Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PAULUS’ DERDE ZENDINGSREIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PAULUS’ DERDE ZENDINGSREIS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het jaar '53 begint Paulus zijn 3e zendingsreis. Geen nieuwe streken worden door hem bezocht. Het grootste deel van deze reis wordt gevuld met de prediking van het evangelie te Efeze. Het overige deel wordt besree d aan een rondreis in Macedonië en Griekenland. Op weg naar Damaskus heeft Paulus gevraagd aan de Heere: Wat wilt Gij dat ik doen zal? " Dat is hem heel zijn leven bij gebleven. In Hand. 18 : 21 heeft Paulus afscheid genomen van de Efezers met de woorden „Ik zal tot u wederkeren zo God wil". Die belofte kan Paulus nu inlossen. Hoe hij de wil des Heeren daarin opmerkt is niet beschreven. We zullen wel moeten denken aan de 2e zendingsreis dat de Geest het al of niet toeliet. Het eerste deel van de reis gaat over land, van Selucië, de havenplaats van Antiochië gaat Paulus naar Tarsus. Vervolgens cle provincies Lyaconië, Galatië en Asië. Tijdens deze vrij grote reis schijnt Paulus niet gepreekt te hebben'. Het doel is Efeze. Wel heeft hij zoals blijkt uit Hand. 18 : 23 tijdens de reis de discipelen versterkt.

Apollos.

In deze bijbelstudie vragen de gebeurtenissen te Efeze onze aandacht. Op de 2e reis heeft Paulus Aquila en Priscilla claar achtergelaten Hand. 18 : 19. In Efeze komen zij onder het gehoor van Apollos. Een man met veel vuur en weinig licht. Een man van grote welsprekendheid en Schriftkennis die in Alexandrië veel wijsheid heeft opgedaan, maar voor wiens oog de dingen der zaligheid nog schemerden. Hij wist alleen van de doop van Johannes. Met voorzichtigheid legden Aquila en Priscilla hem cle weg Gods van stuk tot stuk uit. Do geleerde laat zich onderwijzen door eenvoudige tentenmakers. Wat nu precies met de doop van Johannes bedoeld wordt is niet zeker. We houden ons aan de Kanttekenaren die zeggen, dat Apollos zo veel van Christus afwist als Johannes de Doper zijn discipelen leerde, die wel de leer ontvingen maar niet de gave des Heiligen Geestes. We zouden het zo mogen uitleggen, dat Apollos oorspronkelijk door discipelen van Johannes de Doper gevormd was, maar nu d.m.v. Aquilla en' Priscilla, hem de volle rijkdom van het evangelie is geopend, zoals Paulus dat preekte. Met grote ernst d.i. sterk aanhoudend heeft Apollos Schrift met Schrift vergeleken en zo de gemeente gebouwd Hand. 18 : 28. Met aanbevelingsbrieven is Apollos naar Achaje gegaan. Naar Corinthe waar hij zijn rijke gaven in dienst van Christus stelde. Zo maakte Apollos nat wat Paulus geplant had. En God gaf de wasdom. Daar komt het op aan, want noch hij die plant, noch

die natmaakt is iets, maar Gc.de zij de lof. Te Corinthe heeft een deel der gemeente zich bijzonder aan Apollos verbonden, zodat dit deel zich naar hem noemde. „Wij zijn van Apollos". Mogen we die partijschappen goedkeuren? Mogen we van de ene prediker meer houden dan van de andere? Mogen we bij de ene dominee naar de kerk gaan en bij de andere thuisblijven? Ga eens na aan cle hand van de volgende teksten hoe de mentaliteit van de bevolking van Efeze is. Ef. 4 : 28, 5 : 18, 4 : 31, 4 : 29, 5 : 4 en 5 : 12.

Efeze.

In Efeze treft Paulus enige discipelen d.w.z. Christenen aan. We mogen hierbij niet denken aan discipelen van Johannes, maar aan mensen die het Christendom hebben aangenomen. Het waren er niet veel, ongeveer 12, vs. 7. Paulus stuit op dit groepje mannen, dat onkundig blijkt te zijn van de bijzondere gave des Heiligen Geestes. Dat moet ons verbazen en waarschuwen. Deze 12 mannen zijn belijders van Jezus, Christenen dus, maar het ontbreekt hen aan de duidelijke kennis van het evangelie en daarom machteloos tot voortgaan en volharden. Ze komen niet verder, er is geen opwas, geen toenemen'. We kunnen deze kleine kring vergelijken met een bloementuin in de winter. Niet dood, maar zonder bloei. Er is geen kennis, geen moed, geen ijver. Er is een zich schuchter terugtrekken in eigen kring. En dat is onverenigbaar met de Pinkstergeest.

