Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gekakel in het kerkelijke kippenhok

5.

Beste vrienden, jong en oud

We hebben al het een en ander uit het kerkelijk verleden naar boven gehaald. Dat is op zichzelf geen zinloze zaak. “In het verleden ligt het heden en in het nu wat worden zal”, zo heeft eens een van Nederlands grootste dichters gezegd. Niemand die het kerkelijke getij zoekt te volgen, zal dit kunnen tegenspreken.

Als ik in het verleden over gekakel heb geschreven en over kippen enz., dan mag u wat mij betreft die vergelijking laten voor wat ze is. Het is een zekere ludieke, dat is speelse manier van schrijven - waarachter de werkelijkheid, die toch echt geen spelletje is schuilgaat.

Al hebben we de volgende Generale Synoden niet meegemaakt, de akten zijn wel in ons bezit en die vertellen wel de verdere gang van zaken.

Op de Generale Synode van 1968-1969 is o.a. het stemrecht van de vrouw in de gemeente aan de orde gekomen. Dat is al weer zo’n punt wat de gemoederen in beroering heeft gebracht. Men was er altijd van uitgegaan dat alleen de mannelijke leden stemrecht hadden, als het gaat over de verkiezing van ambtsdragers. De vrouwelijke leden legden zich daarbij neer. Doch waarom mochten de vrouwen eigenlijk niet stemmen? Nu is er verschil tussen een aktief kiesrecht en een passief kiesrecht. Misschien dat niet iedereen begrijpt wat dit allemaal betekent. Want het aktieve kiesrecht houdt in, dat men wel zijn stem uitbrengen mag, doch dat men zelf niet gekozen kan worden. Dat is het passieve kiesrecht. De tegenstanders - stemmers waren bang, dat als je de vrouw het aktieve kiesrecht zou verlenen, dat ze dan ook het passieve zou krijgen, dat ze dus ook gestemd zou kunnen worden, met als gevolg “de vrouw in het ambt”. De commissie die deze zaak voorbereiden moest ter bespreking, kwam al weer met een meerderheids- en een minder heidsrapport op tafel. Men was het dus in de commissie over de zaak al weer niet eens. Ds. M.C. Tanis die het minderheidsrapport heeft ondertekend, en daarom ook zal hebben ingeleverd, heeft geargumenteerde bezwaren naar voren gebracht. Het rapport staat in de akta en is het lezen nog waard. Doch, hoe ook, tenslotte moest er weer over worden gestemd, met als gevolg dat de meerderheid vóór stemde, waardoor de vrouw het aktieve kiesrecht werd verleend.

De betuiging werd er bij gegeven dat de tegenstemmers nooit bang behoefden te zijn, dat dit het passieve kiesrecht tot gevolg zou hebben. Doch door alle betuigingen werd de vrees daarvoor toch niet geheel weggenomen. De Generale Synode sprak daarom uit dat “bij verkiezing van ambtsdragers door de gemeente ook die wijze van verkiezen gevolgd kan worden waarbij de zusters der gemeente die tot het Heilig Avondmaal zijn toegelaten aan de verkiezing deelnemen”. Het werd dus aan de vrijheid van de gemeenten overgelaten. Het besluit was niet verplichtend. Zie verder akta blz. 92.

Een volgend punt wat op diezelfde Generale Synode heeft gediend waren de formulieren, die door verschillenden verouderd werden geacht en daarom opnieuw geschreven dienden te worden.

Dit hield ook al weer verband met het vrijgeven van het gebruik van de Nieuwe Vertaling.

Want in de oude formulieren stonden teksten uit de Oude Vertaling.

En als men in de eredienst de Nieuwe Vertaling had ingevoerd, dan paste de Oude Vertaling daar niet meer bij.

Om de tegenstanders - stemmers tegemoet te komen werd er een versie gepresenteerd met twee vertalingen naast elkaar. Wie dan de Oude Vertaling wilde gehandhaafd zien, kon dan de nieuwe formulieren gebruiken met de Oude Vertalingsteksten, en wie de Nieuwe Vertaling gebruikte kon dan ook de nieuwe formulieren, die korter waren dan de oude, en zeker niet beter m.i., zonder meer lezen. Zo werd geprobeerd een ieder zijn zin te geven. Doch ook dit werkte in de praktijk niet zoals men had gehoopt. Want de conservatieven bleven bij de oude en de progressieven gingen verder. En de afstand werd weer groter.

Wat de formulieren verder betreft lees ik in de akta van de Generale Synode 1971-1972: blz. 71. “Na de discussie besluit de synode....... om de gewijzigde c.q. aangevulde formulieren vrij te geven voor gebruik in de Eredienst in de Christelijke gereformeerde kerken.....”

