Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienend achter het orgel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienend achter het orgel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al meer dan 35 jaar begeleidt Marcel van de Ketterij de gemeentezang in de Eben-Haëzerkerk in zijn geboorteplaats Apeldoorn. Voor Terdege componeerde hij twee psalmbewerkingen.

Welke ervaring heeft u met het begeleiden van gemeentezang?
„Op mijn vijftiende speelde ik voor het eerst tijdens een kerkdienst. Daarna ben ik de gemeentezang blijven begeleiden. In de Eben-Haëzerkerk zijn we nu met drie organisten. Er zijn op zondag drie diensten, dus zijn we elke week een keer aan de beurt.”

Hoe word je een goede begeleider van gemeentezang?
„Vooral door naar de gemeente te luisteren. Je bent bégeleider en hebt een diénende taak. Aan de andere kant is het fijn om de zang soms een beetje te stuwen, bijvoorbeeld bij een lofzang. Onze gemeente pakt dat gelukkig goed op. Belangrijk is ook dat je affiniteit hebt met de gemeentezang en een innerlijke drive om die goed te begeleiden. In de achterliggende 35 jaar ben ik trouwens niet wezenlijk anders gaan spelen. Mijn stijl is nog steeds die van de Romantische School. Wel is de gemeente overgestapt van iso-ritmisch naar ritmisch zingen.”

Heeft u voorkeur voor bepaalde psalmmelodieën?
„De melodieën vind ik allemaal prachtig, ook die van onbekende psalmen als 13 en 59. Verder denk ik aan bijvoorbeeld Psalm 4, 124 en 149.”

Waar moeten voorspelen aan voldoen en hoe lang mogen ze duren?
„In elk voorspel moet je het zangtempo en de toonhoogte aangeven, evenals het karakter van de psalm. De gemeente moet kunnen horen of ze een klaagpsalm of een lofpsalm gaat zingen. Bij een onbekende psalm als 13 en 59 speel ik, ook voor de dienst al, de melodie in plaats van een voorspel. Het gaat er toch om dat de psalm goed gezongen wordt.
De lengte hangt af van de plaats in de dienst. Bij de eerste psalm volstaat een intro van een paar maten. Tijdens het naspel van de gezongen psalm voor de preek bouwen we het volume af, voordat de dominee begint te preken. Dat hebben we als organisten onderling afgesproken. Gelukkig denken we over veel dingen hetzelfde, zodat je een zekere eenheid in de begeleiding hebt.”

Welke componisten en organisten zijn uw voorbeelden?
„Johann Sebastiaan Bach is het summum - zijn triosonates zijn erg mooi - maar de Franse Romantiek spreekt me het meest aan. Met vertegenwoordigers als César Franck, Louis Vierne en Maurice Duruflé. Ook heb ik waardering voor Max Reger en nog meer voor Sigfrid Karg-Elert. Gaat het om eigentijdse organisten, dan denk ik aan Feike Asma, vanwege zijn musiceervreugde, en Klaas Jan Mulder, die een prachtige, lichtvoetige manier van spelen had. Ook de onlangs overleden John Scott is voor mij een voorbeeld. Met de moderne componisten heb ik weinig.”

Mag orgelliteratuur een plek hebben in het spel voor de dienst begint?
„Zeker wel, zolang die maar om een psalm of gezang draait. Bijvoorbeeld een koraalvoorspel van Max Reger. Want als organist heb je de taak de dienst in te leiden. Er mag van je verwacht worden dat je aansprekend probeert te spelen voor álle kerkgangers.”

Waar hamert u op bij uw orgelleerlingen?
„Op de ontwikkeling van hun speeltechniek en muzikaliteit. Daarnaast houd ik rekening met de wensen van de leerlingen. Willen ze kerkorganist worden of muziek van bijvoorbeeld Mendelssohn en Franck leren spelen. De aan Bach toegeschreven acht kleine ‘Praeludien und Fugen’ moet elke leerling instuderen. Belangrijk is dat ze graag willen leren spelen. Orgelles vraagt om een lange adem en doorzettingsvermogen. Dat staat jammer genoeg haaks op de gejaagdheid van de maatschappij en de drukte die het schoolleven en social media met zich meebrengen.”

Hoe kijkt u aan tegen klavarskribo?
„Het is een geweldig, duidelijk en snel te leren systeem, waarbij je geen ‘last’ hebt van mollen en kruisen. Alleen is het ritme minder goed aan te geven dan in notenschrift. Zelf heb ik vroeger ook klavarskribo leren spelen. Toen ik op mijn vijftiende aan de officiële orgelstudie wilde beginnen, moest ik echter overstappen op notenschrift. Niettemin heb ik nog altijd enkele klavarskriboleerlingen.”

Op de volgende pagina’s staan twee koraalbewerkingen van uw hand. Hoe zou u die willen karakteriseren?
„Psalm 55 heeft de canonvorm. Ooit heb ik deze bewerking op cd opgenomen. Omdat mensen vroegen naar de bladmuziek ervan, heb ik deze muziek nu op papier gezet. Psalm 119 is een melodieuze aria, waarin de hele psalm terugkomt, in tweemaal drie regels.”


Muziek op aanvraag
Abonnees kunnen t/m 30 december de klavarskriboversie van de twee psalmbewerkingen van Marcel van de Ketterij bestellen, via redsecr@refdag.nl, tel. 055-5390333 of Redactie Terdege, Postbus 75, 7300 AB Apeldoorn. U ontvangt de muziek dan kosteloos. Ook kunt u de notenschriftversie van Psalm 55 in twee kruisen (i.p.v. vijf mollen) aanvragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's

Dienend achter het orgel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's