En dat valt Paulus op. Hij vindt hen, staat er in vs. 1. Het trekt zijn aandacht. Christenen' zonder geest en vruchten vallen op, zoals een boom zonder vruchten opvalt. Paulus ziet waar de oorzaak van deze dorheid ligt. Vandaar zijn vraag: „Hebt gij de Heilige Geest ontvangen? " Wat Paulus verwachtte is waar, ze hebben zelfs niet gehoord of er een Heilige Geest is. Ze horen met verwondering spreken over de Heilige Geest. Nooit van gehoord. We kunnen ons soms verwonderen over de onkunde, ook wat betreft de gewone bijbelse geschiedenis, ook nu nog bij mensen die onder het Woord zijn opgegroeid. Hoe is het mogelijk! Daarom jongelui, bijbelonderzoek is punt 1. Onkunde is de oorzaak van hun schemering. Pas deze toestand eens toe in onze samenleving. Ik zal zelf het antwoord een keer geven, onder voorwaarde dat jxdlie het ter harte nemen! Er zijn ook nu veel mensen' die het Woord van Christus horen, voor waar houden', maar er geen vrede in vinden. Ze hebben geen lust in de wereld, maar ook geen vreugde in Christus. De verzegelende kracht en duj ook de vrucht des Geestes ontbreekt. In het antwoord vindt Paulus aanleiding te vragen naar hun doop, vs. 3. Paulus bedoelt of degenne die hen gedoopt heeft mogelijk een sektestichter is geweest. Paulus wil weten uit welke bron ze de doop hebben ontvangen. En het antwoord is dan: dat ze gedoopt zijn met de doop zoals Johannes die naar wezen' en vorm en opdracht bediende. In het antwoord vs. 4 spreekt Paulus over het karakter van de doop van Johannes. Johannes' doop is voorbereidend, het spreekt van: „Hem clie na mij komt". Calvijn zegt: het geloof richt zich niet meer op de Christus die komen zou, maar op Hem die gekomen is, die het werk Zijner verzoening heeft volbracht. Er is dus geen wezenlijk verschil tussen de doop van Johannes en cle Christelijke doop. De doop van Johannes was uit de hemel, Johannes de doper doopte in opdracht van zijn Zender. Over vs. 5 zijn de gedachten zeer verschillend, zelfs de Kanttekenaren menen dat hieruit niet kan worden bewezen dat deze discipelen door Paulus zouden herdoopt zijn. Mijn bescheiden mening is: het staat er, dat ze gedoopt zijn. En daarmee

uit! Heeft Paulus clan goed gehandeld? Paulus heeft zeker reden gevonden in het gesprek om naar omstandigheden te handelen. Laten we in ieder geval bij deze tekst oppassen dat we het „er staat geschreven" niet uitstuffen en er onze mening voor in de plaats stellen. In ieder geval zijn, die hem hoorden gedoopt in de naam des Heeren Jezus. (Het kan leerzaam zijn de ontstellend vele verschillende gedachten hiervan eens na te gaan). Dat Paulus goed heeft gehandeld, blijkt uit de vrucht. Nadat Paulus hen de handen opgelegd had, ontvingen zij de Heilige Geest. De mededeling van de bijzondere gave des Geestes was in gewone gevallen uitsluitend aan de oplegging der handen verbonden. Lees in dit verband ook Hand. 6 : 6, 8 : 17.

Door de oplegging erkent Paulus deze discipelen voor volle leden der Christelijke kerk. Van groter belang is echter, dat de Heilige Geest komt en hen daardoor erkent. Dat de Geest komt blijkt uit de tekenen, die de aanwezigheid van de Geest openbaren. Ze spreken met vreemde talen en profiteerden. De gebondenheid maakt plaats voor vrijheid, de nevelen zijn verdwenen. Zij profeteren. Zwaarmoedigheid en lusteloosheid wijkt voor blijdschap. Ze zien Jezus als de volkomen Zaligmaker. Welke bemoedigende les zou Paulus aan het begin van zijn loerk in Efeze uit de komst van de Heilige Geest trekken? Welke les trekken wij uit deze bijbelstudie?

a. Lees wat er staat. b. Wees altijd bereid je mening los te laten voor het Woord Gods. c. Het is hier niet de plaats om uitvoerig over de doop van Johannes te handelen. Het gaat hier over Gods werk te Efeze. cl. De bijzondere gaven van de Heilige Geest horen bij de apostolische tijd. We mogen niet klein van de Heere denken. Het is verkeerd te weinig van de Heere te verwachten. Verkoeling en verstarring is tot schade van de kerk. Al zullen dan de tekenen des Geestes niet meer gezien worden, dat geldt niet voor de kracht des Geestes. Het is ons betamelijk vanwege onze onkunde te bidden om de Heilige Geest. Die leidt in de Waarheid. Laten we dan deze bijbelstudie eens niet eindigen' met vragen, maar met een opdracht:

Bid om de Heilige Geest, in je hart, huis en kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1973

Daniel | 16 Pagina's

PAULUS’ DERDE ZENDINGSREIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1973

Daniel | 16 Pagina's