aard. En het was alzo.’ De Statenvertaling gebruikt hier weliswaar het woord ‘zielen’, maar ‘wezens’ zou de bedoeling van de tekst eigenlijk beter weergeven.
Mens, persoon – Ook al is het zo dat nèfèsj in principe ook op dieren betrekking kan hebben, toch wordt het in de Bijbel veelvuldig zo gebruikt dat het alleen op mensen kan slaan. Leviticus 5:1 is daar een goed voorbeeld van: ‘Als nu een nèfèsj zal gezondigd hebben, dat hij gehoord heeft een stem des vloeks, waarvan hij getuige is, hetzij dat hij het gezien of geweten heeft; indien hij het niet te kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen.’ Dat verklaart waarom de Statenvertaling dit woord hier met ‘mens’ vertaalt.
Zelf – Het gebeurt in het Oude Testament regelmatig dat een mens het over zijn eigen nèfèsj heeft. Zo lezen we in Genesis 12:13 hoe Abraham tegen zijn vrouw Sara zegt: ‘Gij zijt mijn zuster; opdat het mij welga om u, en mijn nèfèsj om uwentwil leve.’ Al vertaalt de Statenvertaling hier met ‘ziel’, het verband maakt duidelijk dat Abraham het hier gewoon over zichzelf heeft. De beste vertaling van dit woord in dit verband is dan ook een gewoon persoonlijk voornaamwoord: ik. Dit verschijnsel vinden we ook in Psalm 103, waar de dichter zichzelf aanspreekt middels zijn nèfèsj: ‘Loof den HEERE, mijn nèfèsj, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.’ Hier red je het niet met alleen een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands. Vandaar dan ook dat vrijwel alle Nederlandse vertalingen hier het ‘mijn ziel’ onverkort laten staan.

Zinsverband
Dit is slechts een deel van het brede scala aan betekenissen van nèfèsj. Ondanks de verschillen in betekenis is er wel degelijk een onderlinge samenhang te bespeuren. Ook is duidelijk dat de statenvertalers de vrijmoedigheid hadden om dit woord op velerlei wijzen te vertalen (of uit te leggen), afhankelijk van het zinsverband. Het bestuur van de Stichting Herziening Statenvertaling staat nu voor de taak om alle alternatieven in kaart te brengen en te besluiten in welk zinsverband nèfèsj zonder bezwaar met ‘ziel’ vertaald kan worden en welke zinsverbanden om een alternatief vragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Vertalen als ‘ziel’ of niet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's