Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Fascinerend leven op de zeebodem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Fascinerend leven op de zeebodem

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie een strandwandeling maakt, vindt soms vreemde dieren die uit zee afkomstig zijn. Dat gebied in de natuur is slechts toegankelijk voor enkelen die daar de wonderlijkste levensvormen ontdekten en nog steeds nieuwe planten en dieren vinden. De zee en haar bodem, vooral de grote oceanen, vormen een onvoorstelbaar rijk gebied, geheimzinnig vaak en fascinerend door kleuren en vormen.

Op grote diepte is in de zeeën een gelijkmatige temperatuur, gedempt licht en een tamelijk hoge druk. Daardoor vindt men er bijzondere, aangepaste levensvormen. Ook in minder diep water en nabij de kusten zijn vormen van plantaardig en dierlijk leven, die door hun levensfuncties en vaak wondermooie kleuren boeiend en opvallend zijn. Holtedieren bijvoorbeeld. Dat het grootste deel van de aardbol door water is bedekt, is algemeen bekend. Meer dan 70 procent bestaat uit zeeën en oceanen. Dit is niet toevallig in de schepping. Zeeën vormen de rijkste bron van leven en zijn ook onmisbaar voor het meeste leven op aarde. Drie kwart van het wateroppervlak heeft een diepte van 3000 tot 6000 meter. Het onderzoek naar wat daar leeft en groeit is ruim honderd jaar geleden begonnen en in onze tijd pas goed mogelijk geworden.

Planten of dieren?
Koralen en zeeanemonen lijken veel op bloemen of planten, maar het zijn echter dieren, holtedieren, waartoe ook de kwallen behoren. Het merkwaardige en opvallende is de lichaamsholte met slechts een opening. Die is mond en uitscheidingsorgaan tegelijk. Om die opening heen liggen vangarmen of tentakels waarop zich netelcellen bevinden. In zo'n cel zit een blaasje met een scherpe giftige vloeistof en een dunne holle draad. Bij sommige soorten is zo'n draad voorzien van stekels en kleefstof; andere hebben alleen het laatste, terwijl er ook zijn met weerhaken. Met die vangarmen en de neteldraden wordt de prooi gevangen, verlamd of gedood. Zeeanemonen hebben een cilindervormig lichaam dat kan worden samengetrokken tot een bol, maar dat ook als een buis kan worden uitgestulpt. In die houding zijn de tentakels uitgespreid, zoals op de foto is te zien. Wanneer er gevaar dreigt trekt de anemoon zich samen, de tentakels worden ingetrokken en een kringspier sluit de opening af. Dit wordt ook gedaan bij het droogvallen van kustgebieden om te voorkomen dat de anemoon zou uitdrogen. Het dier verankert zich met zijn voetschijf op een rots of steen, schelp of ander voorwerp. De aanhechting is zo sterk dat men de anemoon er niet af krijgt zonder beschadiging. Wel kan hij zich, langzaam schuifelend, over kleine afstand verplaatsen. Het is een dier met beperkte mogelijkheden!

Symbiose
Er zijn dieren die handig gebruik maken van de bescherming die de anemoon biedt. De kluizenaars- of heremietkrab doet dat. Die heeft een week achterlijf en is daardoor erg kwetsbaar. Hij zoekt dan ook een oud en leeg slakkehuis om in te wonen, meestal van een wulk. Als er geen lege schelp beschikbaar is dan zorgt de krab er zelf voor door een slak eerst lekker op te peuzelen. Soms moet de krab verhuizen doordat hij uit de schelp groeit. . . De kluizenaarskrab heeftin de schelp een goede bescherming, maar wil nog meer profiteren en zoekt het gezelschap van zeeanemonen, bij voorkeur van de soort, ,zeerasp'', een poliepsoort met tot een stekelige plaat vergroeide hechtwortels. De krab vergist zich niet, zoekt de juiste anemoon tussen de vele soorten. Hij beklopt de anemoon voorzichtig waardoor deze loslaat. De krab plaatst hem dan op de onderkant van de schelp waarop de zeerasp zich met zijn voetschijf vasthecht. De anemoon heeft voordeel van zijn gastheer doordat hij gemakkelijk aan voedsel komt dat de krab opscharrelt. Ook komt hij steeds in vers water, want zijn gastheer verplaatst zich gemakkelijk over grotere afstanden. De krab wordt beschermd door de netelcellen van de anemoon. Dit wederzijds dienstbetoon wordt symbiose genoemd. Het komt in allerlei vormen voor in de natuur.

