Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRIJMETSELARIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRIJMETSELARIJ

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

VERBREIDING.

Gezien de grondslagen, waarop de vrijmetselarij rust, n.m.1. dat zij alles in DE MENS zoekt en alles van de mens verwacht, is het dan te verwonderen, dat die richting in het eerst grote opgang maakte? Hun leerstellingen sluiten precies aan bij het verdorven bestaan van het mensdom. Vrij zijn, ontslagen van alle banden, ook van de eis van Gods Woord, dat wil de mens.

Het eerst stak zij over naar Frankrijk. Loges werden gesticht door Engelsen, daar wonend of verblijvend. In 1725 bestond er in Parijs reeds een loge. Zij ondervond daar in het begin grote tegenkanting van de Roomse geestelijkheid, die de koning waarschuwde voor het grote gevaar en op tegenmaatregelen aandrong. Later nam haar betekenis in Frankrijk toe. Mannen van naam sloten er zich bij aan.

Enkele zullen wij noemen. Benjamin Franklin, Mirabeau, Voltaire, Danton, enz. Weldra waren er in Frankrijk meer dan 200 loges, later bijna 700. De leuze „Vrijheid, gelijkheid en broederschap" is ontstaan in de Franse loges. Door de binnenlandse toestanden werd de vrijmetselarij daar gedreven in de democratische richting.

Volgens Faubel hebben die gedachten wel geleid tot de vreselijke revolutie van 1789, maar zij hebben niet daadwerkelijk daaraan deelgenomen. (En Danton dan? )

Ook in Duitsland vond zij een vruchtbare bodem. In 1737 werd de eerste loge opgericht in Hamburg. Enkele vooraanstaande Duitsers, die lid geweest zijn: Frederik de Grote, Goethe, Blücher enz.

In Oostenrijk kwam ze tot grote bloei onder bescherming van keizer Frans I, de echtgenoot van Maria Theresia. Zijn vrouw heeft tevergeefs getracht de bond tegen te werken.

Spoedig volgden Zweden, Denemarken en Noorwegen. Daar moet ze een zeer Christelijk (? ) karakter dragen, daar mensen zonder godsdienst er niet toegelaten worden.

Ook in Italië, Portugal en Spanje werden loges opgericht ondanks de tegenstand van de Roomse Kerk, die de vrijmetselaars te vuur en te zwaard vervolgde. Paus Clemens XII vaardigde reeds in 1738 de eerste banbul tegen de nieuwe orde uit. Deze eerste bul is nog door velen gevolgd, waarin de vloek*over haar uitgesproken werd. Die vijandige houding van Rome is

zeer begrijpelijk, aangezien de vrijmetselarij het gezag der Roomse Kerk aantastte.

In Rusland werd zij eerst verboden, doch kwam onder Catharina II tot grote bloei.

In 1730 werd de vrijmetselarij vanuit Engeland al overgebracht naar Amerika en heeft daar grote invloed gehad. Faubel zegt op bladz. 47: „Het denkbeeld van de stichting der Verenigde Staten van Amerika is voornamelijk door vrijmetselaars gepropageerd, alle medewerkers van Washington, die zelf ook vrijmetselaar was, waren eveneens leden. Ook behoorden tot hen de presidenten Lincoln en Roosevelt."

België en Zwitserland bleven niet achter. Ook in Nederland kreeg zij vaste voet. (V/elke richtingen en stromingen krijgen nu in Nederland eens géén vaste voet? ) Het schijnt, dat hier reeds loges waren vóór het in Engeland tot openbaring kwam. De stadhouder Frederik Hendrik schijnt in het geheim, onder de schuilnaam Frederik Vredendal reeds lid geweest te zijn. De eerste werkelijke loge werd in 1731 in 's-Gravenhage opgericht. Het aantal loges breidde zich gestadig uit. Op 25 Dec, 1756 kwamen vertegenwoordigers van alle loges te 's-Gravenhage bijeen en stichtten toen de „Groot Nationale Loge der Nederlanden". Die organisatie bestaat nu nog, maar heeft een andere naam gekregen. Zij heet nu: „De orde der vrijmetselaren onder het Groot Oosten der Nederlanden."

Vóór de oorlog werkte zij met 66 loges in Nederland; 23 in Oost-Indië; 4 in West-Indië en 49 in Zuid-Afrika.

De vrouwen worden bijna overal geweerd. Alleen in Frankrijk worden zij wèl toegelaten in de zogenaamde „Adoptie-loges". Volgens de reeds eerder aangehaalde Leo Taxil kwamen in die adoptie-loges zedeloze toestanden voor.

Toch gaat het pad der vrijmetselarij de laatste tijd niet op rozen. In Rusland bestonden na de eerste wereldooi'log nog 30 loges. Toen de Communisten daar de baas werden zijn zij alle opgeheven. Aardig is het te lezen, wat deze regering van de vrijmetselarij zegt. Hoor maar: „De vrijmetselarij is de domste en de schadelijkste bedriegerij van de gemeenschap. Wij zien ons gedwongen haar tot het uiterste te bestrijden."

Van Rusland heeft zij dus niet veel goeds te verwachten.

Doch ook in andere landen wordt zij tegengewerkt. In Italië maakte Mussolini hardhandig een einde aan

haar bestaan. In Hongarije is alle vrijmetselaarsarbeid verboden en zijn de tempels gesloten.

Zodra Hitier in Duitsland de teugels van de regering in handen kreeg heeft hij terstond de - vrijmetselarij de kop ingedrukt.

Verder wezen we reeds op de verbitterde tegenstand van de Roomse Kerk.

Hoe zich de toestand na de tweede wereldoorlog zal ontwikkelen dient afgewacht te worden.

Voor de wereldoorlog werd hun aantal over de gehele wereld op drie en een half millioen geschat.

In een slotartikel zullen we nog even een blik slaan op de inrichting van de loges en het rituaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1948

Daniel | 8 Pagina's

VRIJMETSELARIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1948

Daniel | 8 Pagina's