Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De God nu des vredes, Die de grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus; Die volmake u in alle goed werk." (Hebr. 13 : 20, 21)

In deze tekst wordt gesproken over het geheim van de volmaking der gemeente. De bron van deze volmaking is de Gods des vredes.

Lezers, zou er één woord kunnen zijn, dat voor ons een liefelijker klank heeft dan het woord „vrede"?

Eens ademden hemel en aarde volmaakte vrede. Geen wanklank werd gehoord. Vrede was het deel van de mens, toen hij leefde in Gods zalige gemeenschap. Toen was er overal harmonie, samenstemming met de wil van God en daarom was er vrede in het mensenhart, vrede in heel de scheppingswereld.

Maar nu schijnt het woord vrede in deze wereld, vol van verdeeldheid en twist, te spotten met alles wat de werkelijkheid te zien geeft. De vrede is weggevlucht van de aarde toen de mens de band der levensgemeenschap met God verbrak en zo schepping en mensheid werden overgeleverd aan de verwoestende en ontbindende macht van de zonde.

Wij zijn de vredeverstoorders geworden. Wij hebben geluisterd naar de stem van de verleider en in het paradijs aan God de oorlog verklaard.

Maar temidden van alle onvrede, die er nu door de zonde is, is God de God des vredes. Hij is de vrede, Hij schept de vrede, ook geeft Hij de vrede.

Als de God des vredes heeft Hij reeds van eeuwigheid gedachten des vredes gehad over een volk, dat in vloek en schuld voor Hem verloren lag.

Toen de mens de vrede verstoorde door zijn afval van God, toen hij God de oorlog verklaarde, had God die oorlog, die strijd in één ogenblik kunnen beslissen door de mens met alle duivelen voor eeuwig weg te werpen in de hel. En toch heeft God dat niet gewild. Maar naar Zijn eeuwige raad heeft Hij bij vernieuwing vrede willen scheppen, vrede met behoud van Zijn deugden en gegrond op recht. Maar om die vrede te scheppen, moest God Zijn eigen lieve Zoon overgeven, moest Hij Zijn eigen Kind de oorlog verklaren, opdat alzo vrede verworven zon worden door het bloed des kruises.

Daarvan spreekt Paulus in onze tekst: „De God nu des vredes, Die de grote Herder der schapen door het bloed des eeuwigen Testaments uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus".

De Heere Jezus Christus is de grote Herder der schapen. We lezen van deze Herder, dat Hij de lammeren in Zijn schoot vergaderen zal en de zogenden zachtkens leiden. Deze Herder brengt Zijn schapen in het Kanaan van de herstelde en verzoende gemeenschap met God.

Reeds van eeuwigheid heeft Christus Zich gegeven als de Herder van Zijn kudde. Borgtochtelijk aanvaardde Hij al de zonden van Zijn schapen. Nooit te peilen liefde drong Hem. Op de wereld gekomen was Hij van stonde aan onder het vloekvonnis van Zijn schapen begrepen. Hij moest de dood in, wilde de vrede met God getekend worden. Om de vrede met God weer terug te brengen in het hart der schapen, die God de oorlog hadden verklaard, heeft de God des vredes de Herder der kudde in de dood gebracht. Christus, de Herder der kudde, moest de dood in, opdat de schapen weer vrede zouden hebben met God. Dat eiste het Goddelijke recht.

Hij, het aanbiddelijke Godslam, onderging dit, en deed het als Herder van Zijn schapen. Hij gaf Zich in de plaats van Zijn schapen. Hij nam hun schuld, hun oordeel op Zich. Christus is als de grote Herder gestorven aan het hout, een smadelijke, smartelijke en vervloekte dood. Zijn schapen lagen immers met heel Adams geslacht onder het vonnis des doods en dit vonnis onderging Hij nu in hun plaats.

Maar uit die dood, die Christus schuldbetalend en vloekdragend is ingegaan, is Hij ook opgewekt, zoals we ook in onze tekst lezen.

Als Christus in de dood was gebleven dan hadden al de Zijnen er eeuwig in moeten blijven. Niemand zou de God des vredes tot zijn zalig deel hebben

verkregen. Maar nu heeft de God des vredes Christus wedergebracht, opgewekt uit de dood.

Juist die opwekking verzekert ons dat de vrede met God verworven is. Immers toen de Vader Zijn Zoon opwekte uit de dood, sprak Hij met die daad uit, dat de zonde der Zijnen, die Christus op Zich had genomen, volkomen betaald was, dat aan Zijn geschonden recht was genoeggedaan en dus de vrede verkregen.

Lezer(es), behoort ook U reeds tot de schapen van deze grote Herder, Die de vrede heeft aangebracht?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1963

Daniel | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1963

Daniel | 8 Pagina's