Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

kerkgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

kerkgeschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De keizerskroning in 1800. Een merkwaardig feit, dat tot hiertoe niet volkomen opgehelderd is. Dat het een belangrijke gebeurtenis is geweest, ook voor de toekomst, staat wel vast. Maar waarom de paus het deed, is niet volkomen duidelijk. Deze paus was Leo Hl (795—816.) Hij kwam al spoedig in strijd met de voorname Romeinen. Zij gingen zelfs zo ver, dat zij een aanslag op hem pleegden, toen hij op weg was naar de St. Pieter.

Hij vluchtte .naar Paderborn in Duitsland en stelde zich daar onder bescherming van Karei. Deze greep direct in en deed de paus met behulp van zijn troepen terugbrengen naar Rome.

Maar de vijanden bleven zich roeren. Zij beschuldigden de paus niet minder dan van simonie (het verkopen van geestelijke ambten) en onzedelijkheid. Het werd zelfs een proces.

Nu kwam Karei eind 800 zelf naar Rome. De paus wist zich op 23 Dec. door een plechtige openbare eed van de vreselijke beschuldigingen te zuiveren.

Op Kerstmorgen bediende de paus zelf de mis. Ook Karei was aanwezig. Opstaande van het gebed werd hem plotseling de keizerskroon opgezet en hij uitgeroepen tot wettig opvolger der west-romeinse keizers.

Voorheen was hij patricius, nu zou zijn titel zijn augustus en imperator Romanorum.

Verschillende vragen doen zich hier voor. Heeft Karei van deze plechtigheid vooraf iets geweten? Zijn levensbeschrijver Einhard beweert, dat het een volkomen verrassing was. Indien de koning het geweten had, was hij niet naar Rome gekomen. Hij maakte zich dan ook niet druk met de titel en noemde zich bij voorkeur „rex Francorum": „koning der Franken". Karei begreep zeer goed, dat er allerlei verwikkelingen met het oostromeinse rijk uit konden voortkomen.

Wat heeft dan de paus bewogen tot zijn daad ? Dankbaarheid voor de ontvangen steun van zijn patricius ?

't Zal wel zo zijn. Maar er zat zeker meer achter. Allereerst werd de paus nu onafhankelijker van Byzantiuin. Maar tweedens werd Karei nu feitelijk de ondergeschikte van de paus of anders: de keizerlijke macht ondergeschikt aan de kerkelijke (= pauselijke): hij, die kroont, is meer dan die gekroond wordt en kan zich niet ontki'onen.

Dit laatste heeft Karei goed ingezien: hij zette zijn zoon Lodewijk de Vrome zelf de kroon op!

Het strookte ook helemaal niet met zijn ideeën twee machten, de geestelijke en de wereldlijke macht naast elkaar te stellen, waaruit, de toekomst heeft het bewezen, zo gemakkelijk allerlei verwikkelingen konden voortspruiten.

Zijn ideaal was een theocratisch bestuur, waarbij het wereldlijke en geestelijke dooreen gevlochten waren.

Daarom was David zijn verheven voorbeeld.

Zeker kerkhistoricus schrijft dan ook, dat hij in de geschiedenis van kerk en staat, beide bij hem nauw verbonden, een uitzonderlijke plaats inneemt. Eerst later zouden de geestelijke en wereldlijke macht scherp tegenover elkander komen te staan en n.b. de keizerskroon ieder te zijnen behoeve gebruiken.

De karolingische Renaissance. Voor hen, die zich hiervoor interessezeen, willen wij ook een en ander meedelen.

Karei is een groot bevorderaar van onderwijs, kunsten en wetenschappen geweest. Ook als zodanig neemt hij een unieke plaats in.

Zijn hof was een verzamelpunt van theologen, geleerden en taalkundigen. Daarbij had hij de bijzondere gave, uitstekende medewerkers te kunnen kiezen en aan zijn persoon te ^verbinden.

Bekend onder hen is de Angelsaks Alcuïnus, voormaals hoofd der Cathedraalschool van York. Men zou hem Kareis minister van onderwijs kunnen noemen.

Verder vermelden wij Paulus Diaconus en de reeds genoemde leek Einhard.

Merkwaardig was de sehola paltatina, de reizende paleisschool, die overal met de keizer heentrok en een stimulans was voor het wetenschappelijk onderwijs.

Verder had men dom-en kloosterscholen. Karei had bepaald, dat elke Kathedraal en elk klooster een school moest hebben.

Vooral heeft de keizer weer de aandacht gevestigd op de klassieken. Wat zich later in de 15e eeuw zou herhalen, de herleefde studie der klassieken, vinden wij reeds hier. Daarom spreekt men ook hier van renaissance, wedergeboorte, vernieuwing, nl. dier studiën.

Men bestudeerde niet alleen de heidense klassieken, maar ook de griekse en latijnse kerkvaders; vooral Augustinus, de lievelingsschrijver van de keizer (Civitas Dei). Dat dit alles grote invloed moest hebben op de theologische studiën en zo op de kerk, laat zich gemakkelijk begrijpen. Ook op de kerkbouw heeft de karolin-'gische renaissance invloed uitgeoefend.

De 9e eeuw. De heerlijkheid van Kareis rijk verbleekte na zijn dood snel. Wij behoeven slechts te herinneren aan de invallen der Scandinaviërs, de aanvallen der Saracenen en Hongaren, om vreselijke tijden voor ogen te stellen.

Lodewijk de Vrome was niet de krachtige persoonlijkheid als zijn vader. Reeds in 843 viel, na zijn dood, het grote rijk in drieën uiteen.

Wetenschappelijk is deze eeuw — aanvankelijk — een voortzetting van Kareis tijd. Toch zag men reeds afbuiging. De kloosterscholen kwamen onder Lodewijk de Vrome meer op de voorgrond en in deze domineert meer en meer de ascetische geest, die ook het onderwijs doortrekt.

De strijd tegen de beelden blijft voortduren. Zeer merkwaardig zijn in deze eeuw een tweetal controversen (geschilpunten), waarbij men reeds reformatorische klanken kan beluisteren.

De eerste ging over het avondmaal, de tweede over de praedestinatie.

De avondmaalsstrijd had betrekking op het leerstuk der transsubstantiatie, dat sedert Gregorius de Grote in de westerse kerk veel ingang had gevonden. Alleen de frankische vrijzinnige theologen voelden er niet veel voor.

In 831 trad nu een zekere Radbertus Paschasius op, om het leerstuk te verdedigen. Als bewijsmateriaal voerde hij een massa legenden aan, waarbij lichaam en bloed ook zichtbaar te voorschijn waren gekomen! Het contra ontbrak niet. Maar allengs kreeg de leer van Radbertus de overhand.

In de lle eeuw zou de strijd tegen de transsubstantiatie zich hernieuwen. Wij komen er later op terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's

kerkgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's