Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstmis-Oudejaar-Nieuwjaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstmis-Oudejaar-Nieuwjaar

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen voorwendsel „Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonden^ maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonden." (Joh. 15 : 22)

Geen voorwendsel voor de zonden

Deze woorden gesproken door de Heere Jezus Christus, mogen met het oog op het pas voorbijgegane Kerstfeest en met de aanstaande jaarwisseling wel in heldere letters voor onze ogen gesteld worden. Het is de mens zo eigen om allerlei verontschuldigingen in te brengen en zeker omtrent zijn eeuwige belangen, maar door dit woord worden hem alle voorwendselen ontnomen en wordt hij tevens verantwoordelijk gesteld, zodat er geen verschoning voor hem overblijft. Zulks mocht in onze lauwe en indrukloze dagen eens meer beseft worden, inzonderheid door onze jonge mensen. Vooral nu we zo pas de gedachtenis gevierd hebben van de komst van Jezus Christus in het vlees!

Heeft U de betekenis van Zijn komst wel eens overdacht, wat dat toch eigenlijk in heeft? En hoe groot uw verantwoordelijkheid is omtrent Zijn komst in deze wereld? Want voor Hij komt als Rechter om de wereld te oordelen, verschijnt Hij eerst als VERLOSSER en ZALIGMAKER en dat voor diep verloren-en rampzalige Adams zonen en dochteren. Zijn komst predikt de diepte van onze ellende, dat van de zijde des mensen geen mogelijkheid bestaat om voor de zonden met God verzoend en bevredigd te worden. Verloren liggen wij toch door erfen dadelijke zonden, nooit kunnen wij aan God terug geven waar Hij recht op heeft; en van dat recht doet Hij nooit geen afstand; deed Hij dat, dan hield Hij op God te zijn. Het gaat toch in alles om ZIJN ERE! De kloof die wij geslagen hebben is zo diep, en de afstand zo groot, dat geen mens ter wereld het vermogen heeft die te dempen of te overbruggen. En dat alles vergeet het nooit door eigen schuld. Wie kan het wonder van de eeuwige liefde des Vaders doorgronden, die zo duidelijk uitblinkt in de zending van Zijn ENIGE EN WELBEMINDE ZOON? Hij zond Hem, om die diepe kloof te dempen en die afstand te overbruggen, waardoor het mogelijk is, dat God in Christus het eigendom der Zijnen wordt en zij het eigendom Gods; alles krachtens het verbond der genade waarvan Jezus Christus Hoofd en Middelaar is. Denk toch eens in wat het betekent dat een gevallen mens nu zalig worden kan, wat voor de gevallen engelen niet meer mogelijk is. Zie eens de liefde van Jezus Christus die ingegaan is in onze diepe armoede, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden. Nog wordt onze verantwoordelijkheid verzwaard, daar Hij ook tot ons gesproken heeft door middel van Zijn knechten, die ons het welgemeende aanbod dier genade gebracht hebben. Wat helaas de heidenen derven, heeft God

Het Hoofdbestuur

van het L.V. van f ongel. Ver. en de Redactie van „Daniël" wensen bij de aanvang van 1957 de onmisbare zegen des Heeren toe aan alle aangesloten en nietaangesloten Jongel. Ver. onzer gemeenten en aan een ieder die op ivelke wijze ook de belangen van het L.V. en „Daniël" behartigt.

Temidden van de beroeringen der tijden schenke de Heere onze jonge mensen getrouwneiu til . i' JCi . u Cl J.V.-werkzaamheden en geve in vele jonge harten de lust om Zijn Woord tt onderzoeken en in Zijn wegen te wandelen.

Het ras naderende jaar 1957 plaatst ons bij vernieuwing voor een onbekende toekomst. Daarom mocht het zo zijn, dat wij dit jaar zouden aanvangen en doorbrengen in de gunst en met de hulp des Ileeren, biddend om de werking van Zijn Geest.

Dat wenst hei Hoofdbestuur en de Redactie ook aan alle lezers van dit blad.

