Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitverkiezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitverkiezing

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van onze lezers vroeg me iets te schrijven over de uitverkiezing. Dat wil ik graag doen, als het maar duidelijk is dat het inderdaad slechts iets is.

Veel is er over dit onderwerp gedacht, gesproken en geschreven. Dat er een uitverkiezing is, wordt door Gods Woord duidelijk geleerd. We lezen in Efeze 1 dat God de Zijnen heeft uitverkoren in Christus Jezus, vóór de grondlegging der wereld (Efeze 1:4). Wat Gods Woord ons leert, wordt door de Kerk beleden. Het is goed om hoofdstuk 1 van de Dordtse Leerregels te bestuderen. Duidelijk moet zijn dat de leer van de uitverkiezing een antwoord is op een vraag, namelijk op de vraag hoe het komt dat er mensen zalig worden. Het antwoord is: Omdat ze daartoe door God uitverkoren zijn. En nergens anders om. Ja maar, zegt u wellicht, de Bijbel leert ons toch dat de zaligheid er is door het geloof (Efeze 2:8)? Wie de Naam des Heeren zal aanroepen, zal toch zalig worden (Hand. 2:21)? U hebt gelijk. Maar deze woorden wijzen ons op de weg tot de zaligheid. En in dit artikel hebben we het over de grond van het heil. Het geloof en het aanroepen van Gods Naam zijn gevolgen, vruchten van de uitverkiezing. Het zijn gevolgen van verkiezende liefde. Immers kan er geen geloof zijn als er geen prediking is van het heil? Het geloof is uit het gehoor (Rom. 10:17). Zo is er ook geen aanroepen van de Naam des Heeren, zonder dat die Naam eerst gepredikt wordt. De prediking en het daarbij noodzakelijke werk van de Heilige Geest zijn gevolgen van goddelijke uitverkiezing. De bijbelse leer van de uitverkiezing schrijft voor de zaligheid al de eer aan God toe, en niet aan het schepsel. Juist dit, dat een mens er met heel zijn hebben en houden buiten valt, doet velen struikelen over en schoppen tegen deze leer. Dat is heel erg. We zien dus dat de leer van de uitverkiezing het antwoord is op de vraag hoe het komt dat er mensen behouden worden. Krachtens de verkiezing van eeuwigheid schenkt God in de tijd het geloof Maar door het gebruik van de middelen.

Ongeloof
Maar nu de andere kant. Hoe komt het dat er mensen verloren gaan? Kunnen we die vraag beantwoorden met: dat komt omdat ze niet uitverkoren zijn? Wie het zo stelt, geeft daarmee God de schuld! Als we de vraag zoeken te beantwoorden waarom mensen verloren gaan, geeft Gods Woord een duidelijk antwoord. Hebr. 3:19 zegt bij voorbeeld: „Zij hebben niet kunnen ingaan vanwege hun ongeloof" En wat denkt u van Matth. 25:41, 42? „Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, want Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij niet te eten gegeven." En, om niet meer te noemen, denk ook aan Jezus' (aan-)klacht: Jeruzalem, Jeruzalem, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, maar gij hebt niet gewild! (Matth. 23:37). Als we deze bijbelse gegevens goed op ons in laten werken, zullen we mogelijk met Paulus iets van het diepe woord verstaan dat we vinden in Mal. 1:2 en Rom. 9:13, waar we lezen: „Jakob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat." Ezau is goed aan de weet gekomen waarom hij door God is verworpen. Had hij niet God verworpen? Maar Jakob zal nooit kunnen begrijpen waarom hij wél in Gods liefde mag delen. Alle Jakobs komen erachter dat er geen grond in hen ligt. Aan Jakobs zaligheid, waarop hij mocht leren hopen, en wat meer en meer een wonder voor hem is geworden (Gen. 49:18), ligt dus Gods besluit ten grondslag. En niet een besluit van Jakob zelf, bij voorbeeld om de Heere te dienen. Aan Ezau's ondergang, om welke mogelijkheid hij zich bij zijn leven niet bekommerde, ligt ook een besluit ten grondslag. Welk besluit dan wel? Dat openbaart de Heere bij voorbeeld in 1 Sam. 2:30, waar Hij zegt: „Die Mij versmaden, zullen licht geacht worden."

Moedgevend
Het leerstuk der uitverkiezing geeft grond en moed om te preken, zending te bedrijven en te evangeliseren. Hebben we immers niet met een verkiezend God te doen. Die Zich de Naam "God van Jakob" gaf? Dit doet de Heere Jezus uitroepen, en die roeping komt tot u en mij: „Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal open gedaan worden" (Matth. 7:7). Het is maar een enkele gedachte in deze Pastoraal. Ik hoop dat het genoeg is om ons, door het werk van de Heilige Geest, groot van God in Christus te leren denken. God in Zijn doen als God te leren erkennen, maar Hem ook aan te roepen om Zijn genade. Want wie Hem aanroept in den nood, vindt Zijn gunst oneindig groot.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juni 1999

Terdege | 80 Pagina's

De uitverkiezing

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juni 1999

Terdege | 80 Pagina's