De clownvis
In de Indische Oceaan en in een deel van de Atlantische Oceaan leven rifbaarzen. Dit zijn kleine opvallend gekleurde vissen. Een bepaalde soort, de clownvis, houdt zich graag op in het veilige gebied tussen de vangarmen en netelcellen van een zeeanemoon. Zijn kleuren zijn licht oranje met witte en zwarte banden. Van het gif dat de anemoon kan verspreiden heeft hij geen hinder, waarschijnlijk door de slijmlaag op zijn schubben. Er zijn ook onderzoekers die menen dat dit visje zich voorzichtig wrijft tegen de tentakels, de giftige stof opneemt zonder daarvan hinder te ondervinden, er immuun voor is, maar daardoor wel zelf tegen vijanden wordt beschermd. De clownvis vangt zijn prooi in de omgeving en gaat daarmee terug in de bescherming van de tentakels om zijn buit te verorberen. Met zijn tentakels zorgt de anemoon ook aan zijn trekken te komen van wat de vis gevangen heeft. Die maakt door het zwemmen dat er steeds vers water tussen de tentakels stroomt. Ook in dit geval hebben beide dieren voordeel van elkaar. Er zijn meer vissen die geen hinder hebben van het vergif en de netelcellen en zelfs de tentakels opeten. Dan worden die echter door de clownvis aangevallen en weggejaagd als concurrenten, waardoor tevens de anemoon wordt beschermd. Het leven van de echte anemoonvissen speelt zich grotendeels in de directe omgeving van de anemoon af. Zij leggen hun eitjes aan de voet ervan en huizen zoveel mogelijk tussen de tentakels.

Koraalpoliepen
Nog een fraai holtedier is de poliep die zich eveneens op een ondergrond vasthecht. Koralen zijn precies zo gebouwd als zeeanemonen. De lichaamswand geeft een kalkafscheiding waardoor bekervormige omhulsels groeien. Koraal is niet anders dan het gemeenschappelijk kalkskelet van een kolonie koraalpoliepen. Op de foto ziet u koralen met geopende poliepen, de tentakelkransen die naar buiten steken en de grillige vorm veroorzaken. In het zeewater zweven allerlei planktonorganismen, kleine wormpjes en kreeffles, die door de tentakels worden gevangen. Vooral in de nacht komt het plankton naar boven. De poliepen worden door de geringste aanraking actief, de neteldraden schieten naar buiten en grijpen de prooi. Koralen vormen een merkwaardige diergroep die in de tropische wateren de bizarre koraalriffen hebben gevormd in de loop van vele eeuwen. Hoewel ook in koudere zeeën koralen voorkomen, hebben de meeste soorten helder en zuurstofrijk water van 2025° C. nodig. Daar vormen zij de zogenaamde atollen, ringvormige of hoefijzervormige koraalbanken, ook wel riffen genoemd. Voor de kust van Queensland ligt het Barrièrerif dat meer dan twee kilometer lang is. Dat vormtéén bijzondere levensgemeenschap waar vissen, zeesterren, zeeëgels, kreeften, mossels, slakken en meer wonderlijke dieren een geheel eigen biotoop hebben. Het dode koraal is slechts kalkskelet; een levende kolonie is overdekt met een weefsel van de allermooiste kleuren.

Snuffelaars
In tropische zeeën leeft de blauwgevlekte stekelrog op de zandvlakten voor de koraalriffen. Het is een echt bodemdier, dat daar al snuffelend naar voedsel zoekt. In de nacht komt hij vaak tot dicht bij het strand. Roggen zijn kraakbeenvissen net als haaien. Opvallend is dat ze geen schubben hebben, maar een harde taaie huid. Wel hebben ze, verspreid over de huid, tandschubben met een benige kern en een bedekking met een soort tandglazuur. Roggen zijn platte dieren die door hun vorm dicht bij de bodem zijn en daarvan gemakkelijk hun voedsel kunnen opnemen. De afgebeelde stekelrog is bijna twee meter lang waarvan de staart het grootste deel opeist. Op het laatste deel daarvan bevindt zich een giftige stekel met weerhaken. Wanneer deze in een lichaam wordt geslagen breekt hij af en blijft daarin zitten. Bij de mens veroorzaakt dat erge pijn en langdurige vergiftigingsverschijnselen. Roggen hebben geen zwemblaas en hun kieuwen zijn niet afsluitbaar met een kieuwdeksel, maar de kieuwspleten liggen vrij. Achter de ogen liggen spuitgaten; daardoor wordt water ingezogen en door de kieuwholtes weer uitgestoten nadat daaruit de zuurstof is opgenomen. Op die wijze wordt adem gehaald. Doordat die spuitgaten aan de bovenzijde achter de ogen liggen, kan de rog terwijl hij op de zandbodem rust, onbelemmerd ademhalen. Wie de foto's bij dit verhaal bekijkt zal de stekelrog en de kluizenaarskrab direct als dier herkennen; de koralen en zeeanemonen echter niet. Ze wekken de indruk planten te zijn. Poliepen hechten zich net als planten ook vast met wortels. Die nemen echter geen voedingsstoffen op. Het zijn dieren met een levenswijze die hen aan een vaste plaats ketent, die ze slechts met behulp van andere dieren kunnen veriaten. In de zeeën leven meer dieren die zich nauwelijks of niet kunnen verplaatsen: sponzen, kokerwormen, zeepokken en mosdiertjes. Alle bezitten aangepaste organen om levende kleine prooi te bemachtigen die door het water worden aangevoerd. Daarmee bewijzen zij geen planten maar dieren te zijn, hoe merkwaardig ze vaak ook zijn gevormd.

Geraadpleegde bron: Spectrum natuurencyclopedie;
foto's: Astado, Zeist

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 1986

Terdege | 60 Pagina's

Fascinerend leven op de zeebodem

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 1986

Terdege | 60 Pagina's