Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bededagen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bededagen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van den aandrang, van meer dan eene zijde op de Regeering geoefend, dat zij, nu de tijden voor ons vaderland zoo ernstig zijn, evenals president Wilson een bededag zal uitschrijven voor ons volk, bevatte de 7elegraaf van 4, October een uitvoerige correspondentie, waarin aan haar lezers eenige historische mededeelingen werden gedaan over Bede-en Dankdagen. Toch is deze correspondent, die blijkbaar al zijn wijsheid putte uit het bekende werk van Dr. Schotel: De openbare eeredienst, niet geheel op de hoogte.

Zoo schrijft hij, dat »de overheid in ons land als zoodanig, sedert de Fransche omwenteling, toen Kerk en Staat gescheiden werden, toen de Gereformeerde religie niet meer den toon aangaf, toen er meer rechtsgelijkheid van de andere groepen kwam, geen bededag meer aan het volk voorgeschreven heeft". Nog daargelaten nu, dat de rechtsgelijkheid dei-verschillende Kerken atuurlijk niets te maken heeft met de raag, of de Overheid een bededag aan het volk uitschrijft, zooals het voorbeeld van Amerika's president toont, is deze mededeeling ook historisch geheel onjuist.

Indien hij kennis had genomen van het bekende werk van Prof. TV. C. Kist': Neerland's Bededagen en Biddagbrieven, zou hij daar gezien hebben, hoe na de Fransche Revolutie de Overheid nog telkens bededagen heeft uitgeschreven. Wel meende de Regeering van de Bataafsche Republiek in 1795 aan het volk te moeten meededeelen, dat zij voortaan geen Dank-, Vast-en Bededagen meer zou uitschrijven, omdat , , zij met smart en verontwaardiging had gezien, hoe onder het vorig Bestuur aldus de eeredienst van God tot een staatkundig spel werd verlaagd«, maar zeven jaar later, in 1802, was de Regeering dit blijkbaar weer vergeten en schreef ze naar aanleiding van den vrede van Amiens een plechtig dankuur voor, dat door alle godsdienstige gezindheden moest gehouden worden. En verder vindt men zoowel onder de regeering der Bataafsche Republiek, als onder de regeering van Koning Lodewijk en van Keizer Napoleon elk jaar bede-of dankdagen voorgeschreven, zelfs met .de bepaling dat in de Roomsche Kerken het Te Deum zal gezongen worden. En dat na het herstel onzer onafhankelijkheid en den terugkeer van den Oranjevorst de Regeering voortdurend is voorgegaan met bij elke belangrijke gebeurtenis zulk een bid-of dankdag uit te schrijven, blijkt uit tal van biddagbrieven, die Prof. Kist mededeelt en die in zijn werk doorloopen tot het jaar 1847. En dat het hier wel degelijk een - officieele regeeringsdaad gold, blijkt o.m. hieruit, dat van een Koninklijk besluit wordt gesproken, dat de uitvoering van dit besluit aan de betrokken Ministers wordt opgedragen terwijl het besluit zelf niet alleen door den Koning, maar ook door de Ministers van Eeredienst onderteekend is geworden. Zoo blijft er dus niet veel over van de bewering van den correspondent, »dat in de laatste eeuw van officieele zijde geen bid-of dankdagen meer werden uitgeschreven door de Overheid in ons land". Iets waarop we met te meer nadruk wijzen, omdat anders zoo licht deze legende een grond wordt, om de tegenwoordige Regeering te bewegen niet aan het verzoek van velen te voldoen, die de uitschrijving van zulk een biddag zouden wenschen.

En nog verder raakt de correspondent van de wijs af, wanneer hij, na herinnerd te hebben, hoe in vroeger jaren het aanzoek tot zulk een biddag dikwijls van de Kerken uitging, en Art. LXVI der Dordsche Kerkenorde zelfs voorschrijft, dat »de Dienaren der Kerken de Overheid daarom bidden zullen«, de opmerking maakt, dat de Deputaten onzer Gereformeerde Kerken voor de correspondentie met de Hooge Overheid blijkbaar nog niet aan deze verplichting hebben voldaan, door op het houden van zulk een biddag bij de Overheid aan te dringen. Vooreerst is hem blijkbaar onbekend, dat het bedoelde artikel van de Dordtsche Kerkenorde, waarop hij zich beroept, door de Synode van Utrecht in 1905 gewijzigd is geworden en de zinsnede over dit verzoeken van de Overheid er toen is uitgelicht. Het artikel luidt naxleze revisie: , , In tijden van oorlog, pestilentie, algemeene volksrampen en andere groote zwarigheden, waarvan de druk overal in de Kerken gevoeld wordt, zal een bededag worden uitgeschreven door de Classe, die daartoe door de laatste Generale Sj'node is aangewezen." Terwijl in de tweede plaats deputaten voor correspondentie met de Hooge Overheid zich stipt hebben te houden aan het hun door de Synode verleend mandaat en zonder speciale opdracht van de Sj'node zelfs geen verzoek tot de Regeering zouden mogen richten, ook niet om haar te vragen een Bededag uit te schrijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Bededagen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's