Op bovengenoemde Generale Synode (1971-1972) is ook de psalmberijming weer aan de orde gekomen. Want een Nieuwe Vertaling vereiste ook een nieuwe berijming. Ook hier is lang en breed over gediscussieerd met als resultaat weer een de kerken vrij-latend besluit. “De synode spreekt uit geen uitspraak te doen ten aanzien van psalmberijming die moet worden gebruikt.; De kerken er op te wijzen dat het gebruik van een psalmberijming met wijsheid dient te geschieden.” Zie akta blz. 123.

‘t Gevolg is - in de loop der jaren - dat als iemand in een kerk komt waar men de nieuwe berijming zingt, degene die de oude gehandhaafd wil zien, niet mee “kan” of “wil” zingen. En omgekeerd is het precies eender. Men wordt dan ouderwets, om niet te zeggen achterlijk genoemd, door altijd maar vast te willen houden aan het oude. Men mist dan in hun ogen oog voor het nieuwe. Enz., enz.

We gaan weer verder. Neen, het is niet mijn bedoeling om alles op te halen wat er in het verleden allemaal is gepasseerd. Want dat is niet weinig. Na de berijmingskwestie is de gezangenkwestie aan de orde gekomen. Dat speelt ook al jaren, en het eind is daar nog niet van te zien. Daar is vrijheid gegeven om verschillende gezangen te zingen.

Want de psalmen zijn allemaal oud testamentisch.

En wij zijn een nieuw testamentische gemeente en moeten daarom ook nieuw testamentische liederen hebben.

Ondanks de gezangen die toegestaan zijn, gaat men toch weer verder en wordt hier en daar het liedboek al gebruikt, terwijl door de Generale Synode tot hiertoe, daar nog geen vrijheid voor is gegeven.

Door al deze zaken is er in ons kerkverband een spraakverwarring bezig zich te ontwikkelen, om niet te zeggen dat die er al is. Letterlijk en ook geestelijk verstaat men elkaar niet meer. En al is het dat men nog dezelfde woorden gebruikt, dan geeft een ieder daar toch weer een eigen inhoud aan.

Wie zich nu nog afvraagt hoe het toch komt, dat we zo ver uit elkaar gegroeid zijn binnen hetzelfde kerkverband, die kan uit het verhaalde wel het een en ander besluiten.

Buiten ons kerkverband spreekt men van christelijke gereformeerde besluiten dat zijn halve besluiten. Ze hangen tussen ja en nee in. Het mag wel. Het kan nog niet. Wees voorzichtig. Loop niet te snel. De lijn moet niet breken. We moeten elkaar vasthouden. Dat laatste kan op zich een goede zaak genoemd worden, doch het resultaat is wel dat een ieder doet, wat goed is in zijne ogen.

Mogelijk zegt of denkt deze of gene: Waar maakt u uzelf eigenlijk druk over? Ik zou ten deze willen zeggen: Stel u gerust. Mijn standpunt is wel bepaald. En dat is ook wel bekend. Doch ik heb altijd mijn kerk nog lief. Of liever: Ik heb dé kerk nog lief.

Want het is niet “mijn” kerk. De kerk is Gods zaak.

En die Kerk ziet er wel wat anders uit dan wij hem bekijken.

In ons verband zouden alle zaken nog te verteren zijn, doch men moet niet vergeten dat wij niet alleen in ons kleine landje kerk zijn. Onze kerk is wel eens genoemd de kerk “tussen de vuren”.

En tussen de vuren kan het er warm aan toe gaan. Zeer warm zelfs. Want ter linkerzijde staan de Gereformeerden.

De Nederlands Gereformeerden en de Vrijgemaakte Gereformeerden. Ook een gedeelte van de Nederlandse Hervormde kerk.

En ter rechterzijde staan de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, binnen- en buiten verband. De Oud Gereformeerden en de Vrij Oud Gereformeerden en de Oud Gereformeerden in Nederland.

Het is allemaal niet meer uit elkaar te houden. Want daar komt ook het gekrookte riet nog bij. En ook daar spreekt men al van links en rechts en midden.

Terwijl een bonder mij eens toevertrouwde dat de Gereformeerde Bond bont is.

Er is dus verwarring allerwegen! Daar wordt overal veel leven gemaakt, doch werkelijk levendgemaakte mensen kom je maar weinig tegen.

En dat is een zaak om over te huilen. Doch voor ditmaal moet ik weer gaan eindigen.

Misschien de volgende keer nog een artikel. Alles D.V.

Met hartelijke groeten uw aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's