Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE LOOCHENING VAN DE VADER EN DE ZOON.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE LOOCHENING VAN DE VADER EN DE ZOON.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een iegelijk die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. 1 Johannes 2 : 23.

Het kenmerk van de antichrist, hier in deze tekst genoemd, is aan het kenmerk waarover in de vorige tekst door de apostel is gesproken, onaf scheidenlij k verbonden. De antichrist loochent in feite, dat Jezus is de Christus, zoals de vorige tekst ons heeft doen zien. Maar aan zulk een loochening van de Zoon is de loochening van de Vader onlosmakelijk verbonden.

Daarom heeft de apostel in het vorige vers ook gezegd: Deze is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent. En op dit getuigenis gaat hij nu nog verder in, als hij zegt: Een iegelijk die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.

Waar de Zoon onteerd wordt, w^ordt ook de Vader onteerd, als Jezus de Christus is, is Hij de gezalfde van de Vader. Door de Vader is Hij verordineerd en gezalfd tot Profeet, Priester en Koning.

Dit is ook juist weer zulk een dierbare zaak voor Gods Kerk. Die Kerk krijigt die Middelaar alzo te aanschouwen als een gans bekwame Middelaar. God de Vader is de Handhaver van het recht. Nooit had Hij in een middelaar Zijn welgevallen kunnen vinden, die niet de hoedanigheden be • zat die noodzakelijk waren om te kunnen voldoen aan het eisend recht. Deze vereiste hoedanigheden kon alleen Zijn eigen geheide Zoon maar bezitten-Zo heeft de Vader Hem gans bekwaam geacht in Zijn eeuwig besluit om Borg en Middelaar te kunnen zijn. Hij zou als de waarachtige God de menselijke natuur moeten aannemen en dat door een heilige ontvangenis. Zulk een Middelaar kon alleen verlossen, die waarachtig en rechtvaardig mens was en die tevens meer dan alle mensen was, daar Hij ook waarachtig God was. Geen engel of mens kon dus Middelaar zijn.

Tot verlossing van de gevallen zondaar, heeft God dus Zijn eigen Zoon niet kunnen sparen. Hij Die de van eeuwigheid gegenereerde Zoon des Vaders was, moest de Knecht Zijns Vaders worden.

Hij alleen kon dus maar Middelaar zijn. Maar Hij was dan ook een gans bekwame Middelaar. Hij werd bekwaam gemaakt in de tijd, als Hij de menselijke natuur uit Maria aannam, want om Middelaar te kunnen zijn, moest Hij waarachtig mens zijn. Zo moest Hem het lichaam worden toebereid. Maar zo zag de Vader Hem van eeuwigheid reeds bekwaam in Zijn besluit. In deze Middelaar had de Vader Zijn welgevallen. Van Hem horen wij de Vader getuigen: Ziet, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Dewelke Mijn ziel een welbehagen heeft-En bij Zijn doop door Johannes, alsook op de berg der verheerlijking, heeft de Vader de hemel geopend en vanuit de hemel uitgeroepen:

„Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb."

Zo is Christus de Man van Gods raad, door Wie de Vader Zijn eeuwig welbehagen heeft volvoerd tot de volkomen verheerlijking van al Zijn luisterrijke deugden en alzo tot de zaligheid van Zijn Kerk.

Zo krijgt de Kerk die Middelaar door het geloof te aanschouwen. Dat maakt Hem zo schoon en zo dierbaai voor de ziel. Die Kerk zal weten hoe de Middelaar er uit ziet. Zij krijgt Hem te aanschouwen bij God vandaan. Er wordt wat van waargenomen in de ziel, hoe de Vader van eeuwigheid reeds Zijn welgevallen in deze gans bekwame Middelaar heeft gehad.

De oppervlakkige roemer over Jezus weet daar niets van. De antichrist loochent Christus als een volkomen Zaligmaker, zoals we uit de vorige tekst al beluisterd hebben. Rome krenkt de rechtvaardigheid Gods en miskent alzo de volkomen gerechtigheid door Christus aangebracht.

En allen die buiten de kennis van Gods rechtvaardigheid om zich met Jezus helpen, kennen Hem niet als een gans bekwame en volkomen Zaligmaker. Het is nooit met hen zo ver gekomen, dat er waarlijk geen weg buiten deze Middelaar voor hen overschoot.