De secretaris van het L.V. en administrateur van „Daniël"

biedt bij de wisseling des jaars zijn beste wensen aan voor de J.V.'s, de leden van het Hoofdbestuur, redactie, medewerkers en agenten van „Daniël' en tevens aan alle abonnees, vrienden en bekenden.

Moge ook in het jaar 1957 er die aangename samenwerking zijn, die het wederzijds mogelijk maakt om alle arbeid, een ieder in het zijne met lust, liefde en toewijding te verrichten.

H. HOOGENDOORN

ons doen verkondigen, ons biddende: Laat U met God verzoenen. Die zonden van het niet aannemen kennen de heidenen niet, want hun is Hij nog nooit aangeboden, maar dat kunnen wij toch niet inbrengen als een voorwendsel.

Uit vaders en moeders mond is het U bekend gemaakt, en levende onder de bediening van het GENADEVERBOND wordt het ons week in en week uit verkondigd, en dat ons hart onder die gestadige drup niet gebroken is, en wij als verslagen en verlegen mensen voor Hem niet zijn ingevallen, wat maakt dat onze verantwoordelijkheid groot tegenover zovele Godsbemoeienissen, Het geen acht geven op zo grote zaligheid, wat zal dat eenmaal toch zwaar vallen. Zijn des Heeren woorden niet vol van majesteit en tedere vriendelijkheid? Dat ons stenen hart er eens onder breken mocht, en wij het nieuwe jaar (als wij het mogen beleven) toch niet in mogen gaan op onze oude zondeweg, maar er een buigen voor de Heere kwam en wij voor het oordeel der verharding bewaard mochten blijven. Hij, Die zo laag nederkwam is het zo waardig om gediend en gevreesd te worden. Dat het moeten en het niet kunnen ons in de engte bracht, om onze Rechter nog om genade te smeken, want bij Hem is veel verlossing. Dat zou ons grootste geluk uitmaken, vooral in onze jonge jaren! Denk er aan, die Hem vindt die vindt het leven, en trekt een welgevallen van de Heere. Daar leerde Gods lieve volk iets van kennen, en de genade heeft toch een gunnend karakter. Dat Mozes' bede gelegd werd in uw harten, om onze dagen te leren tellen om een wijs hart te bekomen. Dat er een breken kwam met het verleden en de zonden door de krachtdadige en onwederstandelijke werkind des Heiligen Geestes, opdat wij onze verdoemenis waardigheid, maar ook Jezus dierbaarheid kennen leerden door het gewerkte en geschonken zaligmakende geloof. Maar bedenk toch dat wij geen stokken en blokken zijn, maar verantwoordelijke schepselen, opdat wij onze stem tot God mochten verheffen en Hij het heil van het Kind van Bethlehem in onze harten mocht schenken. Dan kunnen wij Kerstfeest vieren, niet op de wijze zo als het de wereld (ook de vrome wereld) doet, maar in nieuwigheid des levens tot 's Heeren verheerlijking. En waar het jaar 1956 ten einde spoedt, daar geeft ons dat ook stof om te gedenken aan des Heeren wederkomst aan het einde van de tijd. Die komst draagt niet het karakter van VERLOSSER en REDDER maar van RECHTER! Voor Zijn stoel zullen wij allen geplaatst worden en de boeken zullen dan geopend worden, en Hij zal het laatste woord over ons allen hebben. Dan zal het in alles er op aan komen hoe onze verhouding geweest is tegenover Hem die als VERLOSSER in deze wereld gekomen is. Niet onze christelijkheid of onze vermeende heiligheid zal in het gericht kunnen bestaan, maar alleen een nieuw schepsel bekleed en gedekt met Christus' verworven en toegepaste gerechtigheid zal ons voor Zijn majesteit bestaanbaar doen zijn. Daar zal de eeuwige scheiding vallen, hetzij eeuwig wee of eeuwig wel. Laten deze laatste woorden geschreven in het jaar 1956 voor U, mijn jonge vrienden, tot een zegen gesteld mogen worden, waait daarin zou uw hoofdredacteur zich toch zo verblijden. En als wij dan het oude jaar sluiten, en het nieuwe jaar (1957) mogen ingaan, dan is het onze wens en bede dat des Heeren zegen ons geschonken werd zowel stoffelijk als geestelijk. Zien wij op de tekenen der tijden dan wordt ons hart met zorg vervuld wat ook dat jaar in zijn schoot bevatten zal. Is niet de vrede van de aarde, en zien wij niet op alle terreinen, zowel maatschappelijk als kerkelijk, dat de Heere ook met ons een twist heeft. Wat een onrust op de wereld, wat een verbreking in God£ kerk (en dat is wel het allerergste). Met vreze zien we de toekomst tegemoet. Wat staat er voor de deur, ook voor onze jonge mensen? Dat Gods Geest nog eens krachtig mocht werken als in voorleden dagen. Dat de prediking des woords nog eens vruchten droeg, en ook het verenigingsleven onder ons eens bloeien mocht in de vreze des Heeren. De Heere gedenke onze plaatselijke ver-

