Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar Pinksteren ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar Pinksteren ?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat wij enkele malen een artikel aan een ander onderwerp moesten wijden, ter gelegenheid van de herdenking van de Afscheiding en van de Reformatie, is onze artikelenreeks over bovengenoemd onderwerp, even onderbroken.

Het laatste hierover kunt U vinden ons blad van 2 oktober j.1. in

Wij hebben toen de vraag gesteld: „Waden de charismata, dat zijn de bijzondere Geestesgaven van spreken in vreemde talen, tongentaai, profetie en gezondmaking blijvende geschenken aan de kerk en is het alleen maar de schuld van de kerk dat ze thans niet meer beoefend worden, of waren de charismata alleen bedoeld als een tijdelijk geschenk, alleen maar voor het begin, toen de kerk nog in haar beginstadium stond?

Om het antwoord op die vraag te vinden gaan we ons bepalen bij 1 Corinthe 12-14.

Er is daar sprake van de tongentaai, de glossolalie. Deze Geestesgave van de tongentaai is een spreken in vreemde klanken, buiten het verstand om, dus in een toestand van extase.

Deze tongentaai wórdt in de sekten van onze dagen, zoals b.v. in „Stromen van kracht", druk beoefend.

Er heerste in Corinthe onrust en verwarring over deze glossolalie en daarom heeft men Paulus er over geschreven en zijn oordeel erover gevraagd.

En dan gaat Paulus in de hoofdstukken 1 Corinthe 12—14 een antwoord geven. Paulus antwoordt dan, dat de tongentaal, wat de nuttigheid betreft, achteraan staat bij alle andere Geestesgaven vergeleken. Immers Paulus wijst er op, dat dezei tongentaai alleen maar nut heeft voor de eigen persoon van hem, die deze gave geschonken is. Immers anderen kunnen hem niet verstaan want het is een spreken in vreemde klanken. Dus anderen hebben er niets aan.

Daarom zegt Paulus tegen de sprekers in tongen, dat zij moeten zwijgen, dat zij deze Geestesgave niet moeten gebruiken, tenzij er een uitlegger is, dat wil zeggen iemand, die de gave heeft om die vreemde klanken te verstaan en die het dus aan de anderen verklaren kan. Maar omdat nu deze gave van de glossolalie dus in feite alleen maar betekenis heeft voor degene, die deze gave bezit, zegt Paulus, dat deze gave wat nuttigheid betreft, achteraan staat bij alle andere Geestesgaven.

Tweemaal wordt dan ook door Paulus in deze hoofdstukken, bij een opsomming der Geestesgaven de tongentaai achteraan geplaatst. (1 Cor. 12 : 8-10 en 1 Cor. 12 : 28).

Dit gaat al dadelijk rechtstreeks in tegen de sekte „Stromen van kracht", die deze tongentaai vóór alle andere gaven stelt en er zelfs zeer sterke nadruk op legt.

Paulus spreekt er verder over, dat het verstand van de spreker of bidder in tongen onvruchtbaar blijft want het is een spreken in vreemde klanken buiten het verstand om.

Hij zegt immers in 1 Cor. 14 : 14: Want indien ik in een vreemde taal (tongentaal) bid, mijn geest bidt wel, maar mijn verstand is vruchteloos."

En daarom slaat Paulus deze tongentaai niet hoog aan, omdat het verstand er onvruchtbaar bij blijft. Het gaat immers buiten het verstand om.

Zo schrijft hij in 1 Cor. 14 : 15: Wat is het dan? Ik zal wel met de geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden", en in vers 19: Ik wil liever in de gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tienduizend woorden in een vreemde taal (tongentaal)."

Neen, Paulus wijst deze tongentaai niet af (1 Cor. 14 : 39: en verhinderd niet in vreemde talen te spreken") omdat verschillende pas bekeerde heidenen dit teken nog nodig hadden tot versterking van hun geloof, maar Paulus waarschuwt in deze hoofdstukken toch dringend tegen overschatting van de tongentaai en vermaant tot matiging.

Men streefde in Corinthe te veel naar het buitengewone, dat voorbij zou gaan en verloor het gewone en blijvende uit het oog.

Daarom schrijft hij in 1 Cor. 12 : 31: En ik wijs U een weg, die nog uitnemender is."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1959

Daniel | 8 Pagina's

Terug naar Pinksteren ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1959

Daniel | 8 Pagina's