Maar bij de door God ontdekte zondaar heeft de rechtvaardigheid Gods, zo schoon alle mogelijkheid van verlossing buiten die Middelaar afgesneden. Het recht bleef van die zondaar eisen wat hij nooit geven kon-En hoe gans verborgen was Christus voor de ziel! Maar dit maakt het wonder uit, dat God Zelf dez: -Middelaar aan de ziel ontdekt als die igrote Held bij Wie Hij voor Sion hulp besteld heeft. Dit is de Verkorene Die Hij uit het volk heeft verhoogd. O hoe zielsverbrekend en versmeltend wórdt dat wonder, als zo het oog door God Zelf voor die Persoon geopend wordt! Zo wordt Hij aanschouwd als een Goddelijke Persoon. Johannes zegt daarvan: En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader, vol van genade en waarheid. Die Hem zo hebben leren kennen, krijgen gemeenschap aan elkaar.

Het wordt door hen zo gauw aangevoeld, dat men over Jezus spreken kan, zonder Hem zo te kennen. Dan gevoelen ze geen verbinding. Zij kunnen alleen verbinding krijgen met hen van wie zij aanvoelen dat zij die Middelaar bij God vandaan in Zijn heerlijkheid, schoonheid, beminnelijkheid en gepastheid hebben leren kennen. Die zijn door een rechte weg tot de kennis van die Persoon gekomen. Die hebben zichzelf niet met Jezus geholpen, maar kunnen met de apostel zeggen, dat het Gode behaagd heeft Zijn Zoon in hen te openbaren. Toen hebben zij Goddelijke liefde gesmaakt. Toen hebben zij het welgevallen des Vaders in die Middelaar in hun ziel waargenomen. Ze zijn in dat eeuwig Vredesverdrag ingeleid en hebben gezien hoe de Vader in zulk een gans bekwame Middelaar van eeuwigheid Zijn welgevallen had. Maar zo hebben zij die Middelaar dan ook aanschouwd als zulk een volkomen Zaligmaker.

Buiten de kennis van Gods recht kan er nooit een rechte kennis van Christus als een volkomen Zaligmaker zijn. Al het onze is dan nooit totaal waardeloos voor ons geworden. Jezus is dan voor ons 'n helpende Zaligmaker. We verloochenen Hem met der daad, ook al roemen wij Hem als Rome met de mond en ook al denken wij dat het ons genoeg is uit de Schrift te weten, dat alleen deze Middelaar aan de eisen van het Goddelijke recht heeft kunnen voldoen. We kennen Gods gerechtigheid niet, als deze volmaakte deugd in God zich niet aan onze ziel verklaart. Door deze kennis van Gods recht leren wij ons waarlijk verloren schatten. Met een oppervlakkig roemen over Jezus, zoals de Schrift ons Hem openbaart, hebben wij or^s nooit verloren gezien. En deze Jezus is juist gekomen om verlorenen te zoeken. Dat zijn mensen die zichzelf niet meer helpen kunnen. Voor hen kan Jezus een volkomen Zaligmaker zijn, niet alleen wat de verdiensten van de zaligheid betreft, maar ook in de toepassing van het werk der zaligheid.

Johannes spreekt van Hem hier als de Christus, zoals Hij de door de Vader gezalfde Profeet, Priester en Koning is.

Alleen als de waarachtige God was Hij tot de uitoefening van deze drie ambten bekwaam. Wie zal ons anders de verborgenheden van Gods eeuwige raad tot zaligheid van zondaren ontdekken dan Hij Die van eeuwigheid in die raad Gods gestaan heeft? En zou er buiten Hem een hogepriester zijn die ons daadwerkelijk kan verlossen door de kracht zijner verzoenende offerande? En is het ons ook niet nodig dat Christus als Koning Zijn Goddelijke kracht betonen zal, door ons in gehoorzaamheid aan Zijn Wet te doen leven?

Hoe is deze door de Vader gezalfde en gezonden Middelaar ons dan toch in alles tot de zaligheid onmisbaar. De apostel trekt uit de loochening van Hem als een volkomen Zaligmaker het besluit, dat die Hem loochent, ook de Vader niet heeft. Die kent de Vader niet en mist dus de verzoening met God. God kan hem nooit tot een Vader zijn, daar Hij dat alleen kan zijn op grond van de volkomen Borgtocht van Immanuël. Die dus de Zoon loochent als een volkomen Zaligmaker, is zonder God in de wereld. De volgende tekst zal ons de gelegenheid kunnen bieden om van dit laatste nog wat meer te zeggen.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1963

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE LOOCHENING VAN DE VADER EN DE ZOON.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1963

De Wachter Sions | 4 Pagina's