Eerste lustrum der C.S.F.R.

In 1951 werd opgericht de „Civitas Studiosorum Fundamento Reformato", vereniging van studenten op gereformeerde grondslag. De behoefte daartoe werd vooral veroorzaakt, doordat studenten uit de Ned. Hervormde Kerk (gereformeerde richting), de Gereformeerde Gemeenten, de Chr. Gereformeerde Kerken en de Oud-Gereformeerde Gemeenten, krachtens opvoeding en milieu met een problematiek te maken hadden, zowel op maatschappelijk als cultureel gebied, waaraan in de bestaande verenigingen te weinig aandacht werd besteed. enigingen en make hare arbeid als een zuurdesem in Zijn vreze. De lust tot het onderzoek van Gods Woord en het zoeken van elkander moge nog vermeerderd worden, opdat wij door genade de volle wapenrusting Gods mogen leren aandoen om te kunnen staan in de boze dag. Dat ons Landelijk Verband onder de zegen des Heeren bloeien moge, en Zijn Hoofdbestuur de wijsheid van boven mocht ontvangen om de rijpere jeugd te leiden in die aloude sporen van 's Heeren getuigenis. Ook ons blad, wat ons lief is stelle de Heere nog tot rijke zegen. Dat allen, die aan ons blad haar krachten schonken, wederom met nieuwe lust en kracht die arbeid mogen voortzetten.

De Heere beware ons onder alle beroeringen opdat de Satan geen winsten te boeken krijgt, maar dat eenheid onze kracht moge zijn en wij in alle eenvoudigheid op de ingeslagen weg mogen voortgaan in des Heeren kracht en mogendheid. Hij spare ons geliefd VOR-STENHUIS in deze zo veel bewogen dagen, en dat de genade die weleer in het roemruchtige huis van Oranje verheerlijkt werd, ook in hun nazaten geschonken worde, opdat ons volk naar 's Heeren ordinantiën geregeerd, en de zonden afbreuk gedaan werd. Dat er nog welvaart en vrede in onze vesting mag geschonken worden, en des Heeren gemeenten onder de dauw des Geestes met zegeningen begiftigd en 's Heeren volk, helaas nu zo verbrokkeld, saamgevoegd worden mocht met de band van liefde en enigheid. De God aller genade geve dat uit vrije gunst en eeuwige zondaarsliefde, alleen om Christus' wil. Zulks is de wens en bede van uw hoofdredacteur,

Ds. A. VERHAGEN

De C.S.F.R. wenst uitsluitend studievereniging te zijn en zij wil dan ook geen afbreuk doen aan de officiële studenten gezelligheids verenigingen. Als doel heeft de Civitas: het bestuderen van de reformatorische beginselen en ze wil deze in eigen gezindte zowel als daarbuiten, concreet aan de orde gesteld zien.

Maandag 24 december heeft de C.S.F.R haar eerste lustrum gevierd in Hotel Smits te Utrecht. In de openbare middagvergadering hield prof. dr. S. van der Linde, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit aldaar, een rede, getiteld: „De betekenis van Calvijn, ook voor deze tijd."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1956

Daniel | 8 Pagina's

Kerstmis-Oudejaar-Nieuwjaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1956

Daniel | 8 Pagina's