WIJ HELPEN DE VOGELS IN DE WINTER

Als het koud wordt, is het voor de vogels moeilijk om aan voedsel te komen. Dan kunnen wij de vogels helpen. Ileel leuk is het als je zelf een' voederhuisje maakt. Je kunt ook gewoon een plank nemen en die op een paal slaan, dan heb je een voertafel. Je moet het voederhuisje zo zetten, dat de vogels een goed uitzicht hebben. Ze kunnen dan een kat direkt zien aankomen.

Wat leggen we op de voertafel?

We kunnen hier van alles voor gebruiken: kaaskorstjes, spekzwoerdjes, broodkorstjes, dus eigenlijk alle afval van onze tafel. Er zijn ook verschillende soorten' zaad te koop: hennepzaad, zonnepitten, maanzaad en ook gemengd voer. Je kunt zelf een vetbol maken. Je smelt wat rundvet en doet hier verschillende zaden in. Je laat het vet stijf worden in een kommetje eventueel met een touwtje erin als je de vetbol wilt ophangen.

Het is heel leuk om een snoertje pinda's aan de voederplank te hangen. Verder kun je de vogels trakteren op rotte appels, fijngesneden appelschillen', peren, bananen en andere vruchten.

Ook drinken.

Natuurlijk vergeten we ook het drinkwater niet, want daaraan hebben de vogels vaak nog meer behoefte dan aan voedsel. Om het bevriezen tegen te gaan, doen we een paar schepjes suiker in het water. Zorg er echter voor, dat de vogels in het water geen bad kunnen nemen, anders zouden hun nat geworden veren bevriezen.

Gasten bij de voertafel.

Als het voerhuisje klaar is, gaan we eens kijken welke vogels er op afkomen. De mussen zullen vast de eerste wel zijn. Even later zie je naar de pinda's een vogeltje vliegen met een zwart kopje, een witte vlek onder de ogen, een geel jasje aan en zwarte stropdas voor. Je kunt er zeker van zijn, dat het een koolmees is. Een pimpelmees lust ook graag pinda's, maar deze is iets kleiner dan een koolmees en heeft een mooi blauw kopje. Het verschil tussen deze vogeltjes is duidelijk te zien. Lijsters en merels zijn erg blij met rotte appels en peren. Vinken, groenlingen en mussen zijn dol op brood. Een vink is een vogeltje met een blauwe kop en een rossige onderzijde. Hij is goed te onderscheiden van een huismus, niet alleen door zijn kleur, maar ook door zijn manier van voortbewegen. Een vink loopt en een huismus hipt. Een groenling is een groen-gele vogel, wel even groot als een mus, maar iets dikker. Hij hipt ook net als de mus.

Vorig jaar kwamen er bij ons ook eenden naar de voederplaats. Dit gebeurt wel meer als je dicht bij het water woont. Voor deze eenden strooien we het voer gewoon op de grond. Als er sneeuw ligt, kun je beter eerst de sneeuw wat opzij schuiven. Als je dicht bij het water woont, kun je ook meeuwen verwachten. Zij zijn dol op brood. De bonte kraai is een echte wintergast. Eind september—bsgin oktober komt hij naar ons land. Hij is even groot als de zwarte kraai, maar door z'n grijs-zwart verenkleed van deze te onderscheiden. De bonte kraai is ook wat brutaler dan de zwarte en durft dichter bij onze huizen te komen.

De beste tijd om te voeren.

Het is het beste om 's morgens zo vroeg mogelijk te voeren. De dagen zijn erg kort en als het donker is zien' de vogels het voer niet meer. Ook is het belangrijk om geen dag over te slaan. De vogels weten dan waar ze terecht kunnen en worden dan niet teleurgesteld. Begin nu maar meteen om een voerplank te maken. Je zult er zelf ook veel plezier van hebben. Alle vogels zullen je er zeer dankbaar voor zijn. Veel sukses er mee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen