BELEIDSDEBAT DEFENSIE

EERSTE KAMER

door de heer Meuleman

DE NOODZAKELUKHEID VAN EEN GOEDE KRUGSMACHT

Wanneer wij de begroting van Defensie behandelen, worden wij weer opnieuw bepaald, bij de noodzakelijkheid die er zal moeten zijn, om een goede en weluitgeruste krijgsmacht te hebben, ter bescherming van land en volk.

Deze noodzaak vindt zijn oorzaak in de verdorvenheid van des mensen bestaan.

Door de zonde, zien wij helaas, dat de ene mens de andere naar het leven staat.

Het ene land gaat het andere bezetten en overheersen.

Wanneer wij heden 30 jaren na de tweede wereldoorlog nog moeten constateren, dat er landen zijn in Europa, welke nog onder de druk van de bezetter leven, mogen wij wel beseffen welk een groot goed het is, om als land van Nederland nog in vrijheid te mogen leven.

Of dit voorrecht altijd wel ten volle wordt beseft waag ik te betwijfelen.

Het zal daarom nodig zijn ter bescherming van land en volk, dat er een goed defensiebeleid gevoerd moet worden. Onze krijgsmacht zal goed uitgerust moeten zijn, om ten aanzien van de gehele ontwikkeling in de wereld weerbaar te kunnen zijn. Daarom heeft de overheid hier een grote taak, maar ook een dure roeping, om in deze, te doen al wat mogelijk is, ja zelfs noodzakelijk, ook al zou dit met financiële offers gepaard moeten gaan.

Met voldoening nam ik kennis dat de Regering het Nederlandse lidmaatschap van de Navo ziet als een onderdeel van haar streven, de internationale veiligheid te bevorderen.

Maar anderzijds, dat bij een duurzame verbetering van de betrekkingen tussen Oost en West de mogelijkheid aanwezig is, het niveau van de müitaire confrontatie in Europa te verlagen, indien er sprake is van wederzijdse en evenwichtige maatregelen. Het is dan wel de vraag, wat onder deze duurzame verbetering van de betrekkingen moet worden verstaan.

Verstaat men onder vrijheid in het Oosten, niet heel wat anders dan in het Westen?

Wanneer in het Oosten vrijheid wordt voorgestaan, vraag ik mij af waarom dan de bezette landen niet vrijgelaten worden en de vrijheid teruggegeven wordt?

Ik zou de regering in alle ernst willen verzoeken om toch wel in deze de uiterste voorzichtigheid te betrachten en niet tot verlaging van Defensie over te gaan, en de fundamenten van de samenleving niet te laten ondergraven.

Hier is waakzaamheid geboden, want het gaat niet alleen om de vrijheid van ons volk, maar ook het bewaren van de fundamentele waarden om in vrijheid God te dienen naar de eis van zijn Woord.

Dat grote erfgoed waarvoor onze vaderen geleden, gebeden en gestreden hebben.

De aanleg van militaire oefenterreinen schijnt nogal wat tegenkanting op te roepen.

Vooral ook ten aanzien van een terrein in het Lauwersmeer liggen de zaken moeilijk.

Dat natuurgebieden worden beschermd kan onze instemming wel hebben en we zullen hier ook niet onverantwoord mee hebben om te gaan.

Al zal het ook wel duidelijk zijn, dat terwille van belangrijke natuurgebieden, niet de veiligheid van ons land verwaarloosd mag worden.

Het zal dan ook duidelijk zijn, dat de militairen wel de gelegenheid moeten hebben om te oefenen.

Het is wel opmerkelijk dat wanneer terreinen voor de Defensie nodig zijn, allerlei bezwaren naar voren komen.

Ik meen dat voor enkele jaren ook in Groninger^-Vlagtwedde, deze plannen aldaar van de kaart zijn geveegd. Thans zijn er weer bezwaren tegen deze plannen.

Dat de gedachten gaan om in het buitenland oefeningen te gaan houden, zou ik wiUen aaimierken als niet gewenst en niet verantwoord.

Het oefenterrein Lauwersmeer moge dan als natuurgebied worden aangemerkt, er zal toch een samengaan van de bestemming als oefenterrein en natuurgebied mogelijk zijn.

In de memorie van antwoord wordt gesteld, dat de provincies Friesland en Groningen na de vaststelling van de streekplannen de verzekering hebben gegeven geen beperkingen aan het militair gebruik van deze terreinen te zullen opleggen, die in strijd zouden zijn met de in 1966 gemaakte afspraken met het oog op de drooglegging en inrichting van de Lauwerszee.

Dat is dus een vast gegeven wat afgesproken is, blijft na inpoldering bestemd als oefenterrein. Wij hebben er dan ook geen behoefte aan om op deze genomen beslissing terug te komen. Al zal dan ook zoveel mogelijk met ieders belangen rekening dienen gehouden te worden.

Van de werkgroep Lauwersmeer hebben wij een documentatiemap ontvangen, met diverse gegevens, welke gisteravond werden toegelicht.

Nu lezen wij in dit overzicht, dat Provinciale Staten van Groningen - januari 1975 - besluiten dat voor het Lauwersmeergebied een nieuw streekplan moet worden gemaakt, waarin de militaire terreinen niet voorkomen.

Is dit niet in strijd met hetgeen in de memorie van antwoord wordt gesteld? Wat is nu de juiste tekst? Beide lijken mij moeilijk verenigbaar!

De vervanging van de Starfighter heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Nodig of niet nodig; voor of tegen. Vele artikelen zijn er in de pers aan gewijd. Deskundigen hebben er zich mee beziggehouden. Wij achten deze vervanging wel nodig. Welke vervanging?

De Minister zegt geen andere vliegtuigtypen in beschouwing te nemen dan de aanvaarde aanbevelingen van de Navo specialisatiestudie, in het kader van het vierlanden-overleg.

Dit achten wij een juist standpunt.

Voorts stelt de Minister dat na de behandehng van de Defensiebegroting in de Tweede Kamer nog besprekingen zijn gevoerd over de offertes voornamelijk op het punt van de prijsopbouw. Houdt dit laatste in, dat in principe het type bepaald is? Als wij door de pers juist zijn voorgelicht heeft de Minister, op het Congres van de PvdA nogal bezwaren pp zijn beleid te verstaan gekregen.

De Minister zal wel niet ontkennen dat zijn beleid onvolmaakt is.

Hij zal daarin wel niet alleen staan.

Met alle bezwaren die wij ook wel op bepaalde punten hebben, op het Defensiebeleid, ten aanzien van de opvolging van de Starfighter willen wij zijn beleid wel waarderen.

Het zal toch zo moeten zijn dat de regering regeert en niet één Partij.

Wij achten deze beslissing in het belang van ons volk de juiste en willen hem hierin gaarne steunen.

Ten aanzien van het reizen op zondag en de eerbiediging en heiliging van de dag des Heeren willen wij de Minister vragen om aan deze militairen die hierdoor in gewetensmoeilijkheden zouden kunnen komen alle medewerking te verlenen.

Tot slot: De oordelen Gods gaan over deze wereld, oorlogen en spaimingen zijn er overal. Vietnam, het Midden-Oosten, en op meerdere plaatsen.

Dat moge voor ons land een waarschuwing zijn om niet te verslappen. Maar bovenal dat ons land en volk mocht wederkeren tot den God des Levens, want alléén in de wederkeer tot Hem is zegen te verwachten.

En dat recht en gerechtigheid moge gevonden worden, dan alleen zullen wij naar belofte van Gods Woord een stil en gerust leven mogen leiden in alle Godzaligheid en Eerbaarheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen